Werken waar je wilt! Of toch niet?

23 oktober 2023 09:00

Werken waar je wilt! Of toch niet?

In de afgelopen jaren is de plek waar werknemers hun werkzaamheden uitvoeren ingrijpend veranderd. Mede als gevolg van technologische ontwikkelingen en de behoefte aan flexibele arbeidsomstandigheden, maar ook door de Covid-19 pandemie, werken steeds meer werknemers vanuit thuis. Of worden de werkzaamheden verricht vanuit andere plekken op de wereld. Er ontstond zelfs een nieuwe groep werknemers, de zogenaamde ‘digital nomads’. Locatie onafhankelijk met de laptop op schoot de wereld over en blijven werken voor dezelfde werkgever. Een van de vragen die daarbij naar voren is gekomen, is of het een recht is om vanuit huis of elders de werkzaamheden uit te voeren? Moet de werkgever daaraan meewerken? Het antwoord: nee!  In dit artikel gaat advocaat Myrddin van Westendorp van Fruytier Lawyers in Business hier verder op in.

Verplichting werkgevers

Voor werkgevers geldt er geen plicht om mee te werken aan thuiswerken of aan verzoeken om de werkzaamheden elders te mogen verrichten. De 'Wet werken waar je wilt' die dit anders zou maken, is door Eerste Kamer afgewezen.

Het voorstel kende geen algehele verplichting voor werkgevers om thuiswerken mogelijk te maken, maar kende wel een redelijkheid- en billijkheidstoets die toegepast moest worden. Nu de wet is verworpen, blijft het huidige wettelijke systeem van toepassing. Wat betekent dit voor werkgevers?

Recht om te vragen

De wet erkent nu alleen het recht van de werknemer om te vragen om thuis te mogen werken en de plicht van de werkgever om een verzoek te overwegen. Meer niet.

Werknemers die ten minste 6 maanden in dienst zijn, hebben het recht om een dergelijk verzoek te doen. Een verzoek kan maar één keer per jaar worden ingediend en ten minste twee maanden voor de beoogde startdatum.

Plicht om te overwegen

De werkgever heeft de plicht een verzoek in overweging te nemen; uitdrukkelijk niet de plicht om het verzoek te honoreren. De werkgever moet na een verzoek met de werknemer overleggen en zijn beslissing schriftelijk aan de werknemer meedelen. Indien het verzoek wordt afgewezen, dient dit gemotiveerd aan de werknemer te worden medegedeeld uiterlijk één maand voor de gevraagde ingangsdatum. Gebeurt dit niet, dan is het verzoek automatisch geaccepteerd.

Het huidige systeem kent voor een afwijzing geen (motiverings-)verplichtingen; de werkgever hoeft dus geen (zwaarwegende) bedrijfsredenen aan te voeren voor zijn afwijzing. Een afwijzing kan dus gemotiveerd worden met algemene argumenten.

De Wet werken waar je wilt

De Wet werken waar je wilt was een initiatief van linke politieke partijen en kwam voort uit de Covid-19 pandemie. De bedenkers van de wet hadden het doel om werknemers een sterkere positie te geven tegenover hun werkgevers. De vraag was echter voor elk probleem dit de oplossing was?

De Eerste Kamer zag het probleem in ieder geval niet. In de praktijk blijken werkgevers en werknemers in goed overleg afspraken te maken over thuiswerken.

Ook de Sociaal-Economische Raad (SER), de belangrijkste adviseur van de Nederlandse regering, was niet overtuigd van het doel van de wet. Eerder adviseerde de SER al tegen invoering van het toen voorliggende wetsvoorstel dat nog verder ging. Aanvankelijk bepaalde het wetsvoorstel namelijk dat een werkgever het verzoek van een werknemer om thuis te werken moest accepteren, tenzij er zwaarwegende bedrijfsredenen waren die zich daartegen verzetten.

Omdat de SER wel overtuigd was van de noodzaak om de positie van werknemers om thuis te werken te versterken, adviseerde de SER het wetsvoorstel aan te passen door de (voorheen opgenomen) toets van zwaarwegende bedrijfsredenen te vervangen door een (minder strenge) redelijkheid- en billijkheidstoets. Daarop paste de initiatiefnemers van de wet het voorstel aan.

In de Tweede Kamer werd het aangepaste voorstel in juli 2022 met grote meerderheid aangenomen. In de arbeidsrechtelijke praktijk ging iedereen er eigenlijk vanuit dat de wet ook instemming zou krijgen van de Eerste Kamer. Het liep echter anders en de wet werd verworpen.

Conclusie

Door de afwijzing van het wetvoorstel blijft de situatie ongewijzigd. Er is en er komt nu geen recht op thuiswerken. De plicht tot overwegen blijft, zonder voor te schrijven op grond waarvan de werkgever een verzoek zou mogen afwijzen. Als werkgever dient u een verzoek van een werknemer tot thuiswerken of een verzoek tot werken elders, met de betreffende werknemer bespreken en daarop tijdig een besluit te nemen.

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.