Dit wilt u weten over de nieuwe btw-regels voor grensoverschrijdende leveringen

19 april 2021 10:08

Dit wilt u weten over de nieuwe btw-regels voor grensoverschrijdende leveringen

Heeft u een webshop of platform en verkoopt u goederen aan consumenten in andere EU-lidstaten? Dan zult u per 1 juli aanstaande de nieuwe B2C btw-wetgeving moeten toepassen. Als Nederlandse ondernemer moet u vanaf 1 juli de btw aangeven in het EU-land waar de goederen worden ontvangen door de consument.

De leverancier is btw verschuldigd aan de lidstaat van aankomst van de goederen en dient zich in beginsel dan ook in die lidstaat te registeren en aangifte te doen. U kunt ervoor kiezen om de registratie achterwege te laten en te opteren voor een EU-aangifte in de eigen lidstaat: het One Stop Shop-systeem (OSS). Naar verwachting zal veel gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid, dus wees er snel bij om vertraging te voorkomen.

Huidige regeling

De huidige regeling EU-afstandsverkopen houdt in dat btw verschuldigd is in de lidstaat waarvandaan de goederen worden verzonden als de omzet in een jaar voor die lidstaat beneden een omzetdrempel blijft. Wordt deze drempel overschreden, of kiest de leverancier vrijwillig voor belastingheffing in de lidstaat van aankomst van de goederen (consument), dan is btw in de lidstaat van de consument verschuldigd en moet de leverancier zich aldaar registeren en aangifte doen. Deze EU-afstandsverkopenregeling komt nu te vervallen. Ook de btw-vrijstellingsregeling bij de invoer van goederen van geringe waarde afkomstig van landen buiten de EU (non-EU-afstandsverkopen) wordt geschrapt.

Einde btw-vrijstelling invoer van buiten EU

Het e-commerce pakket is gericht op het vereenvoudigen, moderniseren en fraudebestendiger maken van het btw-stelsel. Naast het vervallen van de EU-afstandsverkopen regeling, worden er twee nieuwe regelingen geïntroduceerd. Een van deze nieuwe regelingen is een fictie op basis waarvan elektronische interfaces (de webshop of het platform) als belastingplichtige worden aangewezen voor de levering van goederen met een intrinsieke waarde van niet meer dan € 150 die door hun platform tot stand komen. Als tweede regeling wordt er ook voor bepaalde post- en koeriersdiensten een fictie geïntroduceerd.

De regeling maakt een einde aan de groeiende stroom van producten afkomstig van buiten de EU die, zonder btw af te dragen, bij de consument worden bezorgd. De btw-vrijstelling voor de invoer van kleine zendingen tot een waarde van € 22 komt namelijk te vervallen. Het daarmee gemoeide misbruik komt naar verwachting tot een einde. Voor de invoer van goederen is dus in beginsel altijd sprake van verschuldigdheid van btw.

OSS-systeem voor vereenvoudigde inning

Om ondernemers tegemoet te komen in hun grensoverschrijdende verplichtingen kan er gebruik gemaakt worden van het One Stop Shop-systeem. Het OSS-systeem houdt in dat de ondernemer in zijn eigen lidstaat aangifte kan doen voor de in andere EU-lidstaten verschuldigde btw. Voor non-EU-ondernemers is dit de lidstaat waar zij zich hebben laten identificeren. Voor EU-ondernemers is dit veelal de lidstaat van vestiging. Deze EU-lidstaat zorgt ervoor dat de andere lidstaten de hen toekomende btw zullen ontvangen. De regeling geldt alleen voor de verschuldigde btw van deze verkopen en heeft (nog) geen betrekking op de aftrekbare en terug te vragen voorbelasting. Daarvoor zal de speciale teruggaafprocedure die in de EU van toepassing is, gebruikt moeten worden.

De invoerregeling

Een non-EU-leverancier kan bij het leveren van goederen met een intrinsieke waarde van minder dan € 150 er voor kiezen om het OSS-systeem bij invoer (iOSS) te gebruiken voor de aangifte van de verschuldigde btw over de levering (in de lidstaat van de consument). Maakt de ondernemer gebruik van deze regeling dan wordt de invoer niet belast (vrijstelling). Voor het gebruikmaken van de regeling zal de non-EU-leverancier een fiscaal vertegenwoordiger moeten aanstellen in de EU.

Elektronische interfaces (platform)

De verkopen die onder non-EU-afstandsverkopen vallen, worden meestal door tussenkomst van een elektronisch tussenkanaal gedaan. Bij fictie worden deze elektronische tussenkanalen als belastingplichtigen aangewezen voor de leveringen die door hun tussenkomst tot stand komen. Deze goederen moeten een intrinsieke waarde hebben van € 150 of minder, zowel op het tijdstip van de invoer als op het tijdstip waarop de betaling is aanvaard. Daarmee zijn deze interfaces de btw verschuldigd in de lidstaat van aankomst. De buitenlandse leverancier is in dit geval geen btw verschuldigd. Ook voor hun betrokkenheid bij leveringen vanuit een opslagplaats binnen de EU, lokaal of intracommunautair, is de fictie voor elektronische interfaces van toepassing. Waar de elektronische interface is gevestigd, binnen of buiten de EU, is irrelevant. De non-EU elektronische interfaces zullen in de lidstaat van identificatie aangifte moeten doen.

Post en koeriers

Als de verschuldigde btw bij invoer ter zake van goederen met een intrinsieke waarde van niet meer dan € 150 niet is vrijgesteld (de leverancier maakt in dat geval geen gebruik van de Invoerregeling), dan zal de aangifte ten invoer voor de consument veelal door de betrokken vervoerder worden gedaan. Daarvoor is in de wettelijke regeling een zodanige betalingsregeling getroffen dat geen zekerheid meer wordt vereist.

Webinar e-commerce

Wilt u alles weten over de nieuwe btw-regels? Download het kennisdocument of woon ons webinar bij op 28 april.

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.