Meebewegen: maar met behoud van eigen identiteit

5 december 2016 10:35

Meebewegen: maar met behoud van eigen identiteit

De uitspraak ‘verandering is de enige constante’ geldt momenteel voor het gehele bedrijfsleven. Hoe dat op velerlei wijzen uitwerkt voor de financiële en juridische dienstverlening werd duidelijk tijdens de rondetafelbijeenkomst
waarin uitdagende ontwikkelingen voor de sector centraal stonden.

Centraler dan in Hotel de Witte Bergen aan de oostelijke ingang van ’t Gooi kun je nauwelijks bijeenkomen. Het bleek dan ook een uitgelezen locatie voor een veelzijdig gesprek tussen financiële en juridische dienstverleners. De focus lag op de elkaar in rap tempo opvolgende ontwikkelingen die dikwijls een flinke uitdaging vormen voor dienstverleners én hun cliënten. Dat alles met alles samenhangt bleek direct toen Eric Dinkla, van Dinkla & Dinkla Bedrijfsadviseurs, zijn licht liet schijnen op wat hij als dominante ontwikkeling ziet. “Alles moet tegenwoordig in de cloud. Als ik met ondernemers praat, krijg ik op de vraag ‘waarom?’ eigenlijk nooit een helder antwoord.” En dat terwijl Dinkla van mening is dat enige terughoudendheid met betrekking tot de cloudoplossing wel zo verstandig is. “Om het zonder omwegen te zeggen; de beveiliging van de cloud is in mijn ogen vaak bedroevend geregeld. Je ziet dat klanten zich graag laten ontzorgen en vaak kritiekloos vertrouwen op hun cloudleverancier. Zónder zich af te vragen hoe die de klantdata nu precies beveiligd heeft. Sterker; dat wéten veel ondernemers die in de cloud gaan niet eens. Terwijl het allemaal niet zo stabiel is als vaak wordt gedacht. Ik hoef maar te denken aan de vele beveiligingsupdates die nodig blijken om telkens weer een nieuw Windows-lek te dichten.”

De cloud: een wolkeloze hemel?

Dinkla houdt daarom zijn data in lokaal beheer op zijn eigen server. “Ik ben overigens niet tegen de cloud, maar wacht op dit moment liever tot ik een beveiligingsoplossing tegenkom waar ik echt vertrouwen in heb. Zeker met de nieuwe Wet meldplicht datalekken waarbij in geval van een lek, in theorie, meer dan acht ton boete kan worden opgelegd, regel ik de privacy van mijn data liever zelf. Jammer overigens dat de wetgever het met zulke draconische boetes presenteert. Het effect is zodoende voornamelijk dat de wet veel angst creëert.” Henry Westein, directeur van Progredi, slaapt rustiger op het thema cloudveiligheid. “Ik zie in de praktijk dat verzekeraars en andere dienstverleners daar goed mee omgaan. En waar Microsoft een voor iedereen toegankelijke cloud heeft, daar kun je ook voor je eigen persoonlijke cloud kiezen. Voordelig zijn bovendien de kosten die lager liggen dan de kosten die ik zou hebben als ik een eigen server in huis hield. Bovendien ben je met de cloud goed ontzorgd. Wat ik overigens wél adviseer is om door een IT-specialist de veiligheid van een cloud te laten checken. Het is immers belangrijk om te weten hoe makkelijk een bepaalde beveiligingsoplossing te hacken is. Vergelijk het met je website, die kun je door bijvoorbeeld KPMG aan een penetratietest laten onderwerpen, zodat je een beeld krijgt van de veiligheid ervan. Zo’n test zie ik als standaard onderdeel van een goede voorbereiding, het verschaft inzicht in de maatregelen die je nog moet nemen om jouw cloudveiligheid op voldoende niveau te brengen. Want daar moet inderdaad vaak nog wel iets extra’s voor gebeuren.”

“Nederland is 
juridisch al 
dertig jaar in 
renovatie”

“Een half jaar geleden klonk bij ons ook het geluid dat we onder andere onze server moesten gaan vernieuwen en toen kwam ook de cloud als oplossing in beeld”, reageert Astrid Binnekamp van Actuarieel Adviesbureau Confident. Maar naast de genoemde voordelen kleeft eraan al die ‘online gepowerde’ oplossingen een serieus continuïteitsrisico, denkt Binnekamp. “Als je bij een klant een presentatie geeft en je hebt geen internet, dan kun je nergens meer bij. Ook zie ik bij andere actuarissen dat bepaalde opties in softwarepakketten, zoals Excel, bij de internetversie niet beschikbaar zijn. Dan loop je vast, want op zo’n internetversie kun je vaak zelfs je oude berekeningen niet meer draaien. Daarnaast bezitten wij complete drives vol personeelsbestanden van onder meer werkgevers, verzekeraars en pensioenfondsen. Wij vinden dat je het niet kunt maken om dat allemaal in de cloud te zetten, want het gevoel leeft toch heel sterk dat je in de cloud niet langer de baas bent over je data. Ook wij beheren onze data daarom vooralsnog intern.”

Helpen de renovaties het huis?


Roel Hart, advocaat bij Marree en Dijxhoorn advocaten, signaleert dat ook de regelgeving in beroering is. “Er veranderen veel wetten en er komen vooral veel wetten bij. Dat sluit allemaal aan op een maatschappelijke tendens van juridificering, waar ook het bedrijfsleven volop mee te maken heeft.” De activiteit aan het wetgevingsfront gaat overigens al veel langer terug dan slechts enkele jaren, vervolgt Hart en hij ziet die waarneming kernachtig bevestigd door wat een ondernemer daar onlangs tegen hem over zei. “Hij typeerde het wel mooi met de uitspraak ‘Nederland is juridisch al dertig jaar in renovatie’. Het is natuurlijk ook opvallend hoeveel nieuwe wetten door beide Kamers worden gepompt, waarna ondernemers weer mogen uitzoeken wat die voor hen precies gaan betekenen. Met deregulering heeft het allemaal weinig te maken.” Dát er druk wordt geklust is dan nog één ding, maar dat veel renovatiewerk niet uitwerkt zoals gewenst betreurt Hart. “Kijk naar de Wet Werk en Zekerheid, weliswaar heeft dat niets met mijn vakgebied vastgoed te maken, maar het is een opvallende wet, onder andere omdat hij zo opvallend averechts werkt. Ook het afschaffen van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) heeft het voor zowel MKB-ondernemers als ZZP’ers veel moeilijker gemaakt om zaken te doen. Het zijn maar enkele voorbeelden van wetgeving waarvan ik me afvraag of die nou wel zo gelukkig is.”

Andre Buijsman van Flynth adviseurs en accountants vraagt zich bovendien hardop af of de motivatie van de actieve wetgever wel realistisch is en voegt toe dat de toenemende regeldruk zekerheid probeert te geven, maar in de praktijk vooral schijnzekerheid oplevert. Hart beaamt dat. “Kijk je naar de nieuwe wet DBA (Deregulering beoordeling arbeidsrelaties), dan zie je dat daarmee vooral ZZP’ers worden aangepakt bij wie schijnconstructies van zelfstandigheid helemaal niet spelen. De onderliggende motivatie van de wetgever lijkt vooral onvrede met ons arbeidsrechtelijk systeem te zijn. Tegelijkertijd vindt die wetgever niet de juiste vorm om daar daadwerkelijk iets aan te verbeteren.” Juridisch adviseur Michiel Hoogkamer, eveneens werkzaam bij Flynth, wijt de problemen mede aan zwabberend overheidsbeleid. “De fiscus heeft middels de VAR-verklaring eerst jarenlang toegestaan dat een deel van de ZZP’ers inderdaad als schijnzelfstandigen werkte. Je hoefde een beperkt aantal vragen in te vullen en je kreeg je VAR, waarmee je opdrachtgever veilig was voor het dienstverband. Nu is er dan de wet DBA waarvan wordt gezegd dat hij niet doet wat hij zou moeten doen. Maar ik denk juist dat hij precies doet wat hij moet doen, namelijk schijnzekerheid tegengaan. Alleen is het effect daarvan dat vele ZZP’ers bij wie die schijnzekerheid helemaal niet speelt, door de wet onzeker worden gemaakt over hun zelfstandige status. Dus ZZP’ers voor wie de nieuwe wet helemaal niet bedoeld is, komen ook in de problemen. Er zijn bedrijven waar elke ochtend om halfacht veertig ZZP’ers binnenkomen, die de hele dag relatief eenvoudig werk verrichten dat ook door werknemers wordt gedaan en die elke avond om vijf uur als ZZP’er weer huiswaarts gaan en die met de spullen van de werkgever werken. Dát zijn de extremen die de wetgever wil aanpakken. Maar de ellende is dat de wet nu zodanig wordt neergezet dat zelfs mensen waarvan ook staatssecretaris Wiebes zegt dat het hen helemaal niet betreft, zich tóch onveilig voelen.”

Als de digitaliseringsgolf en de positie waarin we ons nu bevinden onderwerp van gesprek worden, typeert Westein die als een overgangsfase waarin lang nog niet elke organisatie even ver gevorderd is. “Zaken als blockchain en EDI (Electronic Data Interchange) zijn zowel interessante als noodzakelijke ontwikkelingen. Wel zie ik dat een deel van de serviceketen daar al heel inventief mee bezig is, maar een ander deel nog helemaal niet. Vooral ketenpartners uit de vaak wat traditionelere juridische hoek houden als een soort Fred Flintstone nog vast aan papier, om het even wat zwart-wit te zeggen.” Hans Ruijgrok, notaris bij Davina & Partners, wil daar graag een nuance op aanbrengen. “Ik begrijp die Fred Flintstone-vergelijking, maar voor mij als notaris is dat een nogal karikaturale. Ik heb nu eenmaal te maken met allerlei regels, waaronder die van de geheimhoudingsplicht. Een plicht die zich in principe uitstrekt tot alle kennis die ik in mijn hoedanigheid als notaris bezit. En natuurlijk weet ik dat er maatschappelijk een roep om transparantie is en dat veel dienstverleners online service toejuichen omdat het ze helpt om voortvarender en efficiënter te werken en hun cliënt te ontzorgen. Maar die ontwikkeling levert voor een notaris spanning op met een van de kernwaarden van zijn service: discretie.”

Fred Flintstone achterhaald?

Ruijgrok moet zich bij elke informatieaanvraag dus afvragen of hij daar wel op in kan gaan. “Ik kan dus niet zomaar zaken online ter beschikking stellen zodat mensen daar gemakkelijk bij kunnen. Ik weet dat het bij rechtbanken door KEI (Programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak) volgend jaar zo gaat werken, maar in mijn functie als notaris ligt het toch aanmerkelijk complexer. Wij moeten telkens de nauwkeurige afweging maken of we iets beschikbaar kunnen maken of niet. Ik zal, om een goede dienstverlener te kunnen zijn, voorlopig dus aan de Fred Flintstone-modus van papier moeten vasthouden.” En wis ook de bewijskracht van papier niet uit, reageert Hart. “Als iets ter discussie wordt gesteld, bijvoorbeeld omdat een partij zegt dat iets niet in een overeenkomst stond maar er later bij is geschreven, dan moet je toch de oorspronkelijke contracten kunnen overleggen. Je hebt die authentieke getekende papieren akte dan hard nodig.”

Robbert Vriezen, advocaat en kantoorgenoot van Hart, benoemt tot slot nog een belangrijke ontwikkeling in de juridische praktijk: die van verschillende typen van geschillenbeslechting, zoals mediation. “Dat eist ook voor ons werk een andere zienswijze. Mediation gaat namelijk niet uit van juridische standpunten maar van belangen. Terwijl wij als advocaten meer genegen zijn om te denken vanuit juridische standpunten. Voor cliënten kan deze manier van geschillenbeslechting toegevoegde waarde hebben omdat hun zaak in veel kortere tijd geregeld kan zijn dan bij een lopende juridische procedure. Zo’n procedure kan zich jaren voortslepen waar een mediationtraject vaak maar enkele dagen duurt. Maar om deze vorm van geschillenbeslechting te kunnen laten werken, moet je als advocaat dus wel bereid zijn om juridische standpunten los te laten en je te focussen op de belangen die in het geding zijn.”

De pre van razendsnelle ontwikkelingen

Als actuaris kijkt Binnekamp met name naar ontwikkelingen in pensioenen. Ook op dat gebied verandert er veel, zegt ze. “Op dit moment moet het voorstel om het PEB (pensioen in eigen beheer) voor DGA’s af te schaffen nog door de Tweede Kamer, dus het is nog geen aangenomen wetgeving. Toch is de kans dat het zover komt groot en dat heeft voeten in de aarde voor DGA’s. Ik plaats mijn vraagtekens bij het voorstel, dat volledig door fiscale argumenten lijkt te zijn ingegeven. Voor DGA’s betekent het dat er straks geen manier meer is om pensioen in eigen beheer op te bouwen. Voor ons ligt er de uitdaging om hen straks in die situatie goed te adviseren richting andere mogelijkheden van fiscaal gunstige wijzen van pensioenopbouw.” Een andere, nog onbesproken gebleven ontwikkeling, wordt tot slot nog op de kaart gezet door Buijsman. “De leanere en meanere banken gaan anders om met kredietaanvragen dan in de tijd dat ze daarvoor nog meer ruimte en personeel hadden. Dat betekent dat de MKB- ondernemers die wij begeleiden dat meer moeten gaan sturen op kengetallen, ofwel boekhoudkundige verhoudingsgetallen. Daar kijken banken namelijk steeds sterker naar. Aan ons zodoende de taak om onze klanten daarop voor te sorteren en ervoor te zorgen dat ze zich meer richten op die goede eindejaarsbalans. Zodat ze hun kansen op toekenning van krediet vergroten.”

Dinkla rond af met zijn constatering dat naarmate de communicatiemogelijkheden toenemen, de misverstanden dat ook doen. “Ik word soms kribbig van de vele social media en andere communicatieplatforms waar je tegenwoordig geacht wordt gebruik van te maken. Het is ook steeds moeilijker om de informatiestroom die op ons afkomt als kantoor goed te kanaliseren en verwerken. Mijn conclusie is daarom dat meebewegen met ontwikkelingen tot op bepaalde hoogte noodzakelijk is. Maar tegelijk moet je, meer dan ooit, nauwkeurig bepalen wie je zelf bent, wat je toegevoegde waarde is en waar je wel en niet aan mee wilt doen. Het dwingt je in feite om nóg beter over je eigen identiteit als serviceverlener na te denken en dat kon weleens de grootste pre van de huidige snelle ontwikkelingen zijn.”

 

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.