De kentering komt, maar nog lange weg te gaan …

7 november 2016 10:45

De kentering komt, maar nog lange weg te gaan …

De duurzaamheidstransitie is nog maar net begonnen. Velen denken dat we nu al ruim één derde van onze energie uit duurzame bronnen opwekken, maar in werkelijkheid is dit (in 2014 een schamele 5,6 procent) nog maar mondjesmaat. We houden een tafelgesprek over duurzaamheid. Waar bevinden we ons nu? Wat staat ons de komende jaren te wachten? En hoe zorgen bedrijven ervoor dat ze ook echt mee gaan doen aan duurzame ontwikkelingen?

Want voor iedereen is duidelijk: een duurzame toekomst is een onomkeerbaar proces. Kijk naar aanbestedingen, wetten en regels, maar ook omdat de maatschappij het eist. Dat de zorg voor mens, milieu en de samenleving voorop staat, is vanzelfsprekend, volgens de gespreksdeelnemers.

Een vergaderkamer met veel lichtinval. Vanaf de eerste verdieping is beneden de vijver zichtbaar. We zijn met een gevarieerd gezelschap te gast bij bouwbedrijf Noordersluis op het gelijknamige bedrijventerrein in Lelystad. De Nederlandse samenleving staat voor de immense taak dat in 2050 de CO₂-uitstoot met 80 tot 95 procent omlaag gebracht moet zijn. Dat heeft zonder meer gevolgen voor alle bedrijfstakken: van bouwbedrijven tot verhuurders van machines en van technische installatiebureaus tot industrie, personeelsdiensten en datacentra. Maar het gaat ook om de manier waarop ondernemers samenwerken en hoe werknemers in bedrijven en organisaties actief zijn.

“Duurzaam installeren. Het is een trendwoord, maar ons werk is ermee doorspekt”, zegt Remko Bosma, eigenaar van Wouda Installatietechniek uit Dronten. “Er zijn veel nieuwe technieken die energiebesparingen opleveren, maar we kijken nadrukkelijk ook naar onze bedrijfsprocessen. We zijn inmiddels ISO-14001 gecertificeerd.”

Zijn de eisen wel proportioneel?

“We helpen bedrijven bij aanbestedingstrajecten”, zegt Roelf Houwing van Smart Tenders. “Je ziet dat er heel vaak heel veel eisen gesteld worden met betrekking tot duurzaamheid, compleet met certificeringen en dat soort zaken. Veel mkb-bedrijven beschikken nog niet over allerlei certificeringen, maar je kunt dan beschrijven wat ze er wel aan doen. We kijken ook altijd of de eisen die gesteld worden wel proportioneel zijn in relatie tot de eisen van de opdracht.”

“Duurzaamheid is geen technologie, maar een proces”, zegt Carel van Lange van EMSS. “Het is voor bedrijven vaak belangrijk om een stip op de horizon te plaatsen, waarbij ze aangeven waar ze naartoe willen. Wij kunnen hen helpen om op een structurele manier invulling te geven aan dat proces.”

Stap te ver

“Bij ons is duurzaamheid de laatste vier, vijf jaar enorm in opkomst. Dan gaat het om de auto’s waar we mee rijden, de lampen in de gebouwen, maar ook de aggregaten”, zegt Jos Jellesma van Sijperda Verhuur. “Alles wat je op gebied van duurzaamheid aanbiedt, kost echter extra geld. Bijvoorbeeld een elektrisch aggregaat ten opzichte van een dieselaggregaat. Kostprijstechnisch is duurzaam werken bijna twee keer zo duur, maar we kunnen het nog lang niet altijd doorberekenen aan de klant. Het is voor veel reguliere bouwklanten nog een stap te ver.” “Het is ook vaak zo dat de technologie wel voorhanden is, maar dat de mensen nog niet zover zijn”, zegt Lammert Boeve van Bouwbedrijf Noordersluis. “Ik rij nu zelf een auto die niet duurzaam is en ik heb argumenten om niet elektrisch te rijden. Maar ik ga het wel doen. Het begint met mensen … goed voorbeeld doet goed volgen!”

Duurzame relaties

“Particulieren vragen bijna nooit om bouwkundige duurzaamheidsmaatregelen”, zegt Alinda Boeve. “Het is vooral de overheid die ons op dat gebied allerlei eisen oplegt. De bouw gaat beter, we krijgen steeds meer projecten binnen een bouwteam, en hoewel je duurzame oplossingen aandraagt, geldt nog steeds vooral de prijs-kwaliteitverhouding.” Alinda Boeve zegt dat duurzaamheid wat haar betreft vooral zit in het aangaan van duurzame relaties. “Samen een project aangaan en kijken wat de meest efficiënte manier van werken is. In eerste instantie zit je vaak op prijs, maar als je vaker samenwerkt gaat het er ook om dat je je met elkaar afvraagt wat willen we met elkaar verdienen. Dat werkt veel beter.” Remko Bosma: “Als je kunt aantonen dat een beetje extra meer investeren voordelig uitwerkt op de jaarlijkse exploitatiekosten, merk je toch dat de opdrachtgever daar gevoelig voor is. Maar je moet het wel heel duidelijk maken.”

Inspanning en aandacht

Carel van Lange van EMSS: “Veel duurzame systemen zijn enorm gevoelig en vragen er eigenlijk om dat je het hele gebouw als een installatie bekijkt. Dat gebeurt nog te weinig. Feit is dat de bouwprocessen complexer worden en er steeds meer kans is dat er foutjes gemaakt worden. Om het goed te doen vraagt veel inspanning en aandacht. Je zult ook na het aanleggen van installaties moeten monitoren om te kijken of het werkt, zoals het hoort te werken.”

“Je kunt op een feestje op je mobiel laten zien hoeveel rendement je zonnepanelen opleveren”, vertelt Remko Bosma. “Dat leeft dus echt. Andere duurzaamheidsoplossingen zijn vaak minder sexy, maar je probeert er wel aandacht voor te krijgen, omdat je het benoemt. Wij hebben handel en de klant bespaart energie.”

Dat duurzaamheid niet alleen een zaak is van idealisme, is voor de gespreksdeelnemers wel duidelijk. Het gaat hand in hand met geld verdienen. Dan worden er echte stappen gemaakt, zo luidt de conclusie. “Bedrijven kunnen vaak enorm veel energie besparen door nieuwe systemen aan te leggen”, vertelt Carel van Lange. ”Het gaat dan soms om bedragen van 30.000 euro op jaarbasis, waarbij je ook nog eens een aantal CO₂ -certificaten krijgt voor je duurzame pand. Kijk dan heb je wel een echte business case. Maar ze komen pas bij je voor advies als die ketel begint te sputteren.”

Boete in Engeland

“Maar zonder wetgeving en subsidies zou dit allemaal nooit tot stand zijn gekomen”, vult Jos Jellesma aan. “Het gaat ook om de wereldwijde gedachte achter de circulaire economie. Dat is in mijn ogen belangrijker dan alleen dat stukje waar de consument naar kijkt. Het is de kunst om dat tussen de oren te krijgen. Kijk naar de zonnepanelen. Met behulp van subsidies heeft dat een grote vlucht genomen en is inmiddels de prijs van de panelen gedaald tot de helft.” Volgens Remko Bosma is het niet altijd nodig om steeds naar subsidies te kijken, maar zijn mensen ook te overtuigen door te wijzen op de voordelen die duurzame oplossingen met zich mee brengen.” Marc Rijke richt de blik op Engeland: “Bedrijven die niet kunnen aantonen dat ze duurzaam bezig zijn, krijgen een boete. Daar is iedereen dus wel duurzaam bezig. In Nederland zou je de prijs van elektriciteit hoger moeten maken”, zegt hij lachend. “Hogere prijzen is de enige manier om mensen te overtuigen om in actie te moeten komen. Dat is weliswaar in tegenstelling tot onze dienstverlening, namelijk besparen. Daar zou meer op gestuurd moeten worden. De energieprijzen zijn omlaag gegaan en daardoor zijn de terugverdientijden van duurzame installaties veel langer geworden.”

Afstand tot de arbeidsmarkt

Duurzaamheid is ook dat bedrijven en organisaties oog hebben voor hun medewerkers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Er zijn heel veel functies die door deze mensen kunnen worden uitgeoefend”, zegt Brigitte Ender van BDE Personeelsdiensten, die wijst op de Participatiewet. “Je kunt voor bepaalde werkzaamheden groepen mensen uit Polen halen, terwijl dat ook met eigen mensen kan die in de bijstand zitten. Maar daar is vaak wat meer tijd voor nodig. Wij zien in de praktijk dat dat prima kan. Je moet er wel aan denken en er zijn vaak subsidies voor.” Opgemerkt wordt dat bij lang niet alle bedrijven mensen zomaar ingezet kunnen worden en dat ook het uitvoeren van taken als schoonmaakwerkzaamheden gevolgen kunnen hebben voor de bestaande medewerkers. “Je kunt heel veel functies ontleden (job carving), waardoor werkzaamheden ontstaan die wel door deze mensen kunnen worden gedaan”, vervolgt Brigitte Ender. “Uiteindelijk worden er sancties opgelegd en zullen bedrijven er aan moeten voldoen. Er is wel omslag in denken nodig.” Er volgt discussie over de rol van de overheid, subsidies, begeleiding en marktwerking … “Mensen moeten wel productie leveren”, zegt Jos Jellesma. “Het feit is wel dat we ervoor moeten zorgen deze doelgroep aan het werk krijgen. Dat is wat de overheid van ons verwacht”, aldus Brigitte Ender.

De rol van bedrijven in de duurzaamheids- keten. Hoe belangrijk is deze? Jos Jellesma: “Ik vind dat wij in die keten een superrol vervullen. Want iedereen die bij ons huurt, hoeft de machines niet zelf aan te schaffen. Dat scheelt in de wereldwijde productie van machines enorm natuurlijk. De bezetting die wij op onze machines halen, moet zo hoog mogelijk zijn.” “Ons belang is dat we een zo goed mogelijk onafhankelijk advies geven aan onze opdrachtgevers”, zegt Carel van Lange. “Dan krijg je totaal andere uitkomsten dan een bedrijf die offertes gaat opvragen bij leveranciers. Bovendien moeten wij betaald worden voor dat advies. Daarvoor is vertrouwen nodig. Het voordeel is dat als je eenmaal dat vertrouwen hebt, bedrijven ook altijd met je samen willen werken.” Lammert Boeve: “Je gaat toch uit van de kennis van de andere partijen bij de projecten waar je aan werkt.” In de bouw worden goede resultaten gehaald bij het werken met bouwteams, omdat dan meer gewerkt wordt op basis van vertrouwen en het minder gaat om de laagste prijs.

Extra punten

Circulaire economie? “In de aanbestedingen zie ik het nog weinig terug”, zegt Roelf Houwing. “Het zal van de bedrijven zelf moeten komen. Je merkt wel dat men er steeds meer voor open staat en je krijgt er vaak wel extra punten voor. Maar dat hangt ook af van de betreffende prijs-kwaliteitverhouding die in die aanbesteding wordt gevraagd.” Jos Jellesma: “Bij sommige zaken gaat het best ver. Bijvoorbeeld het scheiden van afval. Kijk naar het slibafval. Je moet met een certificaat kunnen aantonen of je het wel goed hebt afgevoerd.” “We hebben een halve milieustraat staan”, zegt Remko Bosma. ”Alles wordt apart ingezameld.”

Verbruik zo min mogelijk, dat blijft de beste besparing, is het devies van Carel van Lange en Mark Rijke. “Veel bedrijven hebben dag en nacht apparaten aanstaan, terwijl je juist op die momenten dat er niemand is flink kunt besparen. Temperatuur, ventilatie, noem maar op. Dat voegt in de nachtelijke uren niets toe, terwijl je misschien voor tienduizend euro extra uitgeeft. Dat geld moet je eerst nog maar eens zien terug te verdienen.” Maar de dagelijkse praktijk is weerbarstig, merkt ook Lammert Boeve: “’s Nachts of in het weekeinde hoeft die bouwkeet niet warm te zijn, maar toch wil die uitvoerder de volgende ochtend een warme keet binnenstappen. We hebben al van alles geprobeerd om het te veranderen, maar het lukt niet. Er is nog wel een weg te gaan om mensen te overtuigen …”

Tekst: Willem Bakering / Fotografie: Luuk Gosewehr

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.