De week van beweging op de arbeidsmarkt, de brexit en de afnemende bedrijfsdynamiek

11 november 2020 09:43

De week van beweging op de arbeidsmarkt, de brexit en de afnemende bedrijfsdynamiek

Uitstroom van werkenden in getroffen beroepen komt op gang

Zolang het virus en de daarmee gepaard gaande restricties in onze bewegingsvrijheid aanhoudt, zullen de arbeidsmarktkansen in de getroffen sectoren op zijn zachtst gezegd laag zijn. Dit betekent dat veel werkenden vroeg of laat moeten overwegen om al dan niet via omscholing de stap naar nieuw werk te zetten.

Het goede nieuws is daarbij dat Nederlanders in vergelijking met andere landen relatief vaak van baan wisselen.

Daarbij wisselen werkenden vaker naar een baan in een andere beroepsklasse dan dat zij werk vinden binnen hun beroepsklasse. Sinds het uitbreken van de Coronacrisis is het aantal beroepswisselaars echter flink afgenomen, van 3,1 procent van de werkende beroepsbevolking eind 2019 naar 2,4 procent in het tweede kwartaal van 2020 (dus tijdens de eerste lockdown).

Twee beroepsklassen vormen daarop een uitzondering, zoals onderstaande figuur laat zien. Dit zijn de creatieve beroepen en de dienstverlenende beroepen. 4 procent van de werkenden in de creatieve beroepen heeft werk gevonden in een andere beroepsklasse in het tweede kwartaal, een stijging van 47 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In de dienstverlenende beroepen is 5,7 procent van de werkenden overgestapt naar een baan in een andere beroepsklasse, ook een toename van bijna 50 procent ten opzichte van een jaar eerder.

In bijna alle andere beroepsklassen zijn werkenden juist vaker in hun beroep gebleven. Ook het aantal wisselingen binnen dezelfde beroepsklasse is sinds de crisis sterk afgenomen. Helaas kunnen wij uit deze data niet afleiden in welke beroepen mensen werk vonden. (Sandra Phlippen)

Brexit, een hard gelag zowel voor bedrijven als voor de overheid

De onderhandelingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie over de Brexit lopen nog steeds stroef. Deadline na deadline verstrijkt en de tijd begint te dringen. De uitkomst van de onderhandelingen is van belang voor de Nederlandse economie. Een studie van het Planbureau van de Leefomgeving bevestigt dat een harde Brexit weliswaar het nadeligst uitpakt voor de Britten zelf, maar dat ook Nederlandse bedrijven er relatief veel last van zullen ondervinden. Vooral bedrijven actief in de landbouw, de voedselindustrie, de chemie en de handel en transport kunnen te maken krijgen met hogere inputkosten en een verslechtering van het concurrentievermogen. In het bijzonder de in de Randstad gevestigde bedrijven blijken kwetsbaar.

De Brexit leidt ook tot gekrakeel tussen Europese lidstaten onderling. Het vertrek van de Britten heeft namelijk gevolgen voor de Europese begroting. Als die gelijk blijft, zullen de overgebleven lidstaten voortaan meer geld moeten afdragen aan Brussel. De vraag is alleen hoeveel? De meningen daarover lopen uiteen, aldus de Algemene Rekenkamer. De discussie wordt er niet makkelijker op doordat de boekhoudkundige definities van de nettobetalingen variëren. De Europese Commissie rekent met andere afdrachten en subsidies dan Nederland. Het verschil zit vooral in de douaneheffingen die Nederland naar Brussel overmaakt en die vanwege de Nederlandse positie in de internationale handel omvangrijk zijn. Nederland merkt deze aan als een afdracht, de Europese Commissie niet.

Eén ding staat buiten kijf. Volgens de definities van beide partijen is Nederland een nettobetaler. Sommigen concluderen op basis hiervan dat Nederland beter af zou zijn als het uit de Europese Unie zou stappen, een redenering die vergelijkbaar is met die van de Britse premier Boris Johnson toen hij de Britse kiezers richting Brexit manoeuvreerde. Maar deze conclusie is onjuist. Het laat buiten beschouwing dat er naast de financiële begroting nog andere economische overwegingen zijn die pleiten voor deelname aan de Europese Unie. De voordelen van handel en politieke samenwerking met de andere lidstaten doen de balans omslaan. De negatieve spiraal waarin de Britse economie de afgelopen jaren is beland en die met een harde Brexit waarschijnlijk verder zal verergeren, vormt hiervoor een duidelijk bewijs. (Philip Bokeloh)

Afnemende bedrijfsdynamiek; cyclisch logisch, structureel verontrustend.

Het CBS berichtte deze week dat er in het derde kwartaal 16 procent minder bedrijven zijn opgericht in Nederland. Vanuit cyclisch perspectief is dit goed te verklaren. Tijdens economisch moeilijke tijden maken ook ondernemers in spé minder risicovolle keuzes. Zij kiezen er dus voor om nog even te wachten op betere tijden met het oprichten van een nieuw bedrijf. Minder bedrijfsoprichtingen in deze onzekere tijden is daarom niet direct een cijfer dat de wenkbrauwen doet fronsen.

Als we echter met een meer structurele bril kijken naar het aantal bedrijfsoprichtingen wereldwijd dan is hier de afgelopen jaren een dalende trend zichtbaar. Onder bedrijfsdynamiek vallen bedrijfsoprichtingen en bedrijfsgroei maar ook krimp en faillissementen. Net als het aantal oprichtingen is bedrijfsdynamiek wereldwijd de laatste jaren afgenomen.

Ook in Nederland is deze afname in bedrijfsdynamiek te zien. Een simpele manier om dit in beeld te brengen is de karn-ratio, het aantal bedrijfsoprichtingen en bedrijfsopheffingen samen, gedeeld door het totaal aantal bedrijven. De onderstaande figuur toont de afname van bedrijfsdynamiek in Nederland van de afgelopen jaren.

Bron: https://insights.abnamro.nl/

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.