Bestuurdersaansprakelijkheid: makkelijk en moeilijk tegelijk

28 november 2018 15:41

Bestuurdersaansprakelijkheid: makkelijk en moeilijk tegelijk

Op grond van artikel 36 van de Invorderingswet is een bestuurder van onder andere een besloten vennootschap aansprakelijk voor de door die vennootschap onbetaald gebleven loon- en omzetbelasting. Dit alles indien aannemelijk is dat het niet betalen van die belasting het gevolg is van aan hem te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur.

Indien de bestuurder de betalingsonmacht van het lichaam tijdig bij de ontvanger heeft gemeld, rust de bewijslast van de aanwezigheid van kennelijk onbehoorlijk bestuur op de ontvanger. Zoals bijvoorbeeld op 13 september 2018 nog volgde (ECLI:NL:RBNNE:2018:3631), is het bewijzen van kennelijk onbehoorlijk bestuur in fiscale zin voor de ontvanger een lastig te nemen hobbel. In die zaak was onder meer het niet verstrekken van de volledige administratie, het niet voldoen aan de administratieplicht, het niet meer doen van Vpb-aangifte en de continuering van de onderneming na faillissement daarvoor niet voldoende. De toets is in dit verband niet wat een redelijk denkend bestuurder zou hebben gedaan, maar of geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden gehandeld zou hebben zoals die bestuurder.

Op het moment dat een bestuurder tijdig heeft gemeld denkt hij dat hij gevrijwaard is van een aansprakelijkstelling. Helaas is dat niet altijd het geval. Indien namelijk als gevolg van een boekenonderzoek een naheffingsaanslag wordt opgelegd, omdat de eerdere aangiften onjuist zouden zijn, stelt de ontvanger zich veelal op het standpunt dat de aangiften opzettelijk of grofschuldig onjuist zijn gedaan. Indien dat het geval is, betekent dat dat de mogelijkheid te melden geen opgeld meer doet. Indien de grofschuldigheid terecht wordt gesteld, wordt het kennelijk onbehoorlijk bestuur aangenomen en is het aan de bestuurder aannemelijk te maken dat het niet tijdig melden niet aan hem is te wijten. Dat blijkt meestal een onmogelijke opgave. Het is dan ook van belang de grofschuldigheid (of opzet) te bestrijden en daarvoor de juiste argumenten aan te dragen en goed na te denken over de woorden die je gedurende een onderzoek kiest.

De Haas Advocaten

Mevrouw mr. P. de Haas

Bahialaan 100 Rotterdam

dehaas@dehaasadvocaten.nl

www.dehaasadvocaten.nl

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.