Automatisering en digitalisering van de maatschappij niet altijd even wenselijk?

25 oktober 2016 10:51

Automatisering en digitalisering van de maatschappij niet altijd even wenselijk?

Dat het bedrijfsleven – en dus ook elke ondernemer – niet meer zonder een goede IT-ondersteuning kan, moge duidelijk zijn. Geen enkel bedrijfsproces overleeft als er geen goed doordachte onderliggende IT-structuur is. We kunnen het ons bijna niet meer voorstellen dat ondernemen nog kan zónder al die interne en externe verbindingen. En, zonder al die techniek.

‘We slaan soms door maar kansen moeten we wel zichtbaarder maken!’

We discussieerden op een warme zomerse dag over het thema ICT en automatisering tijdens een boeiend rondetafelgesprek in Reeuwijk, in restaurant ’t Vaantje. In een informele doch tegelijkertijd kritische setting spraken Jaap van Duijn, directeur van ACE Groep, Bernard Zohlandt van Simplit.nl, Mark van Hemert van yourhost.nl, René Keemink van Keemink Design en Remco Wieffering van CS Net over een aantal stellingen, die hen werden voorgelegd.

1. We slaan te ver door met de digitalisering van de maatschappij!

2. Nederland heeft op dit moment een echte start-up cultuur binnen de ICT. Maar eigenlijk hebben we ‘Scale-Up’ nodig.

3. Digitalisering? De meeste appjes die we ontwikkelen, hebben we helemaal niet nodig.

4. ICT is altijd een te hoge kostenpost.

De conclusie?

Op geen van de stellingen kon niet altijd een eensluidend helder ‘Ja, mee eens’ of ‘Nee, mee oneens’ worden geformuleerd. En de reden daarvoor was eenvoudig. Technische, economische, politieke, maatschappelijke en zelfs filosofische argumenten liepen meerdere malen door elkaar heen. En daardoor werd het juist zo’n boeiende en inspirerende discussie!

Stelling 1

We slaan te ver door met de digitalisering van de maatschappij!

Remco Wieffering van CS Net is de eerste die reageert: “Of we te ver doorslaan, kun je nooit met een ‘Ja’ of een ‘Nee’ antwoorden omdat het simpelweg onderdeel van onze evolutie is. Zo lang mensen voordeel ervaren van alle digitalisering, is het prima. Maar natuurlijk hangt er een schaduwkant aan. Ik denk daarbij meteen aan een fenomeen als de zelfrijdende auto. Fantastisch dat het al kan, maar er ontstaat daardoor wel een schimmige scheidingslijn door het internet. Fabrikanten weten dus waar en hoe we rijden. Men kan bij wijze van spreken meteen zien als men te hard rijdt, en dus daardoor meteen een boete uitdelen. De grens tussen misbruik en gebruik is diffuus. Als ik het op mezelf betrek: ik wil – als mens – altijd zelfdenkend zijn. Ik wil niet in een keurslijf geduwd worden. Gebeurt dat wel? Dan slaan we wat mij betreft te ver door met de digitalisering van de maatschappij.”

René Keemink is het daar deels mee eens. “Die digitalisering is niet onvoorwaardelijk goed. Maar anderzijds heb je nog wel altijd een stekker, die je er uit kunt trekken. Het gekke voor ons, hier aan deze rondetafel is, dat we tegelijkertijd ons geld ermee verdienen. Maar de gehele digitalisering leidt wel continu tot interessante ethische vraagstukken. Kijk eens bijvoorbeeld naar de frustraties van het OM, dat ineens niet meer kan inbreken op Whatsapp-gesprekken. Maar ja, de gebruiker wil privacy. Hoe fijn is het echter als we door die ‘inbraak’ een terrorist op het spoor komen? Ooit werd ik ook geconfronteerd met een ethisch vraagstuk. Een klant van mij wilde alle e-mails van zijn medewerkers zien. Ik heb dat niet gedaan. Ik zou daarmee de wet overtreden. Maar, ik weet van mezelf dat ik bereid ben om omzet in te leveren als een klant daardoor bij mij zou vertrekken.”

Mark van Hemert van yourhost.nl: “Dit verhaal van René doet me denken aan een klant van mij, een winkelier, die al het inkomende en uitgaande e-mailverkeer via één box wilde regelen. De werknemers waren weliswaar hierover geïnformeerd maar toch mag dit wettelijk niet. Je kunt je afvragen of dit de beste aanpak voor e-mailafhandeling is maar ik vind het in beginsel waanzin dat een eigenaar van een bedrijf geen zicht mag hebben op alle e-mailcommunicatie van zijn/haar bedrijf. Als een medewerker privé wil mailen zijn er voldoende andere middelen zoals gmail op de eigen smartphone.”

Bernard Zohlandt van Simplit.nl: “Het gaat daarbij uiteraard ook om vertrouwen. En dus heb je het over een managementvraagstuk. Want, wát zegt het over jou – als werkgever – als je blijkbaar je eigen werknemers niet kunt of wilt vertrouwen. Ik denk dat je je bedrijf dan niet goed hebt ingericht.”

Jaap van Duijn van Ace Group zegt: “Ja, we weten op dit moment al heel erg veel. Google is machtig. Google Analytics levert al zo ongekend veel informatie op. Alle producten die klanten bij een webshop aanschaffen, worden onder water doorgegeven aan Google en die kan daar op anticiperen. Je ziet inderdaad een discussie ontstaan. Google is Amerikaans en de Amerikaanse overheid kijkt mee. Mag de overheid daar op meekijken? In dat kader zeg ik: ‘Nee, natuurlijk niet’. Het gaat dus te ver. Maar ja, moeten we het internet dan afsluiten? Bovendien zie ik dat wetgeving achter de praktijk aanloopt. Daar zit ook een probleem. Eigenlijk weten we niet precies wat nu wel en niet mag.”

De heren zijn het er over eens dat niemand op de wereld zal kunnen ontkomen aan de verregaande digitalisering. Juist ook omdat we intens nieuwsgierig blijven naar alles wat het ons – de maatschappij – kan opleveren. Toch is men het er ook over eens dat die ethische discussie elke keer weer opnieuw gevoerd moet worden. Want, is digitalisering een middel? Of, verwordt het tot een doel? “Als je werkzaam bent in de IT-sector, dan heb je daar een verantwoordelijkheid in. Daar dien je bewust mee om te gaan.”

Stelling 2

Nederland heeft op dit moment een echte start-up cultuur binnen de ICT. Maar eigenlijk hebben we ‘Scale-Up’ nodig

Mark van Hemert bijt het spits af: “Ik ben het oneens met deze stelling. Start-ups laten goede dingen zien waar de gevestigde orde van kan profiteren. Deze start-ups hoeven helemaal niet extreem te groeien om toch waardevol te zijn. Als hun ideeën dat maar doen!”

Remco Wieffering wil zich als eerste afvragen wat Nederland eigenlijk verstaat onder een scale-up. “Ideeën zijn er volop in de markt. Ik zie veel van die jonge gasten die verder denken dan je je zomaar even kunt voorstellen. Maar waar het vooral om gaat is dat deze jonge gasten begeleiding nodig hebben om verder te groeien. In die zin ben ik het dus zéér eens met Mark: je moet een bedrijfs- of werkcultuur creëren die jonge ondernemers (jonge start-ups) in de gelegenheid stelt om hun ideeën te laten groeien.”

René Keemink is op dat vlak blij dat er al initiatieven van de overheid zijn waarbij jonge start-ups ‘ontlast’ worden en dat ze kunnen groeien. “Heel langzamerhand zien we namelijk dat we toch te veel goede ideeën hebben laten liggen of niet goed hebben uitgenut. Een voorbeeld daarvan is Bluetooth. Ooit uitgevonden in Delft. Maar uiteindelijk is dit een commerciële misser van jewelste geworden. Nederland sloeg de plank mis. Op dit moment staan we als land in de top 10 wereldwijd. Laten we die positie behouden en van IT een exportproduct maken.”

Moeten politieke partijen, in de aanloop naar hun verkiezingsprogramma’s, daar dan rekening mee houden, zo luidde de vraag die op dit punt in de discussie werd gesteld.

Remco Wieffering: “Ja, ze moeten er iets over zeggen. Want het gaat hier om het prikkelen van onderwijsprogramma’s.”

Bernard Zohlandt is het daar mee eens, maar heeft wel een kritische noot. “Het échte probleem zit hem in de EU. Althans, als Nederland, dus de overheid, of de nieuwe coalitie naar de verkiezingen van volgend jaar, subsidies wil geven aan allerlei IT-projecten, dan word je vanuit Brussel op de vingers getikt. Je zult dus eigenlijk dit alleen maar kunnen als je het in EU-verband stopt. Want, geloof me, zo veel vrijheid heeft de Nederlandse overheid – en daardoor eigenlijk ook de Nederlandse ondernemer – niet meer. We zijn te veel gekoppeld aan wetgeving die buiten onze grenzen is gemaakt en waar we ons aan dienen te houden.”

Jaap van Duijn vindt echter dat je IT helemaal niet aan de overheid moet overlaten, want de kwaliteit van de IT-projecten bij de overheid zegt al genoeg. “Ik zou eerder stellen dat we het bedrijfsleven en het onderwijs beter met elkaar moeten laten samenwerken. Juist dát aspect moet worden gefaciliteerd.”

Bernard Zohlandt tot slot: “We dienen bij deze uitdagingen ook te kijken hoe de arbeidsmarkt zich ontwikkelt. Er is een ongekende groei van het aantal ZZP’ers. Ik denk dat de overheid deze ZZP’ers veel meer moet omarmen als partner in plaats van zich in te laten met het bureaucratische geneuzel van al die grote (IT-) bedrijven. Kortom, maak gebruik van de kracht van die kleine eenpitters. Streef naar een duurzame samenwerking met hen!”

Stelling 3 

Digitalisering? De meeste appjes die we ontwikkelen hebben we helemaal niet nodig!

Bij deze stelling hadden we het – voordat we het goed en wel wisten – over de immens populaire Pokémon Go App. Nutteloos? Of is er een bestaansrecht te verdedigen….?

Mark van Hemert: “Vanuit de context van ‘tijdverdrijf’ is het natuurlijk een prima app. Maar, hebben we deze app echt nodig? Ik denk het niet!”

René Keemink: “Nintendo wilde ermee bereiken dat kinderen in beweging zouden komen. Ik kan daar niet tegen zijn. Daar kun je een legitieme koppeling met de kosten van de gezondheidszorg mee maken.”

Remco Wieffering: “Ik denk dat de Pokémon Go App ook een stimulans voor Virtual Reality kan zijn. Een ieders creativiteit wordt geprikkeld. Er zijn namelijk nog veel meer toepassingen nodig.

Bernard Zohlandt: “In het geval van Pokémon Go App zit er ook een interessante commerciële component aan.

Want, veel bedrijven kiezen er al voor om bewust op bepaalde tijden een Pokémon-beestje op de eigen locatie te laten rondspringen. Juist om bezoekers te trekken. En als er bezoekers zijn, dan levert dit omzet op. Die bezoekers bestellen immers toch een drankje. Er zijn dus volop kansen voor bedrijven!”

Stelling 4

IT is altijd een te hoge kostenpost

Bernard Zohlandt: “Ik ben het oneens met deze stelling. De ondernemer heeft de kosten van zijn IT altijd zelf in de hand. Ik vind het bovendien merkwaardig dat in tijden van crises IT er vaak wordt uitgeschopt terwijl je juist op IT zoveel kunt terugverdienen. Dat bepaalde kosten van de IT-nota niet altijd even duidelijk zijn, dat begrijp ik. Daar kan ook best een verbeterslag in worden gemaakt; dat is een kwestie van goed communiceren. En als je goed communiceert dan ziet de klant ook dat een investering in IT zich voornamelijk zal lonen.”

Jaap van Duijn is het ook oneens met deze stelling. “Je kunt juist ontzettend veel besparen met IT. Even heel praktisch: personeel is (vaak) een grotere kostenpost en levert meer hoofdpijn op. Bij repeterend werk kun je toch veel beter je automatisering een boost geven?”

Mark van Hemert zegt dat hij het ‘in principe oneens’ is met de stelling. “Wat ik in de markt zie is dat veel klanten IT-kosten maken voor een platform maar er niet voldoende van profiteren. Daar ligt voor ons allen – werkzaam in de IT – dan ook een kans. We dienen bedrijfsprocessen beter in kaart te brengen en ze soepeler te laten verlopen met behulp van dat platform. Niemand koopt een stuk grond en stort een fundering om er vervolgens niets op te bouwen. Dan ligt het inderdaad alleen maar geld te kosten.”

René Keemink sluit zich daarbij aan. “Het is onze taak om bij de klant het gevoel van ‘om niet’ weg te halen. De klant betaalt voor iets, maar maak wel duidelijk waar de klant precies voor betaalt.”

Remco Wieffering: “Ik trek in dat soort discussies graag een vergelijking met een willekeurige krantenadvertentie. Want, levert het plaatsen van een advertentie eigenlijk wat op? Men weet het niet altijd. En tóch blijft men adverteren! Ook daar probeer je inzicht te krijgen in de waarde van je investering. Wel, daar kunnen klant en leverancier gezamenlijk in optrekken. En wij als IT-bedrijven, moeten wellicht die kar gaan trekken!” «

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.