Eindejaarstips van JAN©

30 november 2017 13:28

Eindejaarstips van JAN©

Voor je het weet staan de champagne en oliebollen weer op tafel en toosten we op al het moois wat 2018 gaat brengen. Maar voordat het zover is geeft JAN© je graag nog 16 handige fiscale eindejaarstips.

Wie weet kun je het jaar afsluiten met een mooi (belasting)voordeel op zak.

1. Vraag tijdig WBSO 2018 aan

Als je tijdig een WBSO-tegemoetkoming aanvraagt, kun je de (loon)kosten van je R&D-project verlagen. Als een bedrijf in januari 2018 meteen gebruik wil maken van de WBSO-tegemoetkoming, moet het de aanvraag uiterlijk 30 november 2017 indienen. Ben je een zelfstandige (niet in loondienst) die zelf R&D-werkzaamheden verricht, dan heb je nog de tijd tot en met 1 januari 2018. Normaal gesproken mogen bedrijven hoogstens drie keer per jaar een aanvraag indienen, maar voor zelfstandigen die zelf R&D-werkzaamheden verrichten geldt geen maximum.

2. Voorkom verliesverdamping bij jouw B.V.

In de vennootschapsbelasting zijn geleden verliezen beperkt aftrekbaar. Een verlies van 2017 is verrekenbaar met winst van 2016 of met de winsten van de jaren 2018 tot en met 2026. Heb je nog verrekenbare verliezen in de B.V. van 2008? Voorkom dan dat deze verliezen verdampen. Laat bijvoorbeeld voorzieningen vrijvallen, zoals de herinvesteringsreserve of verkoop bedrijfsmiddelen die een hogere waarde hebben dan waarvoor ze in de boeken staan aan een gelieerde vennootschap.


Let op!

Het nieuwe kabinet wil in de toekomst de voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting beperken van negen tot zes jaar. B.V.’s krijgen dus minder tijd om hun verliezen te verrekenen!


3. Keer terug naar IB-onderneming

Soms is het drijven van een onderneming via een B.V. niet langer voordelig genoeg. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het behalen van beperkte winsten. Je kunt dan overwegen om de onderneming van de B.V. te laten overgaan naar een IB-onderneming (bijv. eenmanszaak). Als IB-ondernemer heb je ondernemersfaciliteiten die de B.V. niet kent en hoef je geen hoog belast salaris op te nemen. Fiscaal gezien kan het daarom een goede optie zijn om als IB-ondernemer verder te gaan. Echter, er zijn meer criteria waar rekening mee moet worden gehouden, denk hierbij bijvoorbeeld aan de aansprakelijkheid. JAN© denkt graag met je mee om samen de meest voordelige en optimale rechtsvorm in kaart te brengen.

4. Wel of geen fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting?

Heb je meerdere B.V.’s die voor de heffing van vennootschapsbelasting zijn opgenomen in een fiscale eenheid, dan doe je er goed aan te onderzoeken of dit ook in de toekomst ook wenselijk is.

De vennootschapsbelasting kent twee tariefschijven. De winst tot € 200.000 wordt tegen 20% belast. Over het meerdere wordt 25% vennootschapsbelasting geheven. Het kan zijn dat de winst van de fiscale eenheid groter is dan € 200.000, terwijl de individuele winsten van de B.V.’s kleiner is dan € 200.000.

Zijn de B.V.’s opgenomen in de fiscale eenheid, dan betekent dit dat een deel van de winst van de B.V.’s wordt belast tegen het hoogste belastingtarief.

Wordt de fiscale eenheid verbroken en zijn de B.V. individueel belastingplichtig, dan valt de totale winst onder het laagste tarief. Dat kan je per jaar tot € 10.000 aan belasting besparen.

Het verbreken van de fiscale eenheid kan ook mogelijke sancties met zich meebrengen, overleg vooraf met je adviseur of daarvan sprake is.


Let op!

Het verbreken van de fiscale eenheid kan niet met terugwerkende kracht. Als je de fiscale eenheid per 1 januari 2018 wilt verbreken, dan moet je verzoek tot verbreking van de fiscale eenheid op 31 december 2017 zijn ontvangen door de belastingdienst.


5. Koop nog in 2017 pensioen in eigen beheer af

Als je als dga in 2017 nog pensioen in eigen beheer (PEB) afkoopt, mag je op de belaste afkoopwaarde een vermindering toepassen van 34,5% van de balanswaarde van de corresponderende verplichting bij de pensioen-B.V. Daarbij geldt dat de fiscale balanswaarde hoogstens gelijk is aan de waarde van de verplichting aan het einde van het boekjaar dat in 2015 eindigde. In de jaren 2018 en 2019 daalt het percentage van de vermindering. Voor 2018 zal de vermindering 25% bedragen en in 2019 19,5%.

In 2017 afkopen is dus voordeliger. Afkoop van het PEB is alleen mogelijk als je partner daartoe toestemming geeft. Bespreek daarom jouw voornemen om af te kopen met je partner.

6. Pas in 2017 de pensioenregeling aan

De pensioenrichtleeftijd wordt per 1 januari 2018 verhoogd van 67 naar 68 jaar. Dit brengt met zich mee dat je jouw pensioenregeling nog in 2017 moet aanpassen. Doe je dit niet, dan kan dit ertoe leiden dat de gehele pensioenaanspraak direct tot het belastbare loon wordt gerekend. En bovenop de loonheffing die dan moet worden afgedragen, komt ook nog een revisierente van 20%. Dit betekent een totale heffing van maximaal 72%. Ga daarom op korte termijn na welke aanpassingen in jouw pensioenregeling nodig zijn om aan alle regels te blijven voldoen én voer de noodzakelijke wijzigingen zo snel mogelijk door.  Wanneer een werknemer niet instemt met de wijziging, loop je als werkgever een aanzienlijk financieel risico bij het overlijden of uitdiensttreding van die werknemer

7. Vraag btw over 2017 terug

Betaalt een afnemer jouw factuur niet? Vanaf 1 januari 2017 krijg je als schuldeiser uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van een vordering recht op teruggaaf van btw. Het bedrag van de teruggaaf mag je in mindering brengen op de periodieke btw-aangifte. Je hoeft geen afzonderlijk verzoek meer in te dienen bij de Belastingdienst. Is voor 31 december 2017 al duidelijk dat de factuur door jouw afnemer niet zal worden betaald? Dan moet je om teruggaaf btw verzoeken over het tijdvak waarin duidelijk wordt dat de afnemer niet zal betalen. Als de oninbare vordering op een later tijdstip alsnog wordt betaald, moet je de eerder op de aangifte in mindering gebrachte btw opnieuw op aangifte voldoen. Let op! Heb je in 2016 facturen uitgereikt die voor 1 januari 2017 betaald zouden moeten zijn, maar nog steeds niet betaald zijn? Je kunt dan vanaf 1 januari 2018 verzoeken om teruggave van btw. Als echter op enig moment in 2017 al vast komt te staan dat sprake is van een oninbare vordering, moet je de teruggave over het tijdvak in 2017 terugvragen waarin de vordering definitief oninbaar is gebleken.

 8. Schuldenaar: betaal btw tijdig terug

Heb je facturen ontvangen waarvan de betalingstermijn inmiddels is verstreken en heb je deze facturen nog niet betaald? Dan moet je de btw die je destijds in aftrek heeft gebracht aan de Belastingdienst terugbetalen. Dit moet uiterlijk binnen één jaar (‘1-jaarstermijn’) na het opeisbaar worden van de schuld.

Ga bij elke btw-aangifte in 2017 na of er schulden zijn waarvan de 1-jaarstermijn binnenkort voorbij is. En is de verwachting dat je deze schulden niet binnen de 1-jaarstermijn betaalt, corrigeer dan in 2017 nog de eerder in aftrek gebrachte btw.

9. Geef jouw werknemers nog in 2017 een bonus

Als je aan het einde van 2017 nog vrije ruimte over hebt én je overweegt om één of meer werknemers een bonus te geven, dan kun je deze bonus in de vrije ruimte laten vallen, mits je deze nog in 2017 uitbetaalt. Hierbij geldt wel dat de bonus aan het gebruikelijkheidscriterium moet voldoen. Dit betekent dat de bonus niet meer dan 30% mag afwijken van wat voor vergelijkbare werknemers in dezelfde sector gebruikelijk is. Vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar beschouwt de Belastingdienst in ieder geval als gebruikelijk.  Ben je dga en heb je deze € 2.400 nog niet gevuld? Dan mag je jezelf ook een bonus toekennen om dit bedrag vol te  maken. Wil je een nog hogere bonus toepassen, dan moet je bewijzen dat een dergelijke bonus in jouw sector gebruikelijk is.

10. Ga nu na of je in aanmerking komt voor loonkostenvoordelen

In 2018 worden de huidige premiekortingen vervangen door de loonkostenvoordelen. Dit zijn er in totaal vier, namelijk voor oudere werknemers, arbeidsgehandicapte werknemers, de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden, en het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer. Voor alle loonkostenvoordelen gelden specifieke voorwaarden. Ga daarom na of je voor jouw werknemer(s) in aanmerking komt voor een loonkostenvoordeel en wat je eventueel nog moet doen om aan de voorwaarden te voldoen. Doe dit snel, want al bij de loonaangifte over het eerste loontijdvak van 2018 moet je voor een specifieke werknemer aangeven of je een loonkostenvoordeel wilt aanvragen. Wel geldt een overgangsregeling voor werknemers voor wie je op dit moment de premiekorting oudere werknemer of de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer toepast.

Je hebt in elk geval een zogeheten doelgroepverklaring nodig voor iedere werknemer voor wie je een loonkostenvoordeel wilt aanvragen, met uitzondering voor werknemers die onder de overgangsregeling vallen. Heb je deze nog niet laat de betreffende werknemers deze dan zo snel mogelijk aanvragen door te bellen met UWV Telefoon Werknemers, 0900-9294. Dit kun je niet voor de werknemers doen.

De loonkostenvoordelen worden per verloond uur berekend, door het totale aantal verloonde uren pas na afloop van een jaar bekend is, worden de loonkostenvoordelen over 2018 pas in 2019 uitbetaald (uiterlijk op 12 september 2019). Aangezien de oude premiekortingen wél direct in de loonaangifte werden verrekend, betekent het vervangen van de premiekortingen door de loonkostenvoordelen voor jou dus een liquiditeitsnadeel. Houd hier rekening mee!

11. Check administratie van uitzendkrachten

Als je gebruikmaakt van uitzendkrachten en andere medewerkers die niet bij jouw onderneming in dienst zijn (zoals gedetacheerden), controleer dan voor het einde van 2017 of jouw administratie met betrekking tot deze medewerkers op orde is. Zo moet je van al deze medewerkers de identiteit hebben gecontroleerd. Ook moet je bijhouden hoeveel loon en vakantiebijslag zij hebben ontvangen én hoeveel uren zij hebben gewerkt. Voldoe je niet aan al deze verplichtingen, dan kan de Inspectie SZW je bij een eventuele controle een boete opleggen van maximaal € 12.000. Je mag op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens van uitzendkrachten geen kopie van het identiteitsbewijs vragen.

Noteer daarom bij de controle het soort identiteitsbewijs, nummer en geldigheidsduur.

12. Schenk nog vóór 1 januari 2018

Doe nog vóór 1 januari 2018 een schenking aan jouw (klein)kinderen, dan kunnen zij gebruikmaken van de jaarlijkse vrijstelling van € 5.320 (kinderen) of € 2.129 (algemene vrijstelling). Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar geldt daarnaast een eenmalige vrijstelling voor schenkingen van € 25.526.

Is het een schenking aan kinderen voor een studie, dan is de eenmalige vrijstelling € 53.176 en voor de eigen woning is de eenmalige vrijstelling zelfs € 100.000. Als je de eenmalige vrijstelling wilt benutten dan maakt het op zich geen verschil of de schenking in 2017 of in 2018 wordt gedaan. De vrijstelling van € 100.000 geldt voor iedereen die tussen de 18 en 40 jaar is. Je hoeft niet het gehele bedrag in een jaar te schenken, je hebt de mogelijkheid een deel te schenken in bijvoorbeeld 2017 en in 2018 het onbenutte deel te schenken. De verhoogde vrijstelling wordt beïnvloed als er in een voorgaand jaar al een eenmalig verhoogde schenking is toegepast. Heeft degene aan wie je wilt schenken de leeftijd van 40 jaar al bereikt, maar is diens partner wel jonger, dan kan de eenmalige vrijstelling toch worden toegepast.

13. Vergeet periodieke verrekening 2017 niet

Als je op basis van huwelijkse voorwaarden bent getrouwd en in deze voorwaarden een periodiek verrekenbeding is opgenomen, moet je niet vergeten om deze afrekening ook over 2017 op te stellen. Verreken je niet, dan loopt je het risico dat er bij het einde van het huwelijk (door scheiding of overlijden) wordt afgerekend alsof er gemeenschap van goederen was. Een periodiek verrekenbeding dat jarenlang niet is uitgevoerd, kan worden ‘gerepareerd’ door de te verrekenen bedragen alsnog te berekenen en de uitkomst vast te leggen in een vaststellingsovereenkomst. Vervolgens moet het beding wel jaarlijks worden uitgevoerd of je moet de huwelijkse voorwaarden op dit punt laten aanpassen.

14. Vermijd hoge heffing op spaargeld per 1 januari 2018

Nu de rente op spaargeld extreem laag is, leidt de box 3-heffing over spaargeld tot een hoge belastingdruk. Je kunt dit in 2018 vermijden door vóór de peildatum van 1 januari 2018 jouw spaargeld te gebruiken voor bijvoorbeeld één van de volgende alternatieven: je spaargeld inbrengen in een (nieuwe) B.V of je spaargeld lenen aan je B.V. Let op! Aan de genoemde voordelen kunnen wel nadelen en risico’s verbonden zijn. Zo zijn aan de oprichting van een B.V. kosten verbonden. Ga na wat voor jou de beste optie is en of deze per saldo voordeliger is dan jouw spaargeld in box 3 te laten staan.

15. Plan verbouwing monumentenpand

De afschaffing van de aftrek van de kosten voor het onderhoud van monumentenpanden is uitgesteld tot 1 januari 2019. De onderhoudskosten voor monumentenpanden zijn dus in 2018 nog fiscaal aftrekbaar. De zaken gaan goed in de bouwsector waardoor planningen vol lopen. Plan dus nu alvast het onderhoud, want als het onderhoud uitloopt en kosten pas in 2019 betaald worden, kost dit je een aftrekpost.

16. Gratis dividenduitkering!

Ben jij DGA en heb je een partner die niet werkt? Keer dan € 10.000 dividend uit en reken dit aan je partner toe. Zo benut je de heffingskortingen en betaal je per saldo géén belasting over deze dividenduitkering. Laat je goed informeren of de dividenduitkering wettelijk is toegestaan.

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.