Smart Industry rukt op in Nijmeegs bedrijfsleven

8 mei 2017 15:03

Smart Industry rukt op in Nijmeegs bedrijfsleven

Op een slimme manier slimme producten maken. Daarbij gebruik makend van de modernste digitale techniek. Zo wordt Smart Industry wel omschreven. EPR, partner in hightech solutions, werkt op die manier. Het bedrijf zette een nieuw gebouw neer op de Nijmeegse Novio Tech Campus. Daar kwamen tien deskundigen bijeen voor een tafelgesprek over Smart Industry.

De FME, ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, omschrijft Smart Industry als het versterken van de Nederlandse industrie door maximaal gebruik te maken van de nieuwste informatie en technologische ontwikkelingen, zodat onze bedrijven efficiënter, flexibeler, kwalitatief beter en tailor made kunnen produceren.

Er komt dus nogal wat kijken bij Smart Industry. Is het dan wel wat voor het Midden- en Kleinbedrijf? Joost Bouman, innovatiemakelaar Regionaal Centrum voor Technologie (RCT) Gelderland, bezocht de afgelopen 6,5 jaar maar liefst 1200 bedrijven in de regio. Hij doet dat om hun expertise te inventariseren en te kijken waar de uitdagingen liggen. Waar mogelijk verbindt hij bedrijven met elkaar of met kennisinstellingen om innovaties te versnellen. Hij schetst een divers beeld: “Ik tref veel slimme, creatieve en innovatieve bedrijven. Bijna iedereen weet wat Smart Industry is en wat daar bij zou kunnen horen, zoals 3D-printen, sensortechnologie en cyber security. Een groot deel doet naar eigen inzicht al dingen die je zou kunnen scharen onder de noemer Smart Industry. Praktisch toepassen hoort nu eenmaal bij het mkb. Maar ik zie wel dat er naast een kopgroep veel bedrijven zijn die niet weten waar ze moeten beginnen met Smart Industry. Daar zie ik ze mee worstelen. Het RCT probeert daar wat aan te doen door bijeenkomsten te organiseren. Maar ergens moet de eerste stap gezet worden. Er zullen experimenten moeten komen.”

“Als je veranderingsbereidheid stimuleert, kan je gemakkelijker de juiste mensen werven”

Geen hiërarchie

Simon de Luij is directeur-eigenaar van installatiebedrijf Modderkolk. “Half smart is zo dom nog niet”, is zijn stelling. Hij ziet in zijn omgeving bedrijven die denken dat Smart Industry niks voor hen is. Ook ziet hij clubjes ontstaan rond Smart Industry, maar dan vooral om elkaars ontwikkeling in de gaten te houden. Dat schiet niet op, naar zijn idee. Simon de Luij: “Vandaar mijn stelling: onderzoek het, zet een eerste stap. Vervolgens kan je alsnog beslissen om door te gaan of te stoppen. Bedrijven kunnen naar hun eigen productieproces kijken, maar ook naar de ketens waarin ze werken. Die samenwerking kan vaak slimmer. Daar is nog het een en ander te verdienen. Smart Industry is niet alleen een kwestie van techniek. Ook organisatievormen horen erbij. Dat geldt voor de ketens, maar ook voor de eigen organisatie. Juist in de Smart Industry volgen ontwikkelingen elkaar snel op. Het is een voortdurend inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Dan zal je teams moeten hebben die flexibel kunnen opereren. Dat betekent volgens mij per definitie dat je geen hiërarchische organisatie kunt hebben.” Michael Kuylaars is directeur van Schrijvers Technische Installaties. Dat bedrijf tekende voor de techniek in het nagelnieuwe EPR-gebouw waar het tafelgesprek plaats vindt. Hij maakt een aantekening bij het betoog van Simon de Luij: “Puur producerende bedrijven, met een standaard productieproces, zijn gebaat bij rust en regelmaat. Daar hoort een hiërarchie bij om dat goed te laten verlopen. Zeker bedrijven die kleiner zijn, die hebben vaak geen mensen rondlopen die nieuwe ideeën kunnen bedenken; die moeten gewoon produceren. Daarom is Smart Industry vaak nog taai voor kleine bedrijven.”

Decentraal besluiten

Patrick Kilkens is business manager van EPR, Partner in Hightech Solutions en als zodanig operationeel en commercieel verantwoordelijk. EPR is een bedrijf dat industriële elektronica (mee) ontwerpt en produceert voor haar klanten in de high tech industrie. Bijvoorbeeld elektronica voor hart-longmachines of satellieten. Hij geeft een voorbeeld van Smart Industry: ”Wij beschikken over intern ontwikkelde zelflerende algoritmes die helpen bij de besluitvorming. Als we bijvoorbeeld starten met een nieuw product dan wordt er een stuklijst ingeladen en geeft het algoritme al aan welke componenten in het verleden fouten gaven en welke goed werken. Daar houdt het personeel vervolgens rekening mee. We zijn er drie jaar gelden mee begonnen, we hebben eraan geproefd en zijn er verslaafd aan geraakt.” Michael Kuylaars: Die toepassing kan je breder trekken. In de installatiewereld werken we met 3D-tekenprogramma’s en het standaard Bouw Informatie Model BIM. Daar zou je natuurlijk ook algoritmes op los kunnen laten. Nu kijken mensen of er geen conflicten zijn, maar dat kan je automatiseren. Dat zou een volgende stap kunnen zijn.”Harry van Dam is Manager Planontwikkeling BAM Bouw en Techniek – Regio Oost en onder andere verantwoordelijk voor de bouw van het EPR-pand op de Novio Tech Campus. Hij omschrijft de bouwsector als heel traditioneel. Er wordt volgens hem maar 1% van de omzet aan Research & Development uitgegeven. Harry van Dam: “BAM is gefocust op een aantal vernieuwende punten. Eén daarvan is digitaal bouwen. Daartoe hebben we het hele proces omgegooid. Wij realiseren het gebouw eerst digitaal en leveren het digitaal op. Daarna gaan we pas echt bouwen. Dat vereist een nieuwe mindset. Daaraan gekoppeld kijken we wat we kunnen prefabriceren en modulair maken. In het pand van EPR zijn alle maten gebaseerd op een veelvoud van 90 centimeter. Als je met dat stramien in je achterhoofd kijkt, dan kun je al veel dingen prefabriceren en modulair maken. We hebben een werkplaats in Veenendaal waar we de componenten op die manier in elkaar zetten. We kunnen ook beter samenwerken met andere partijen want we weten van elkaar waar we het over hebben en wat belangrijk is.”

Data

Sanneke Langendoen is innovatiemanager bij zorginstelling Pluryn. Volgens haar moet techniek wel een middel zijn en geen doel op zichzelf. “Wat is je core business, hoe kunnen we die op een slimme manier opzetten en welke technologie past daarbij? In de zorg hebben we veel te maken met bezuinigingen. Je kunt wel volgens de kaasschaafmethode gaan bezuinigen, maar daar los je het kernprobleem niet mee op. Je moet vanuit die cliënt blijven kijken. Wat heeft die nodig? Daar omheen ga je innovaties organiseren. Daar heb je zeker bouwstenen uit de Smart Industry voor nodig. Denk aan zorg op afstand met behulp van camera- en sensortoezicht.” Sanneke Langendoen ziet dat er veel technologische vernieuwing op de zorgsector af komt. Dat brengt het gevaar met zich mee dat medewerkers zich er tegen afzetten. Ze moeten leren om met data te werken als onderdeel van de zorgverlening. Sanneke Langendoen: “Dat vraagt ook dat je op de hoogte bent van de techniek. Scholen bereiden hun leerlingen daar onvoldoende op voor. We hebben te maken met een heel groot gat. Nieuwe medewerkers moeten we opleiden om hierin mee te gaan. Dat geeft vertraging en uitdaging.”Deny Smeets voelt zich aangesproken. Hij is programmamanager Smart Industry van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen. Hij wijst erop dat de HAN nauw samenwerkt met de gezondheidzorg. Lectoraten en onderzoeksgroepen doen projecten bij bedrijven en instellingen. Dat geldt voor de bovenbouw maar ook al voor de tweedejaars. Deny Smeets: “Studenten zijn vernieuwers als ze de ruimte krijgen om hun gedachten vorm te geven. Kijk, het fundament van Smart Industry is digitalisering en automatisering. Die onderdelen nemen we in het curriculum van vier jaar op. Daarmee gaan de studenten projecten doen aan de hand van opdrachten uit het bedrijfsleven. Die bedrijven mogen permanente vernieuwers zijn of bedrijven die voor het eerst vernieuwing zoeken. Zeker voor afstudeerprojecten laten bedrijven of zorginstellingen onderzoek doen naar nieuwe ontwikkelingen.”

Veranderingsbereidheid

Rikus Wolbers is directeur van Novio Tech Campus. Dat bedrijventerrein leeft van de samenwerking en veranderingsbereidheid. Naast vakkennis pleit Rikus Wolbers dan ook voor veranderingsbereidheid als aangeleerde vaardigheid. Dat kan wat hem betreft niet vroeg genoeg beginnen.

Patrick Kilkens is het daar roerend mee eens, maar komt met een aanvulling: “Eigenlijk is het heel simpel, je moet niet ineens zeggen: nu gaan we volgens Smart Industry werken, het planbord gaat weg, alles wordt digitaal, jullie krijgen allemaal iPads. Je moet met kleine stapjes vertrouwen winnen. Je laat een toepassing zien waardoor het werk makkelijker wordt. Dan gaan mensen meelopen. We hadden een medewerker die aanvankelijk niks wilde veranderen en nu is hij een van de voorvechters voor verbeteringen.” Simon de Luij: “En een van de dingen die er ook bij hoort is dat je mensen de veiligheid biedt om fouten te maken. Dat ze daar niet op worden afgerekend. Dan ontstaat er een sfeer en cultuur waarin mensen willen gaan veranderen.”Deny Smeets ziet Smart Industry ook als een proces van permanente verandering. Elke organisatie zal volgens hem veranderingsbereidheid moeten creëren in de eigen organisatie. Hij stelt: “Ik zie dat bedrijven die regie voeren rond veranderen en inzetten op ‘een leven lang leren’, aantrekkelijk zijn voor jongeren. Als je dus veranderingsbereidheid stimuleert, kan je gemakkelijker de juiste mensen werven. De HAN probeert dat te faciliteren door daar samen met bedrijven op in te zetten.” Voor Sanneke Langendoen telt dat je als bedrijf of instelling niet in de waan van de dag terecht moet komen: “In de zorg is het zo georganiseerd dat mensen tot een maximum vol gepland zitten. Dat levert een twistpunt op rond de vraag waar medewerkers de ruimte vandaan moeten halen om te kunnen reflecteren op hun werk.” Innoveren moet volgens haar ‘gewoon leuk zijn’, studenten of medewerkers moeten er energie van krijgen. Het remt als ze het gevoel hebben dat er geen tijd voor is. Joost Bouman: “Het gaat tegenwoordig bij innovatie minder om geld dan om het vinden van de juiste mensen. We hebben in de regio geen grote industrie zoals Philips, ASML of DAF. Maar we hebben wel een enorme berg aan mkb-ers. Daar maak je meer kans op innovatie mee dan bij grote ondernemingen. Ze zijn flexibel. Innovaties doen ze nu. Als ’t niet werkt stoppen ze over een half jaar. Dat is wel de kracht van het mkb. Ik krijg vaak de vraag: hoe gaat het in de industrie. Dan zeg ik heel goed en heel slecht. Degenen die het goed doen weten waar ze heen willen en innoveren ook die kant op. Ze hebben focus en de juiste bedrijfscultuur. Ze weten wie wel en niet past in de filosofie van het bedrijf. Ondernemers van de toekomst lopen bij het onderwijs binnen, gaan mee met een studiereis.”

Openheid

Rikus Wolbers signaleert nog wel een ander probleem. Dat betreft het verspreiden van kennis tussen bedrijven. Het is volgens hem onvermijdelijk dat een aantal bedrijven en instellingen achter raakt op de razendsnelle ontwikkelingen. Hij heeft een antwoord: “Maak een kerngroep. Ga bij elkaar langs. Projecteer de ervaring van het ene bedrijf op het andere om op die manier inspiratie en visie ontwikkeling te stimuleren. Natuurlijk beconcurreren we elkaar, maar ik denk dat we ook vaak complementair zijn en elkaar kunnen helpen. Ik denk dat je dat moet blijven zien.” Joost Bouman: “De provincie en bedrijven hebben Boost bedacht. Dat is de actie agenda Smart Industry Oost-Nederland. Eén van de ideeën is om zo veel mogelijk initiatieven die nu nog versnipperd zijn, bij elkaar te brengen. Als je van elkaar weet waar je mee bezig bent, lukt het om synergie te bereiken.” Simon de Luij: “Daar begint het wel mee. De Industriële Kring Nijmegen legt bedrijfsbezoeken af. Ze laten elkaar zien waar ze tegenaan zijn gelopen en hoe ze verbeteringen hebben aangebracht. Daardoor krijg je ontzettend leuke bijeenkomsten. Vaak gaat het om hele simpele verbeteringen die goed werken in de praktijk. Dat geeft inspiratie om ermee verder te gaan.” Harry van Dam vertelt dat BAM bestaat uit een aantal kleinere bedrijven. Intern is gekeken welke bedrijven bij elkaar passen met als doel elkaar verder te brengen. Per deelgebied zijn verantwoordelijken aangesteld. Hij ziet dat jongeren die van school komen gewend zijn om kennis te delen. Harry van Dam: “We hebben nu de beste mensen uit de regio op een plek georganiseerd. Van daar uit gaan we de innovaties opbouwen. Je hebt altijd een paar voorlopers. Dan komt het peloton. Daartussen moet je de verbinding zien te maken.”

Cybersecurity

Smart Industry is gebaat bij vrije uitwisseling van data en het maximaliseren van verbinding via het Internet of things. Daarnaast bestaat er wet- en regelgeving rondom privacy en security. Paul van Geelen is directeur van Isatis Cybersecurity en heeft er ervaring mee. Isatis verzorgt namelijk enorm grote dataplatforms voor de onder andere zorg. Zo beheert Isatis een platform voor zo’n 900 Nederlandse apothekers met gegevens van zo’n twaalf miljoen patiënten, maar ook Apps voor medicijnuitgifte en facturering. En het platform omvat een Big Data omgeving waarmee het bedrijf bijvoorbeeld interessante voorspellende analyses kan doen. Paul van Geelen: ”Per dag wordt tussen de 15.000 en 20.000 keer geprobeerd het systeem binnen te komen. Zestig procent van de aanvallen komt uit China. Dus als je het hebt over innoveren en vertrouwen, dan is China een lastige partner.” Gedwongen door de realiteit groeide de cybersecurity afdeling van Isatis mee met de ontwikkeling van het platform. Paul van Geelen vertelt verder: “Tien jaar geleden was het voor cybercriminelen heel spannend om data te bemachtigen van de creditcard. Daar kon je geld mee stelen. Tegenwoordig zijn de banken zo goed beveiligd dat internetcriminelen nu achter patiëntgegevens aan zitten. Partijen kunnen bieden op de illegale markt om gegevens uit die elektronische patiëntendossiers te bemachtigen. Vijf jaar geleden zijn we dus begonnen om ons platform op een innovatieve manier te beveiligen. Bovendien moesten we aan wetgeving voldoen. En er komt nog een nieuwe wetgeving aan; de Algemene Verordening Persoonsgegevens (AVG). Je moet aantoonbaar voor de wetgever over een cyclus beschikken van voortdurende privacy en gegevensbescherming. Die kennis en ervaring willen we graag koppelen aan andere bedrijven. ICT en security worden vaak gezien als kostenpost, maar je kan er ook kansen mee creëren. Het is een winstpunt voor je bedrijf, als je aantoont dat je gegevens er veilig zijn. Dit soort kennis is weinig beschikbaar in de markt en ik zie het als onze sociale verantwoordelijkheid om die te delen met onze klanten.” «

Tekst: Paul de Jager / Fotografie: Jacques Kok

 

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.