De Nederlandse arbeidsmarkt vergrijst in hoog tempo. In 2023 was ongeveer 27 procent van alle werkenden 55 jaar of ouder, tegenover 20 procent tien jaar eerder. Voor ondernemers betekent dit dat teams vaker bestaan uit een mix van jongere en oudere medewerkers. Dat vraagt om een andere blik op gezondheid, werkdruk en inzetbaarheid. Oudere werknemers brengen veel ervaring, vakkennis en stabiliteit mee. Tegelijk neemt met de leeftijd de kans toe op chronische aandoeningen en langdurige gezondheidsklachten. Onderzoek dat in opdracht van RIVM en andere partijen is gedaan, laat zien dat veroudering invloed heeft op belastbaarheid en de kans op uitval. Dit betekent niet dat oudere medewerkers per definitie kwetsbaar zijn, wel dat werkgevers bewuster moeten kijken naar taken, roosters en ondersteuning.

Gezondheid en vitaliteit als randvoorwaarde

Het vitaliteitsbeleid gaat over dagelijkse keuzes op het werk. Veel zitten en weinig bewegen hangen samen met een hogere kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en bepaalde vormen van kanker. Juist in kantooromgevingen, waar langdurig zitten normaal is, kan dit op lange termijn problemen geven, zeker bij medewerkers die al langere tijd in dienst zijn. Voor oudere werknemers spelen ook nachtdiensten en onregelmatige werktijden een rol. Onderzoek van RIVM en TNO laat zien dat zij nachtwerk zwaarder ervaren, moeilijker herstellen en vaker vermoeid zijn dan jongere collega’s. Een goed vitaliteitsbeleid richt zich daarom op bewegen, herstel, slaap en realistische roosters. In sectoren met veel oudere medewerkers kan dat een belangrijk verschil maken in duurzame inzetbaarheid.

Medische risico’s en acute situaties

Naast langdurige gezondheidsproblemen zijn er acute risico’s, zoals een hartstilstand. Elke dag krijgen ongeveer 40 mensen in Nederland buiten het ziekenhuis een hartstilstand. De overlevingskans is het grootst wanneer binnen zes minuten wordt gestart met reanimatie en zo mogelijk een automatische externe defibrillator (AED) wordt gebruikt. Voor organisaties met een vergrijzend personeelsbestand is het daarom logisch om breder naar bedrijfsveiligheid te kijken. Een goede BHV-organisatie, duidelijke procedures en geoefende medewerkers vormen de basis. Voor sommige bedrijven is een AED aanschaffen vervolgens een aanvullende maatregel binnen datzelfde veiligheidsbeleid, zeker op locaties waar ook klanten of bezoekers aanwezig zijn.

Van beleid naar praktijk op de werkvloer

Volgens de Arbowet zijn werkgevers verplicht om passende bedrijfshulpverlening te organiseren, op basis van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In een organisatie met veel 55-plussers kan die RI&E andere uitkomsten geven dan in een jong team. Denk aan lichamelijk zwaar werk, veel nacht- of ploegendiensten of juist langdurig beeldschermwerk. De vertaalslag naar de praktijk vraagt om samenhang. Vitaliteitsprogramma’s, scholing van BHV’ers en eventuele medische hulpmiddelen op de werkvloer sluiten idealiter op elkaar aan. Zo ontstaat een werkomgeving waarin oudere én jongere medewerkers zo gezond mogelijk kunnen blijven werken, terwijl de organisatie tegelijk beter is voorbereid op onverwachte medische noodsituaties.