Het inspirerende effect van efficiënt parkmanagement

27 februari 2017 09:43

Het inspirerende effect van efficiënt parkmanagement

Verschillende specialisten die zich bezighouden met het hedendaagse bedrijvenpark zijn samengekomen in het fractiehuis van Zwolle voor een rondetafelgesprek over modern en efficiënt parkmanagement.

De grote inhoudelijke vraag waar het bij dit gesprek om draait is deze: wat zijn momenteel de belangrijkste thema’s in het management van bedrijventerreinen? De aanwezige specialisten zijn ieder op hun eigen vakgebied betrokken bij het totaal van gerelateerde aspecten of houden zich bezig met een onderdeel van het antwoord op die vraag. Maar uit de reacties van de deelnemers komt één ding telkens overduidelijk naar voren – een goed functionerend bedrijventerrein is veel meer dan enkel de som der delen.

Afname misdaadcijfers

“Een duidelijke ontwikkeling van de afgelopen vijf jaar is het toepassen van digitale beveiligingsoplossingen”, zegt Mark van Mast (Bedrijvenparkmanagement Deventer). “Er wordt de laatste jaren steeds meer toegewerkt naar cameratoezicht – de misdaadcijfers zijn gaandeweg enorm gedaald.” Jan Wiggers van Thoma Post Bedrijfsmakelaars beaamt dat: “In Deventer krijg ik vaak de vraag hoe het hier zit met inbraken. Dat is vrijwel tot nul gereduceerd.” “Vanaf 2013 zijn grootscheeps camera’s geplaatst”, vervolgt Mark van Mast. “Ook de cijfers van 2016 laten zien dat met betrekking tot bedrijventerreinen er weer een daling is van 25%. Bij winkels en woonwijken is er echter weer een toename. Maar we zien ook dat nog steeds een grote groep ondernemers geen lid wil worden van een ondernemersvereniging. Bij de meeste grote bedrijventerreinen is circa eenderde van de ondernemers lid. Dat maakt grote en kostbare projecten als cameratoezicht of herstructurering extra lastig. Er zijn gelukkig wettelijk meer mogelijkheden gekomen om ondernemers te laten meebetalen aan gezamenlijke voorzieningen zoals de BIZ, Wet op de Bedrijven InvesteringsZones. Hierin kan de gemeente op aanvraag van de ondernemersvereniging een extra heffing doen bij alle ondernemers in een bepaald gebied. Blijft het feit dat als maar 35% lid is, het moeilijk is om bij een meerderheid draagvlak te krijgen voor een BIZ.” Jeroen van de Lagemaat van NDIX stelt dat glasvezel steeds belangrijker wordt: “En niet alleen voor cameratoezicht, bedrijven zijn er volledig afhankelijk van met hun moderne ICT-voorzieningen. Zonder die ICT kan een bedrijf niet functioneren. Bedrijven realiseren zich vaak de noodzaak, mogelijkheden en voordelen van glasvezel niet, maar zodra het gebruikt wordt, wil je niet meer zonder.”

Glasvezel en beveiliging

Hij legt uit dat NDIX glasvezel ziet als het digitale wegennet. “Wij kijken steeds of we dat kunnen regelen met bedrijvenverenigingen. Bij voorkeur leg je als ondernemersvereniging/parkmanagement je eigen glasvezels op het terrein neer, dan ben je eigen baas. Vervolgens gaan wij al die glasvezelnetwerken verbinden met alle mogelijke aanbieders van ICT-diensten die nodig zijn om een bedrijf efficiënt en effectief te laten werken. Daarnaast inventariseert NDIX momenteel hoe op verschillende bedrijventerreinen camerabeveiliging is opgezet en ingericht. Die kennis en informatie stellen wij aan iedere geïnteresseerde partij ter beschikking.”

Op mijn vraag of camerabeveiliging en glasvezel op dit moment dan de belangrijkste aspecten zijn van doeltreffend parkmanagement, wordt instemmend gereageerd, met de kanttekening dat daar nog wel enkele andere factoren een belangrijke rol in meespelen. “De hele structuur in Deventer heeft 7 ton gekost”, vertelt Mark van Mast. “Bij de meeste bedrijventerreinen is zo’n investering niet mogelijk, dus moet je op zoek naar financieringsmogelijkheden. Dat geldt ook voor andere verbeteringen om bedrijventerreinen te laten voldoen aan de huidige wensen van werkgevers en medewerkers. De laatste revitaliseringsprojecten stammen immers al van voor de crisis. Voor zaken als een hoger niveau van onderhoud van de openbare ruimte gaan bedrijven steeds meer op zoek naar mogelijkheden om dit (deels) over te nemen van de gemeente. Ondernemersfondsen zoals de BIZ kunnen daarbij ook van dienst zijn.” Jan Wiggers: “We hebben de afgelopen tien jaar te maken gehad met crisis, toen was het dus lastiger om fondsen boven water te krijgen. Dat kan nu iets makkelijker worden. Je ziet dat ondernemers door gemeentes worden verplicht om lid te worden van parkmanagement, anders krijg je de grond niet eens. Achteraf vindt men het wel logisch en prettig dat het geregeld wordt.”

De rol van de overheid

Mark van Mast: “Het voordeel van de crisis is wel dat er nu meer saamhorigheid is ontstaan.” Jan Wiggers vraagt hem of zijn stichting ook groenonderhoud doet. “De gemeente doet dat, maar we zijn in overleg om dat terug te krijgen. Vooral ambtenaren moeten hieraan wennen, die zien hun werkgebied verkleinen.” William Dogger (Dogger Facility) zegt dat hij niet gelooft dat ambtenaren dit bewust tegenhouden, dat die tijd wel achterhaald is. “Er zijn veel ondernemers die zeggen: ‘Daar heb je toch de gemeente voor?’ Maar er zijn gemeentes waar groenvoorziening sterk te wensen overlaat”, aldus Mark van Mast. Jan Wiggers vindt dat dat kansen biedt om meer bedrijven aan je te binden: “Het parkeren van buitenlandse vrachtwagens op bedrijventerreinen is een grote ergernis voor ondernemers. Dat kun je samen aanpakken. Er ontstaan speciale truckparkings met allerlei voorzieningen voor de chauffeurs; dat maakt het makkelijker om op bedrijventerreinen te zeggen ‘parkeren hier niet toegestaan’.” “Met deze dingen houden wij ons bezig, waarvan je zou verwachten dat de overheid dat regelt”, reageert Mark van Mast. Jeroen van de Lagemaat: “Maar ook als de overheid het moet doen, moet het betaald worden.”

“Je kunt niet alles met publiek geld doen”, stelt William Dogger. “Maar gemeentes leunen wel vaak op ondernemers en dat is te gemakkelijk, een goed ondernemersklimaat is goed voor je gemeente. Bij goede projecten zou je als gemeente ook over de brug moeten durven komen. Daartegenover zou je dan als gemeente voor nieuwe parken ook regels kunnen stellen: bijvoorbeeld ondernemers verplichten deel te nemen aan parkmanagement. Overigens heb ik ook wel weer compassie met die ondernemers die moeite hebben met die verplichting, zonder dat ze er werkelijk van profiteren.”

Leegstand: probleem of …

“Beveiliging heeft ook te maken met waardebehoud van het gebied en veilige doorgang van personeel en klanten bijvoorbeeld”, legt Mark van Mast uit. “Het gaat niet alleen om het beschermen van je voorraad en waardevolle inventaris, maar ook om een aantrekkelijke werklocatie.” William Dogger: “Belangrijk is: wat is de rol van de gemeente en hoe zou die een bijdrage kunnen leveren. Dat geldt voor de hele infrastructuur, inclusief glasvezel, wegen, nutsvoorzieningen, enzovoort. Dat zou ze dan samen met de betreffende ondernemers in orde kunnen maken, al in het stadium van de voor-voorzieningen. Dán ontstaat vervolgens pas parkmanagement. Het beeld bestaat van ‘wij betalen voor de groten’; gemeentes moeten meer regisseren, dat is vooral belangrijk voor kleine ondernemers.” Jan Wiggers: “Zo’n heffing is bij een nieuw bedrijventerrein goed te verdedigen, dan is het draagvlak ook groter. Bij een bestaand is dat lastiger.”

“Ik kan mij voorstellen dat bij de al jaren bestaande bedrijventerreinen het steeds moeilijker wordt om bedrijven te lokken”, zegt William Dogger. “Bij een aantrekkende economie heeft juist een goed gerevitaliseerd bedrijventerrein aanzuigende kracht.” “Toch is niet veel aan te merken als structurele leegstand”, constateert Jan Wiggers. “Probleem blijft wel dat pandeigenaren nogal eens een korte horizon hebben: investeren in het eigen pand gebeurt dan helaas alleen als het echt niet anders kan. Bij het welslagen van parkmanagement is het echter belangrijk dat eigenaren óók het eigen pand en terrein aantrekkelijk houden. Lidmaatschap van de ondernemersvereniging is daarom belangrijk voor zowel eigenaar als gebruiker van een bedrijfspand en dat brengen wij als bedrijfsmakelaar wel specifiek onder de aandacht.” “Een ander punt waar je voor moet oppassen: als er veel borden met ‘te koop’ staan”, zegt Mark van Mast. “Daar wordt het aanzien van een bedrijventerrein niet aantrekkelijker van.”

Factoren vestigingsklimaat

William Dogger: “De verbreding van de A28 is erg positief voor Zwolle en een gunstige factor voor vestiging van grotere bedrijven.” “Qua vestigingsklimaat zijn grondprijs en kwaliteit van beschikbaar ongeschoold dan wel hoger opgeleid personeel van groot belang”, vindt Mark van Mast. “Maar met de digitale snelweg is de vestigingsplek voor sommige bedrijven minder belangrijk.” “Als gemeentes zorgen voor een aantal basisvoorzieningen zoals goede infrastructuur, dan kunnen bedrijven daarop voortborduren”, zegt Jeroen van de Lagemaat. “En bereikbaarheid is uitermate belangrijk.” “Hoewel ik wel vind dat de participatiemaatschappij erg een containerbegrip begint te worden – de ondernemer moet uiteraard actief zijn, de gemeente moet blijven verbinden en indien nodig ook de portemonnee trekken”, stelt William Dogger. “Je moet het wel inmasseren met elkaar en een lange adem hebben”, zegt Jan Wiggers. “Als je als gemeente weinig oog hebt voor de problemen of te weinig je gezicht laat zien, werkt het niet. Aandacht geven en oor hebben voor de problemen van ondernemers is waar het om draait.”

Jeroen van de Lagemaat: “In Duitsland zien wij dat lokale en regionale ‘Wirtschafts-förderungen’, ontwikkelingsmaatschappijen van steden en Kreisen, minimaal twee keer per jaar persoonlijk en intensief spreken met elke ondernemer in hun gebied. Die weten wat er speelt bij de ondernemers.” “Maar de ondernemer moet zijn gemeente wél aangeven wat hij nodig heeft”, besluit Mark van Mast. “Het draait wel om visie.” «

Tekst: Theo Bennes / Fotografie: Liesbeth van Asselt

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.