‘Onderwijs en bedrijfsleven moeten nog veel meer bij elkaar in de keuken kijken’

14 juni 2018 09:06

‘Onderwijs en bedrijfsleven moeten nog veel meer bij elkaar in de keuken kijken’

Een Tafelgesprek met als onderwerp Personeel & Opleidingen staat bijna altijd garant voor een geanimeerd gesprek. Dat was niet anders in Groningen, waar 6 mensen uit een breed werkveld hun visie gaven op de huidige arbeidsmarkt, de afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven, stageplaatsen en de nabije toekomst. Als we al een conclusie mogen trekken, en dat was best een opvallende, dan luidt die wel dat we de tekorten op de arbeidsmarkt op termijn gaan oplossen.

Tekort aan arbeidskrachten

Opvallend, omdat er momenteel bijna geen branche te bedenken is waar niet een schreeuwend tekort aan arbeidskrachten is. Deels omdat er gewoon te weinig mensen zijn voor al het werk, maar ook doordat teveel mensen onvoldoende toegerust zijn voor allerlei functies. En dan wordt al snel met het vingertje naar het onderwijs gewezen. Peter Killestijn van Werkplein Drentsche Aa zegt daarover:” Er gebeurt veel goeds, maar het kan altijd beter. Scholen hebben goud in handen, ze mogen jongeren opleiden en ontwikkelen en kennen heel veel bedrijven. In feite zijn het de grootste reïntegratiebedrijven van ons land”, zegt hij met een vleugje ironie. “Maar, dat opleiden en ontwikkelen doen ze in onvoldoende mate.”

Er moet daarom iets veranderen en hij ziet in Drenthe mooie voorbeelden. “Zo zijn er tien zogenaamde gilde projecten opgezet. Docenten nemen hun groep leerlingen mee naar een bepaald bedrijf en geeft daar vervolgens les. Wat je dan ziet is dat er daadwerkelijk iets met de leerlingen gebeurt. Ze zien wat het geleerde in de praktijk betekent. En het mooie is dat we geen enkel probleem hebben om werkgevers te vinden die hun bedrijf hiervoor open willen stellen. Dat heeft te maken met maatschappelijke betrokkenheid, maar ook met het besef dat ze nu en in de toekomst nieuwe mensen nodig hebben.”

Voldoende kansen

Mensen hebben ze bijvoorbeeld ook nodig in de techniek. Folkert Brijker van Or-Quest, dat personeel detacheert in sectoren als bouw, infra en techniek, geeft aan dat er al langer een tekort aan personeel is. En we doen er alles aan om dat tekort op te lossen. Hoe? Door bijvoorbeeld te bemiddelen in technische bijbanen. Mensen die nog bezig zijn met hun studie en die al wel gekwalificeerd zijn om bepaalde werkzaamheden te mogen verrichten. Het biedt tegelijkertijd een mogelijkheid om mensen te laten zien dat ook in Noord-Nederland voldoende kansen in de techniek liggen.”

Peter constateert terecht dat een sector als de bouw in de crisisjaren veel personeel heeft laten gaan, mensen die deels in deze sector terugkeren, maar ook zij kunnen het tekort niet doen verdwijnen. “Misschien moeten we wel terug naar de vakscholen, zoals we die vroeger kenden.”

Ella ten Barge van NHL Stenden Hogeschool vraagt zich af of daarin het probleem zit. “Gaat het niet veel meer om de maatschappelijke waardering voor een beroep?”

 

 

Lieneke Lieman van Zorggroep Drenthe is het daar mee eens, ze geeft aan dat ze het VMBO een veel te algemene opleiding vindt. “Op de LTS werd je al voor een bepaalde beroepsgroep opgeleid en kwam je op veel jongere leeftijd met allerlei facetten van dat beroep in aanraking.”

 

Blijven leren

Ronald Visser van Bats Uitzendburo is het daar mee eens. “Je leerde op de LTS bouwen, schilderen, techniek. Dat is met de komst van het VMBO allemaal weggevallen.” Peter zegt dat het werk en de kennis die je daarvoor nodig hebt snel verandert. “Wat je nu leert is over vijf jaar alweer verouderd. Je moet blijven leren. En keuzes maken, anders val je tussen de wal en het schip”, voegt hij toe.

 

Diana Kamstra van Noorderpoort vindt het niet verkeerd wanneer jongeren er wat langer over doen voordat ze hun keuze voor een bepaalde beroepsgroep maken. “Het gaat ook om een proces, waarbij ondernemers de jongeren kunnen ondersteunen.”

 

 

Peter geeft aan dat hij een oriëntatieperiode van 2 jaar lang vindt. “Wij begeleiden mensen die buiten het arbeidsproces zijn gevallen in een intensief traject. Ze maken een keuze voor een bepaalde sector en komen vervolgens acht weken lang in een carrousel van bedrijven terecht, waardoor ze kennis kunnen maken met de sector van hun keuze. Na 12 weken hebben de meeste deelnemers hun definitieve keuze wel gemaakt en zijn ze weer ‘op route’.  Kortom, een intensief traject, gericht op de praktijk, werkt goed, hoewel ik wel besef dat je het hier niet hebt over jongeren, maar vaak over mensen die hun schoolopleiding al achter de rug hebben of eerder hebben afgebroken.”

“De combinatie van werken – leren is in de Middeleeuwen ontstaan”, voegt Ella toe. “Wat wij vooral gedaan hebben is om deze twee zaken uit elkaar te trekken. Als werkende mensen in een opleiding zitten, dan gaat een werkvraag voor het leren. Werken is belangrijk en leren doe je erbij.”

Ronald is blij met het feit dat werkgevers zich weer wat soepeler opstellen in hun keuze naar nieuwe medewerkers. “Voldoe je deels niet aan de criteria kunnen ze toch besluiten om je aan te trekken. Dat is goed. Je moet soms ook de tijd krijgen en nemen om een vak te leren. En ja, dat betekent misschien dat je niet meteen inzetbaar bent, maar met vallen en opstaan een vak wel onder de knie kunt krijgen. Net zoals dat vroeger vaak gebeurde. Als je de kans maar krijgt.”

Handvaardigheid

Met de handjes werken is de afgelopen jaren enigszins in een hoek terecht gekomen waar het niet hoort. “We testen ieder mens wel op zijn IQ, maar niet op zijn handvaardigheid”, zegt Ella. “Ik zou dat graag in het onderwijs willen introduceren”, voegt Diana toe. Woorden die ook Lieneke van harte onderschrijft. "In de zorg roepen we telkens dat we mensen met minimaal niveau 3 nodig hebben. Maar, mensen met niveau 2 werken ook in de zorg en die doen hun werk prima. Dus, als je moeilijk aan personeel kunt komen, moeten we de eisen misschien iets bijstellen of het werk aanpassen. Wij beginnen na de vakantie met een BBL-groep, zodat mensen tijdens hun studie direct kennis kunnen maken met het vak.”

“En de sector moet weer aantrekkelijk worden gemaakt en de waardering krijgen die het verdient”, voegt Ronald toe. “In de techniek kampen we met hetzelfde probleem”, geeft Folkert aan. “De sector doet daar wel veel aan, laten mensen kennis maken met het vakgebied, maar het kost veel tijd om het imago te verbeteren. Het beeld dat het ‘vies’ werk is, kan ik naar het rijk der fabelen verwijzen en het verdient heel goed, om maar een ander misverstand uit de weg te ruimen.”

Wisselwerking

Ella pleit er nogmaals voor dat tussen het onderwijs en het bedrijfsleven veel meer wisselwerking moet plaatsvinden. “Dat vraagt om een ander soort denken, binnen andere kaders, heel interessant en nodig.” Want, de ontwikkelingen in de markt gaan snel, vult Ronald aan. Als voorbeeld noemt hij het gebruik van GPS en drones in de landbouw. “Ik ken maar weinig docenten die daar iets van afweten. Kun je ze dat kwalijk nemen? Ik denk het niet. Wat ze wel kunnen doen is het werkveld in en kennis maken met deze nieuwe technieken. Ondernemers willen daar graag aan meewerken, maar ik zie het nog te weinig gebeuren.”

“Het valt ook niet mee om alle ontwikkelingen bij te benen”, zegt Folkert. Waarop Ronald aanvult dat scholen nog veel meer kunnen en moeten doen om het werkveld in te gaan. “Ondernemers stellen hun bedrijven open, want iedereen beseft dat ze mensen nodig hebben. Bovendien maak je daarmee het onderwijs veel aantrekkelijker. Als je weet waarvoor je leert, stimuleert dat alleen maar.” De conclusie dat onderwijs en bedrijfsleven nog veel meer bij elkaar in de keuken moeten kijken, is daarmee gerechtvaardigd.

Stageplekken

Een heel ander vraagstuk is of er voldoende stageplekken beschikbaar zijn. Het is nog niet zo lang geleden dat diverse scholen een oproep deden aan het bedrijfsleven stageplekken beschikbaar te stellen. Van die situatie, zo zegt de Tafel, is nu geen sprake meer. “In de techniek is het geen enkel probleem een stageplek te vinden”, zegt Folkert. “En je hebt meteen een contract in je achterzak voor als je van school komt.”

“Een paar jaar geleden had je als werkgever de mensen voor het uitkiezen, het is nu andersom”, zegt Peter. “Sterker nog, we moesten toen stagiaires in Duitsland onderbrengen”, voegt Diana toe. “Dat ging prima overigens.” Ronald stelt een ander probleem aan de orde en dat is de vraag waar de mensen voor worden opgeleid. Hij ziet nog teveel opleidingen waarin leerlingen te weinig kans op een baan hebben. Waarop Ella zich hardop afvraagt waar mensen voor moeten worden opgeleid:” Voor een vak of voor vakmanschap. Voor competenties of vaardigheden. Volgens mij gaat het er vooral om dat je jezelf kunt ontwikkelen en uiteindelijk daar terecht komt waar je je vaardigheden goed kwijt kunt.”

Die eigen ontwikkeling spreekt Diana aan. “Als ik naar mezelf kijk dan ben ik al een leven lang aan het leren. Ik heb van alles gedaan en ben nu hier terecht gekomen. En inmiddels vraag ik me af wat ik straks nog eens kan gaan doen.”

Vakmanschap

De Tafel vindt dat het vakmanschap weer voorop moet komen te staan. Te vaak worden mensen afgerekend op eventuele fouten die ze maken. Alles moet worden vastgelegd, certificering is aan de orde van de dag. Maar, is dat een garantie voor kwaliteit, voor vakmanschap? Nee, zo vindt de Tafel. “In de zorg zitten de medewerkers meer achter de computer dan aan het bed”, zegt Lieneke. “Dat kan toch niet de bedoeling zijn.” De Tafel constateert in allerlei beroepsgroepen een veel te hoge administratieve druk, die maar in beperkte mate bijdraagt aan vakmanschap en vooral vertrouwen in elkaar. Ella vraagt zich af hoe we daar een kentering in kunnen krijgen, “want op deze manier kunnen we niet doorgaan.”

“We moeten af van de afrekencultuur”, vult Ronald aan. “Ik heb dat zelf mogen ervaren. Heb mijn eigen bedrijf opnieuw mogen inrichten, mede dankzij alle ervaringen die ik heb opgedaan. Wij hebben alle ballast over boord gegooid, hebben een platte organisatie waarin we vertrouwen in elkaar hebben. En dat bevalt ons prima.”

Menselijk kapitaal

Op de vraag hoe de arbeidsmarkt er over pakweg 5 jaar uitziet, antwoordt Peter dat we ons op een scheidslijn richting een nieuwe periode bevinden. “Ik denk dat we nog 25 jaar in chaos zitten, maar dit is wel een hele interessante tijd, waarin het belang van het menselijk kapitaal steeds meer op de voorgrond komt. Mensen gaan datgene doen wat hun zinvol lijkt, waar ze voldoening van krijgen. Dat spreekt mij aan.”

Folkert vindt daarin vooral de duurzame component interessant. “Die kentering zie je echt, bedrijven willen veel meer dan voorheen rekening houden met hun omgeving.”

“Doe je dat niet, dan ga je op termijn failliet”, is de overtuiging van Peter. “Wij googelen mensen, maar andersom gebeurt ook. Wees daar bewust van. De vraag hoe je te boek staat als werkgever, wordt steeds belangrijker. Zeker wanneer je ook in de toekomst mensen aan je wilt binden.’

“Ik gun ons een beweging waarin werkgevers samen met de lerende werknemer in gesprek gaan met de docenten”, besluit Ella. “In deze dialoog wordt besproken hoe de werkzaamheden en ambitie van het bedrijf/instelling verbonden kunnen worden aan het traject/opleiding van de werkende lerende. Dit vraagt van het onderwijs om te zoeken naar hoe de wettelijke kaders van een opleiding kunnen aansluiten bij de wensen van de werkgever en de werkende lerende.”

De deelnemers:

Lieneke Lieman – Zorggroep Drenthe www.zorggroepdrenthe.nl

Ronald Visser – Bats Uitzendburo www.batsuitzendburo.nl

Diana Kamstra – Noorderpoort www.noorderpoort.nl

Peter Killestijn – Werkplein Drentsche Aa www.wpda.nl

Ella ten Barge – NHL Stenden Hogeschool www.nhlstenden.com

Folkert Brijker – Or-Quest www.or-quest.nl

Het Tafelgesprek vond plaats bij Grand Café en Restaurant De Oude Gasfabriek in Groningen. Hét adres in Groningen voor een lunch, ontspannen borrel, diner of eenvoudige maaltijd. Tevens de ideale locatie voor uw meeting, vergadering of partij, en dat allemaal in een prachtig monumentaal pand (industrieel erfgoed), waar sfeer en uitstraling de boventoon voeren.

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.