Vakantiegeld: dit moet jij weten

17 mei 2023 11:51

Vakantiegeld: dit moet jij weten

Het vakantiegeld staat voor de deur. Vrijwel elke medewerker in loondienst heeft hier recht op. Toch zijn er uitzonderingen en andere belangrijke eisen, regelingen en verplichtingen. Hoe zat het ook alweer allemaal? In dit artikel nemen we je mee in de belangrijkste zaken rondom de uitbetaling van het vakantiegeld.

Vakantiegeld, vakantietoeslag of vakantiebijslag?

In de volksmond wordt er vaak gesproken over vakantiegeld, echter is de wettelijke benoeming voor de uitkering die bovenop je loon wordt betaald de vakantiebijslag. Het vakantiegeld staat letterlijk voor het loon dat een medewerker doorbetaald krijgt wanneer diegene op vakantie is. Toch houden we het in dit artikel het gemak op vakantiegeld, waarmee dus de extra toelage wordt bedoeld die vaak in mei of juni bovenop het salaris wordt uitgekeerd.

Wet- en regelgeving

In de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag kan je als ondernemer alle wettelijke verplichtingen rondom het vakantiegeld terugvinden. Zo ben je als ondernemer verplicht om je medewerkers die recht hebben op vakantiegeld, hun vakantiegeld uit te betalen. Dit geldt voor iedere soort medewerker, of deze nu een vast aantal uren hebben, een nulurencontract of min-maxcontract. Over het algemeen geldt dat het vakantiegeld een bedrag is van minstens 8% van het brutoloon van een medewerker, dat je apart dient uit te keren. Hierop gelden echter uitzonderingen.

In sommige cao’s is opgenomen dat een medewerker geen recht heeft op vakantiegeld, dit kan alleen als de medewerker meer dan 108% van het minimumloon verdient. Daarnaast kan een werkgever schriftelijk overeenkomen met een medewerker dat deze medewerker geen of minder vakantiegeld krijgt, wanneer hij/zij meer dan drie keer het minimumloon verdient.

In beide gevallen is transparante communicatie key. Veel medewerkers stellen zich erop in dat zij vakantiegeld krijgen. Ga er daarom niet zomaar vanuit dat als dit binnen jouw bedrijf niet zo is, zij dit wel in de cao hebben gelezen. Door dit duidelijk te communiceren, voorkom je dat jouw medewerkers voor een verrassing komen te staan.

Apart uitbetalen

In de vorige paragraaf werd benoemd dat je het vakantiegeld apart dient uit te keren. Het merendeel van de werkgevers kiest ervoor om dit 1x per jaar plaats te laten vinden, in mei ofwel juni. Afgelopen jaar zagen we eigenlijk voor het eerst dat diverse werkgevers ervoor kozen om medewerkers de keuze te geven hun vakantiegeld al eerder te ontvangen. Op deze manier probeerden werkgevers hun medewerkers met geldproblemen vanwege de hoge inflatie een handje te helpen.  

Volgens de wet ben je verplicht minimaal één per jaar vakantiegeld uit te keren, vaker mag dus ook. Voorgaand voorbeeld is dus geen enkel probleem. Daarnaast zien we dat werkgevers er in het geval van bijbanen of uitzendkrachten vaak voor kiezen om het vakantiegeld maandelijks uit te keren, ook dit mag volgens de wet. Dit kun je naar wens inregelen in je salarisadministratie, in samenwerking met je salarisadministrateur.

Verlaat een medewerker je bedrijf voordat de uitbetaling heeft plaatsgevonden, dan heeft deze medewerker ten tijde van zijn uitdiensttreding recht op het vakantiegeld dat hij tot dan toe heeft opgebouwd. Dit dien je dus mee te nemen in de eindafrekening voor deze medewerker.

Zorg dat je geld reserveert

8% van het brutoloon voor al je medewerkers kan oplopen tot een groot bedrag wat je moet uitkeren, als je dit eenmaal per jaar doet. Zorg er daarom voor dat je een post hebt waar je dit geld opzij zet. Als werkgever ben je verplicht om de uitbetaling te doen, wanneer je dit niet doet kan dit resulteren in wettelijke heffingen.

Heeft je bedrijf daadwerkelijke geldproblemen, dan is het in sommige gevallen mogelijk om uitstel van betaling van het vakantiegeld aan te vragen. Hiervoor geldt wel de voorwaarde dat dit schriftelijk moet worden overeengekomen met de medewerkers, waarbij ook direct een ander moment wordt vastgelegd waarop het wel wordt uitgekeerd.

Vakantiegeld in de praktijk

Vakantiegeld wordt opgebouwd over alle uren dat een medewerker werkt, ook overuren worden hierin 100% meegenomen. Nadat je bijvoorbeeld je medewerkers in mei hun vakantiegeld hebt uitgekeerd, staat de teller weer op nul. Vervolgens bouwt het bedrag zich weer op als 8% van het brutoloon, eventuele extra uitkeringen zoals een dertiende maand of een winstuitkeringen horen hier niet bij. Als het bruto maandloon van je medewerker €2.500 is, dan bouwt deze medewerker €2.500 x 0,08 = €200 vakantiegeld per maand op. In het geval van een eenmalige vakantiegelduitkering per jaar, heeft jouw medewerker recht op €2.400 (€200 x 12) vakantiegeld. Ook over vakantiegeld moet belasting worden afgedragen, dit is dus het bruto bedrag.

Vakantiegeld tijdens verlof of verzuim

Het bedrag bouwt zich op als 8% van het bruto maandloon, maar hoe zit dat als een van je medewerkers langdurig met verlof of verzuim is? Over het algemeen geldt dat je medewerker ook dan recht heeft op vakantiegeld en dit opbouwt alsof diegene aan het werk is. Wel is het zo dat bij langdurig verzuim, een medewerker na een bepaalde periode vaak niet meer 100% wordt uitbetaald, maar bijvoorbeeld 70%. De 8% van het bruto maandloon wordt dan berekend over het maandloon dat de medewerker op dat moment nog krijgt uitbetaald.

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.