De snelste weg van A naar B

25 september 2017 10:14

De snelste weg van A naar B

van a naar b Ondernemers in transport en logistiek moeten het laten rollen onder uitdagende marktomstandigheden, om het eufemistisch uit te drukken. Hoe gaan zij om met prijsdruk, technologische innovaties en steeds hogere klantverwachtingen? Die en andere vragen werden besproken tijdens een bijeenkomst in het Westelijk havengebied.

De Amsterdamse haven neemt zowel nationaal als internationaal een prominentere plek in dan menigeen denkt. Qua totaal internationaal marktaandeel is de Amsterdamse haven de vierde van Europa. Bovendien wordt nergens ter wereld zoveel benzine en cacao opgeslagen en doorgevoerd als in Amsterdam. Tegen dat inspirerende decor was Havenwerk, gespecialiseerd in personeelsvoorziening in havens en industriële logistiek, de gastheer voor de ronde tafel van Hét Ondernemersbelang. De deelnemers zetten daar de tanden in een smakelijke lunch en in het eerste thema: ICT. Wat doen technologische innovaties voor de sector?

Volgens Niek Mast, manager van Havenwerk, behoren veel technische toepassingen inmiddels al tot het standaardrepertoire van ondernemers. “De urenbriefjes die medewerkers moesten aftekenen, terugbrengen om ze vervolgens te verwerken, behoren tot het verleden. Daarvoor werken we nu met apps en als dat goed functioneert, haalt het veel papier uit onze processen. Dat geldt ook voor facturen die we direct aansluitend op die verwerking ook digitaal kunnen versturen. Het streven is om die processen papierloos en foutloos te laten verlopen.”

Digitalisering dient het gebruiksgemak, als het tenminste goed op de gebruikersbehoeften is afgestemd. Maar daarover later meer. Een andere reden voor de toenemende implementatie van ICT-tools is dat dit helpt om meer controle in de keten te krijgen, zegt Gerard Smelik, vestigingsmanager Amsterdam voor Iveco Schouten. “Degene die een project betaalt of een klant die een voertuig door ons laat repareren, wil helder hebben wie er aan het voertuig heeft gewerkt, van wanneer tot wanneer, bijvoorbeeld of er overdag of ’s avonds aan is gewerkt.” Dat die grip op processen alles met de prijs te maken heeft is evident, zeker omdat die in de transportsector onder druk staat. Smelik: “Iedereen wil zijn kostprijs omlaag hebben. Een fabrikant van vrachtwagens, maar ook schepen, wil zo weinig mogelijk geld uitgeven in het traject af fabriek. Dus voor garantiewerkzaamheden wil de fabrikant exact weten wie aan een auto heeft gewerkt en welke onderdelen hij gebruikte. Alles heeft tegenwoordig een QR (Quick Response)-code, ook motoronderdelen. Je kunt zeggen ‘big brother is watching you’ maar de intentie ervan is toch vooral om onterechte claims in onderhoudstrajecten te voorkomen.

Daarnaast geeft het de fabrikant feedback op zijn producten. Hij ziet wanneer bepaalde onderdelen het begeven en kan die kennis gebruiken om een onderdeel voor een nieuw model te verbeteren.”

De Rijn getemd

Andries de Weerd is regiocoördinator IJsselmeer en Noord-Holland voor de Koninklijke BLN Schuttevaer, de brancheorganisatie voor de binnenvaart. Daarnaast doceert hij binnenvaartschippers het vak en bevaart hij ook zelf nog af en toe een schip. De Weerd vertelt hoe technologie de binnenvaart helpt om kosten te besparen. “Voor ons zitten de besparingskansen in brandstof en personeel. Kun je op dat eerste besparen dan is dat winst. Samen met Rijkswaterstaat ontwikkelden we een sluis app die schippers precies vertelt waar ze aan toe zijn met de sluis die ze naderen. Is daar bijvoorbeeld sprake van filevorming dan krijgt de schipper door in welke groep zijn schip is ingedeeld en op welk tijdstip hij bij de sluis moet zijn. Vaak is er voldoende tijd waardoor de schipper de mogelijkheid heeft om er op lage snelheid naartoe te varen. Dat bespaart brandstof en tevens stress bij de schipper.” Voor gunstige vaarroutes zit er ook een praktische app aan te komen. “Wij ontwikkelen nu samen met Rijkswaterstaat een systeem dat CoVadem heet. Dat registreert jouw vaarpatroon en de diepte van de rivier. Nu is de levensader voor de binnenvaart, de Rijn, een natuurlijke rivier met wisselende bodemdiepte. Ze is steeds op andere plaatsen ondiep en de ondiepste plek is bepalend voor hoe diep je een schip dat veilig van Rotterdam naar Duisburg moet varen, kunt beladen. CoVadem gaat schippers helpen om met deze actuele gegevens een optimale belading en route te bepalen.”

Als lobbyist voor de binnenvaart moet De Weerd nog van het hart dat het brugbeleid hier en daar beter kan. Sommige bruggen gaan maar driemaal daags open en op drukke momenten zelfs helemaal niet. Beheerders van bruggen zouden moeten stoppen met spitsuursluiting, vindt hij. “Er zijn genoeg cadeautjes uitgedeeld aan automobilisten in de vorm van tunnels en verbreding van wegen. Laat de schipper dus gewoon varen. Een oplossing kan zijn om bruggen kort te openen, want automobilisten ervaren vooral overlast wanneer bruggen lange tijd achtereen geopend zijn. Overigens zijn we met Rijkswaterstaat ook bezig een app te ontwikkelen waarmee data tussen de brugwachter en de schipper gaat. Deze data wordt doorgegeven aan bijvoorbeeld TomTom, waarbij de automobilist een reisadvies krijgt. Dat neemt de ergernis weg.” Voor Johan Berm, mede-eigenaar van verhuisbedrijf UTS van der Lee, is het ICT-verhaal vrij betrekkelijk. “Bij verhuizingen, zeker als het om particulieren gaat, klopt het in de praktijk vrijwel nooit. Er lopen ter plekke altijd dingen anders ook al heb je vooraf je gegevens nog zo nauwkeurig afgestemd. Improvisatie en flexibiliteit zijn daarom inherent aan onze service.”

Wel werkt Berm met track & trace om zo steeds inzichtelijk te hebben waar zijn chauffeurs zich bevinden. Daarnaast bespaart hij op zijn interne kosten met een digitale werkbon. “Die neemt de chauffeur mee, de klant tekent op locatie af. Op die bon staan tevens de gewerkte uren en zo kan de factuur er ook meteen uit. Dat is efficiënter, sneller en daarmee goedkoper.” Jeroen van Oosterom, Sales en Marketing Manager bij Mirage ICT Services waarbij hij zich vooral richt op het MKB, bevestigt dat door track & trace en 4G-netwerken er meer mogelijk is geworden voor ondernemers in transport en logistiek. “Je ziet dat bedrijven voortdurend op dergelijke technologische toepassingen voortborduren, terwijl hun meerwaarde uiteindelijk natuurlijk in hun service schuilt. Wat dat betreft vraagt de klant tegenwoordig ook wel wat. Alles moet sneller. Just in time, just in place. Om daaraan te voldoen ben je afhankelijk van de vraag of daarvoor de juiste software wordt ontwikkeld. Als pionier kun je dan nog innovaties oppakken, maar het pionierschap is eigenlijk alleen voor de grotere bedrijven weggelegd. Voor het MKB is dat lastig, je praat toch over een kostenpost die niet iedere MKB-ondernemer kan dragen.”

transport logistiekSoftware stuurt

Smelik merkt op dat er sinds track & trace veel is gebeurd. De technologische toepassing van het communiceren van meerdere data vanuit één component is bijvoorbeeld een uitermate krachtige tool voor de transportketen. “Truck connected is daarvan een voorbeeld. Dat ingebouwde systeem toont waar de truck rijdt, maar geeft jou op afstand ook de informatie of de truck de hele trip naar Italië kan maken zonder afwijkingen die dat zouden kunnen verhinderen. Fabrikanten zijn al software aan het ontwikkelen die afwijkingen in de wagen signaleert voordat de chauffeur ook maar iets merkt. Vervolgens communiceert die software met de mainframe van de fabrikant om te bepalen wat er moet gebeuren. Bij een acuut probleem dat binnen honderd kilometer aangepakt moet worden, wordt gekeken waar de truck zich bevindt ten opzichte van de dichtstbijzijnde dealer. Daar kijkt truck connected in het voorraadsysteem om te zien of de dealer het onderdeel op voorraad heeft en daarna krijgt de chauffeur een navigatie instructie die vermeldt wat eraan mankeert en waar hij heen moet rijden om dat te laten verhelpen. Dit is geen toekomstmuziek, deze technologie bestaat al.” Overigens is Smelik niet onverdeeld tevreden over de output van software ontwikkelaars én over beslissingen van ondernemingsdirecties om met bepaalde pakketten te gaan werken. “Veel ICT-oplossingen lijken vooral ontwikkeld voor eigenaren en aandeelhouders. Dat wil zeggen dat ze prima financiële rapportages geven, maar bijvoorbeeld een administratieve ramp zijn voor de man die een werkorder moet maken voor een klant en snel moet zien of onderdelen op voorraad zijn. Ik pleit ervoor dat men zich beter verdiept in wat de receptionist bij een truckdealer of een proces operator bij een raffinaderij nou precies voor handelingen moet doen om relevante data snel inzichtelijk te hebben. Want te veel pakketten doen momenteel nog niet wat ze zouden moeten doen.” Dan spitst het gesprek zich nog even toe op die klant die snelheid van de leverancier verwacht. Hij kijkt al raar op als er niet binnen tien minuten op een email wordt gereageerd, merkt Smelik op. “Terwijl het andersom precies andersom werkt”, zegt Van Oosterom. “Mijn technische collega’s verwachten dat er een dag nadat ik een offerte naar een klant heb gestuurd een akkoord komt en zij aan het werk kunnen. Dan moet ik uitleggen dat het zo niet werkt. Klanten verwachten weliswaar dat ik dezelfde dag na aanvraag een offerte uitbreng, maar doen er zelf weken of soms maanden over om daarop te beslissen.”En als het eens niet lukt om just in time te leveren? Je voorkomt veel irritatie door klanten te informeren over het tijdspad voor levering, is de algemene opinie aan tafel. Mast voegt daaraan toe dat ook de moed om af en toe ‘nee’ te zeggen tegen de klant en dat tijdig te doen, nuttig is. Sterker, dat levert toegevoegde waarde, want zo weet de klant waar hij aan toe is en kan hij ook weer door. Van Oosterom benadrukt het belang om vooral alternatieven te bieden voor datgene wat je op een bepaald moment niet kunt leveren. En ook inlevingsvermogen in de klant is een onmisbare service tool. “Vergeet bovendien niet hoe belangrijk het is om een probleem van de klant snel op te lossen. Niet alles hoeft vlekkeloos te verlopen, maar verhelp onvolkomenheden snel als je wilt dat de klant bij je blijft”, voegt Berm toe. Tot slot legt Niek Mast nog uit hoe je met een smart service concept de verwachtingen van een kritische klant zelfs kunt overtreffen. “Dat inhuren van arbeid duur zou zijn is lang niet altijd juist. Flexinuïteit, een samenvoeging van de service componenten flexibiliteit, continuïteit en kwaliteit, verlaagt wij de personeelskosten van onze klanten. Tevens zorgen we er met opleiding en training voor dat onze medewerkers continu en flexibel de capaciteitsvraag van klanten invullen. Veiligheid staat daarbij altijd voorop en juist daarom is flexinuïteit gebaseerd op het vakmanschap van onze vaste krachten.”

Rolmodellen als uithangbord

Twee partijen aan tafel die veel met havenactiviteiten en binnenvaart te maken hebben, dat roept de vraag op naar de positie van watertransport in het totale vervoer. De Weerd ziet de rol ervan groeien, maar vindt ook dat die geremd wordt doordat te veel transportkilometers nog onnodig over de weg lopen. “We hebben elkaar allemaal nodig en de sector is erbij gebaat wanneer alle partijen nadenken over efficiënter transport. Er kan veel meer over de binnenwateren vervoerd worden, maar tot mijn verbazing is er boven Beverwijk nog geen enkele containerterminal te vinden. De terminals zitten nu zelfs al rond Rotterdam. Vroeger kon je pas 180 kilometer van Rotterdam een rendabele containerterminal runnen, tegenwoordig is die straal gekrompen tot 30 kilometer. Dan gaat er in Noord-Holland dus iets niet goed en dat is ook niet zo vreemd, want Noord-Holland heeft geen beleid voor goederenvervoer over water. Daar moet het echt mee aan de slag, want er liggen flinke kansen voor watertransport en vervoerseconomie.” Dirk Dijk, accountmanager gemeente Amsterdam bij het Werkgevers Service Punt (WSP), nuanceert dat beeld voor Amsterdam met een statistische onderbouwing. “Ruim 43 procent van alle goedervervoer van en naar de Amsterdamse havenregio gaat per binnenvaart. Gezien het landelijke percentage van 17.6 procent is dat opmerkelijk hoog.”

Een ander verbeterpunt is het stoffige imago van de sector bij jongeren. De gespreksdeelnemers stellen vast dat de motivatie en wil om aan te pakken vaak ontbreken. Bezwaren als onregelmatig en fysiek zwaar werk blijken jongeren meestal te weerhouden. Maar afgezien van het feit dat dit beeld grotendeels achterhaald is, ziet Dijk wel degelijk mogelijkheden om heilig vuur bij de jeugd op te wekken. “Vanochtend zag ik nog hoe een man die voor een groep jongeren over zijn transportwerk vertelde echt wat bij ze losmaakte. Dergelijke rolmodellen zijn juist nu zo belangrijk omdat we kwijt zijn wat we vroeger nog hadden: dat de vakkennis en ervaring van vader op zoon gingen. Rolmodellen kunnen met hun verhaal de afstand verkleinen die er is tussen jongeren en werkgevers. Jongeren kunnen zich met zo iemand identificeren, krijgen er geloof in dat ze bepaald werk met plezier kunnen doen en raken enthousiast door het verhaal. Ik wil daarom in de regio gaan experimenteren met rolmodellen voor groepen jongeren. Ik geloof zeker dat die veel jeugd kunnen enthousiasmeren voor transport en logistiek.”

Tekst: Baart Koster / Fotografie: Blinkfotografie

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.