‘De planeet overleeft wel, maar kunnen wij er straks nog wonen?’

24 juli 2017 11:48

‘De planeet overleeft wel, maar kunnen wij er straks nog wonen?’

“Duurzaamheid is het verhaal van immens veel kansen.” Was getekend: Jelmer Pijlman van E&E advies in Groningen, één van de deelnemers aan het tafelgesprek waarin het thema duurzaamheid centraal stond. Een gemêleerd gezelschap pakte het thema bij de kladden en kwam na 2 uur tot de conclusie dat het begrip duurzaamheid zo breed is, dat je er dagen over kunt praten.

En daar ligt wellicht meteen een gevaar op de loer, want het begrip duurzaamheid lijkt zo langzamerhand overal op geplakt te worden, waardoor ‘woordmoeheid’ dreigt op te treden en de goede initiatieven die overal ontstaan dreigen onder te sneeuwen. En dat zou jammer zijn, want zo luidde een andere conclusie van de tafel: de planeet aarde redt het wel, maar is er dan ook nog een toekomst voor de mens?

Uitdaging

Op de vraag wat duurzaamheid voor een ieder als individu inhoudt, waren de antwoorden zeer divers, waarmee nog maar eens de breedte van het begrip werd aangegeven. Petra Hof, beleidsadviseur economie bij de gemeente Groningen, vindt dat duurzaamheid vooral kansen biedt. “Er gaat in de komende tijd heel veel veranderen, niet alleen in de economie, maar op allerlei terreinen, denk aan mobiliteit, aardgasvrije woonwijken, enzovoort. Daar ligt voor iedereen een grote opgave en een enorme uitdaging.”

“Fossiele brandstoffen raken op en zijn milieubelastend, daar moeten we zo snel mogelijk mee stoppen”

Marten Imelman van Duurzom, dat duurzaamheid op alle vlakken, met name in de economie, wil stimuleren, spreekt bij duurzaamheid van een gezonde balans tussen people planet en profit. “Gebruik je gezonde verstand als je je afvraagt waar we mee bezig zijn en wat er gebeurt als het zo doorgaat. We hebben geen tijd te verliezen.” Minze van Dijk van Van Dijk Tuinen Groningen, ziet duurzaamheid heel breed. “Uiteraard doet het mij denken aan schone energie, maar er is meer. Zo vindt er nog veel te veel vervuiling plaats, met name omdat we nog altijd leven in een weggooimaatschappij. Als producten goed worden gemaakt, hebben ze een langere levensduur en kun je ze vaak ook nog repareren, zoals vroeger veel meer gebeurde.” Voor Bram Amsing van Amsing Energie Advies staat duurzaamheid gelijk aan iets dat onbeperkt beschikbaar is en niet milieubelastend. “Fossiele brandstoffen raken op en zijn milieubelastend, daar moeten we zo snel mogelijk mee stoppen.” John Ruiter van zonnepanelenleverancier Agrisun sluit zich daar bij aan. “We moeten er voor zorgen dat we geen energie meer halen uit fossiele brandstoffen. En dat kan, als we maar willen.” In dat kader wijst hij naar de EPC-norm (Energie Prestatie Coëfficiënt) bij de bouw van woningen. “Die stond vroeger op 1,0, ging naar 0,7 en later 0,4. Uiteindelijk moet het naar 0,0, maar mijn zoon laat een nieuw huis bouwen waar de EPC norm al op -0,7 ligt, dat huis levert dus energie. Het kan dus.”

Nieuwe orde

Jelmer Pijlman, directeur van E&E advies in Groningen, spreekt van een absolute noodzaak en wetmatigheid om te verduurzamen. “Het is de nieuwe orde, daar ontkomen we niet meer aan. Duurzaamheid gaat de wereld fundamenteel veranderen en biedt vele mogelijkheden en kansen.” De zevende deelnemer aan de tafel, Carl Drenth, directievoorzitter van Alfa Accountants en Adviseurs Groningen – Assen, wil het graag pragmatisch houden. “Duurzaamheid is voor mij in alles wat je doet rekening houden met het belang van de ander, zonder je eigen belang te vergeten. Of zoals Johan Cruyff het al zei: het goede doel is niet je eigen doel. Wat wij zelf aan duurzaamheid doen? We hebben ledverlichting, gebruiken bijna geen papier meer, rijden al in een paar elektrische auto’s, hebben een aparte energiemeter, zodat we het gebruik kunnen monitoren en de nieuwe vestiging in Leeuwarden wordt 100 procent energieneutraal.”

Met de term duurzaamheid gaan marktpartijen nog weleens aan de haal, sterker nog tegenwoordig wordt het woordje duurzaamheid bijna overal opgeplakt, waardoor het aan kracht lijkt in te boeten. Marten is het daar mee eens. “Het woord duurzaamheid heeft sowieso iets in zich wat ik niet als positief zie, daarom spreek ik liever van goedkoopzaamheid.” Wat Bram betreft kan het woord niet vaak genoeg gebruikt worden. “Het moet tussen de oren van de mensen komen, dus mag het zo vaak als mogelijk voorbijkomen. Het fijnslijpen doen we daarna wel.” Ook Carl vindt dat het goed is als het woord veelvuldig gebruikt wordt. “We moeten het echter wel wat meer bij de planeet alleen weghalen, want het is veel ruimer.”

Gevaar

“Duurzaamheid is een begrip aan het worden”, voegt Jelmer toe. “Maar, het begrip is zo breed dat eigenlijk niemand meer precies weet waar je het over hebt, wanneer het woord wordt gebruikt. Daarin schuilt een gevaar, want hoewel het woord veelvuldig gebruikt wordt, gebeurt er nog altijd niet genoeg.” Ook Minze denkt dat veel mensen niet meer weten wat het woord duurzaamheid precies inhoudt. “Mensen vragen bijvoorbeeld nooit om een duurzame tuin, maar wel om een tuin die onderhoudsarm is.” Ook Marten vraagt zich af hoe we het begrip tussen de oren van mensen moeten krijgen. “Want de fase van een trend zijn we nu wel voorbij.”
Petra is het daar mee eens. “Er moet heel veel gebeuren om echt duurzaam te worden en ik heb de indruk dat veel inwoners van Groningen daar mee bezig zijn, hetzij individueel dan wel gezamenlijk, maar deze groep is nu nog te klein. Mijn indruk is dat nog niet iedereen precies weet waar het over gaat, dus daar valt nog wel wat te winnen.” Bram noemt het zorgelijk dat de CO² uitstoot in 2016 is gestegen, “ondanks alle goede bedoelingen met duurzaamheid. Zolang we nog steeds meer CO² produceren, doen we iets niet goed.” De tafel komt tot de conclusie dat het goed zou zijn wanneer de CO² uitstoot voortaan wordt meegenomen in de prijs van een product of dienst. “Dat zou de verduurzaming zeker kunnen versnellen.”

Jongere generatie

Jelmer ziet dat er wel veel nieuwe plannen zijn om te verduurzamen, maar nog lang niet genoeg. Marten wijdt dat aan een gebrek aan goede wil. “Nederland moet in 2030 energieneutraal zijn. En dat kan als we het met elkaar, en dan ook met name in de politiek, willen. Wat dat betreft hoop ik dat de jongere generatie haar goede voornemens doorzet. De jongerenafdelingen van alle politieke partijen hebben onlangs een manifest ondertekend waarin zij stellen dat Nederland zo snel mogelijk energieneutraal moet worden.” Bram zegt dat de jongere generatie sowieso al veel meer met het begrip duurzaamheid opgroeit. “In mijn jeugd had ik er nog nooit van gehoord.”

John denkt dat er vooral winst is te behalen wanneer er een financiële prikkel is. “En dat geldt dan met name voor het bedrijfsleven.” Carl is daar echter niet voor. “Wat mij betreft gaat het vooral om zingeving en moeten we niet afhankelijk zijn van subsidies.” Marten is het daar mee eens. “Eigenlijk zouden we alle subsidies moeten afschaffen, ook die voor de fossiele industrie. Want, nog altijd gaat er elk jaar voor 5,7 miljard aan subsidies naar de fossiele markt en maar 2 miljard naar duurzaam. De grijze industrie wordt daarmee zwaarder gestimuleerd. Zouden we alle subsidies afschaffen, dan ontstaat er een gelijk speelveld en dan kan het met de duurzame initiatieven ineens heel hard gaan.”

Coöperaties

Jelmer zegt dat het aantal zonnepanelen op de daken in de stad Groningen de laatste jaren steeds verdubbeld. Onzeker is echter het verhaal hoelang er nog gesaldeerd mag worden, waarbij de eigenaar de opbrengst van zonnepanelen mag terug leveren aan het net en daarover geen belasting betaalt. Bram: “Toen bekend werd dat het salderen in 2017 zou stoppen, zag je meteen dat de verkoop van zonnepanelen inzakte, nu is de termijn verlengd tot 2020 en trekt de markt weer sterk aan.” John hoopt dan ook dat de ontwikkelingen rondom de opslag van energie snel gaan. “In de zomer kun je dan energie opslaan en dit in de winter weer gebruiken.” Petra constateert echter dat we nog lang niet zover zijn, hoewel er wel diverse ontwikkelingen zijn. “Wat ik ook goed vind is dat er overal coöperaties ontstaan, die gezamenlijk initiatieven nemen. Als gemeente verzorgen wij bijvoorbeeld de collectieve inkoop van isolatie. Drenthe deed dat met zonnepanelen, maar er zijn ook allerlei particuliere initiatieven. Dat is goed.” Ook Carl is daar voorstander van. “Als we met elkaar samenwerken kunnen we sneller tot resultaten komen. Ik denk dat we het in Groningen wat dat betreft goed doen.”

Ook in het bedrijfsleven ontstaan goede initiatieven ten aanzien van duurzaamheid. Jelmer wijst in dat verband op Google, dat alleen naar de Eemshaven wilde komen als alle stroom die het gebruikt duurzaam en lokaal kan worden opgewekt. “Dat is een trend die we steeds meer zien, daarin zijn wel degelijk bewegingen gaande.” Marten is het daar mee eens, “maar niet elke positieve ontwikkeling wordt automatisch opgevolgd.” Carl is blij met de ontwikkeling dat er steeds meer ondernemers zijn die het anders willen. “Kijk bijvoorbeeld naar de Verenigde Staten. Hoewel Trump zich heeft teruggetrokken uit het Akkoord van Parijs, gaan ondernemers, maar ook staten en steden, gewoon door met verduurzaming.” Bram geeft aan dat Amerikaanse bedrijven vooruitstrevend zijn met verduurzaming.

Carl wil de term verduurzaming graag wat breder trekken. “We hebben het nog niet gehad over personeel, leveranciers klanten, enzovoort. Wij bekijken bijvoorbeeld in welke sectoren onze klanten zitten en maken bewust de keuze of we daarmee door willen of niet. Dat speelde voor een aantal jaren absoluut nog niet, dus ook daarin zijn ontwikkelingen gaande.”

Innovatie

Op de vraag of innovatie leidend is in duurzame ontwikkelingen, antwoordt Marten volmondig nee. “Het gaat vooral om gezond verstand.” Jelmer geeft aan dat innovaties wel nodig zijn om de techniek te verbeteren. “Er is op dit moment al heel veel mogelijk, dus we mogen innovatie nooit gebruiken als excuus om nu niets te doen.” Petra is bang voor uitstelgedrag. “Als mensen het idee hebben dat het straks nog beter kan, wacht men wellicht met investeren.” Bram denkt dat innovatie van belang is om de doelen, in 2050 fossielvrij, te halen. “En ook de betaalbaarheid”, voegt hij er aan toe. “Ik denk dat verduurzaming door innovaties goedkoper kan worden en het daardoor binnen het bereik van meer mensen en ondernemers kan komen”, vult John aan.

Minze is een andere mening toegedaan. “Door innovaties kunnen bepaalde zaken ook duurder worden. En het is de vraag of innovaties ook altijd beter zijn. Kijk, chemische onkruidbestrijding is slecht voor het milieu. Onkruidbestrijding met behulp van een borstel is een goede oplossing, 
maar daar moet wel een trekker voor 
rijden die brandstof verbruikt en CO² uitstoot. En met zo’n borstel krijg je ook ijzer in het milieu.” Marten stelt de vraag of Minze een onderhoudsvriendelijke tuin adviseert, ook al kan hem dat omzet kosten. Minze: “Ik zou dat altijd adviseren, geen probleem.” Marten: “Je moet innovatie als een kans zien. Biedt het je klanten aan, dan houd je hem als klant. Wat dat betreft moeten we verder kijken dan de dag van morgen.”

Overlegtafels

Jelmer pleit voor veel meer samenwerking tussen bedrijven. “Vaak hebben ze allemaal dezelfde vragen en problemen en met elkaar kun je dan meer bereiken dan alleen. Zo organiseren wij in de gemeente Groningen zogenaamde versnellingstafels, waarbij de hele keten op het gebied van bijvoorbeeld warmtepompen of biomassa met elkaar in gesprek gaat. Ik vind dat goed werken, want er zijn vaak logische oplossingen voor ingewikkelde vraagstukken.” Marten geeft aan dat zijn organisatie hetzelfde doet. “Wellicht kunnen we in de toekomst samenwerken.” “Om de ambitieuze doelen te halen moet je alles en iedereen meekrijgen”, zegt Petra. “Met de tafels leggen we een basis, maar er moet veel meer gebeuren, waarbij samenwerking voorop staat.” Marten is het daar mee eens. “Niet voor niets heeft Tesla de techniek voor de bouw van elektrische auto’s bij BMW neergelegd, vooral met het idee dat de markt zich moet gaan ontwikkelen. Dat moet veel meer gaan gebeuren.”

Tenslotte: Duurzaamheid moet geen doel op zich worden, maar een middel om de continuïteit te waarborgen. Daar is iedereen het roerend mee eens. “Maar”, zegt Jelmer, “we doen het vooral voor de planeet en haar bewoners. Want, de planeet overleeft wel, de vraag is echter of wij er in de toekomst ook nog kunnen leven. Daar ligt een opgave voor ons allemaal.” «

Tekst: Henk Poker / Fotografie: Gerrit Boer

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.