‘Transport- en logistieksector zit vol met kansen. Maar… laten we die kansen wel blijvend benutten!’
2 december 2016 09:52
Nederland heeft traditioneel als land van transport en logistiek grote uitdagingen voor ondernemers gekend. Veranderende omstandigheden werden echter altijd met een groot oplossend karakter aangevlogen om de keihard benodigde economische slagkracht te handhaven.
Maar anno 2016 lijken de tijden sneller te gaan dan ooit en Nederland staat als land van transport en logistiek onder druk… Althans, het merendeel van de ondernemers kon zich wel vinden in deze stelling. We hebben daarbij te maken met zowel interne factoren (dus, vanuit Nederland zelf) als externe aspecten (toenemende concurrentie en technologische ontwikkelingen).
Het onder druk staan van de sector bleek de inspirerende rode draad door het rondetafelgesprek dat Hét Ondernemersbelang half oktober organiseerde in Amsterdam. Gastheer was de firma Havenwerk, zelf ook met haar eigen dienstverlening actief binnen de sector. Maar liefst 11 deelnemers discussieerden onder een streng en toeziend oog van een kritische gespreksleider over een aantal stellingen met betrekking tot deze vraagstukken.
Conclusies
Een aantal belangrijke conclusies uit het gesprek: de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zijn verontrustend en kunnen op termijn een wezenlijk gevaar vormen voor de transport- en logistiekwereld (en dus ook voor de economische slagkracht van Nederland als geheel!). De politiek reageert te traag (of niet!) op logische marktbewegingen, zowel in praktische zin als in wet- en regelgeving; dit is de dood in de pot. Er is bovendien overduidelijk geen goede aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven en daardoor kan niet altijd meer een goede match worden gemaakt tussen potentiële werknemers en ambitieuze ondernemers. Oplossingen lagen en liggen niet direct voor de hand; ergernis over de weinig flexibele arbeidsmarkt is er wel. Het werd een oproep aan politici om op dit thema vooral ook meer slagkracht en toekomstvisie te tonen.
Maar ook werd geconstateerd dat werknemers niet meer zo loyaal zijn als vroeger. Flexibiliteit is een wens. Veel meer dan ooit hoppen werknemers van de ene naar de andere baan. Onze samenleving van werken lijkt een projectmaatschappij te worden. We hoppen van project naar project. Maar tegelijkertijd willen de meeste van die werknemers toch ook een stukje zekerheid. Want als we goed luisteren naar die werknemers, dan zijn dit toch de meest gehoorde kritieken op de werkgevers, die nauwelijks meer een vast contract aanbieden. Maar ja, willen werkgevers die vaste contracten nog wel geven en kunnen ze tegelijkertijd loyaliteit eisen? Of accepteren we dan toch maar het grote aantal ZZP’ers dat Nederland inmiddels rijk is en moeten we het dan maar doen met hun input? Maar hoe we het ook wenden of keren: we hebben een heel ander type werknemer nodig, in vergelijking met een aantal jaren geleden. Werk aan de winkel!
Arbeidsethos
Tevens werd de mentaliteit van de jongere generatie besproken. Die is niet zoals het zou moeten zijn, zo stelde de meerderheid van de deelnemers met volle overtuiging. Het arbeidsethos kan duidelijk beter. Vooral stagiaires konden ook enige kritiek leveren; deze willen nl. flink betaald worden terwijl ze hun stagetijd met name ook als een investering zouden moeten zien. Het is een mindset die vroeger anders was. (Vroeger was alles beter?) Daarnaast is er overduidelijk minder belangstelling om in de transport- en logistieksector te werken. De uitdaging? We moeten het vak meer sexy maken. Als jongeren nu wordt gevraagd, hoe ze tegen een toekomstige baan aankijken, dan worden vakken in de transport- en logistiek nauwelijks genoemd. Een communicatieslag is nodig, zo waren de deelnemers het erover eens. En dát terwijl er juist ook zo veel technologische (en daardoor sexy!) uitdagingen in het vak zijn!
Snel, sneller, snelst?
Boeiend was ook de ethische discussie die op een gegeven moment ontstond tijdens het rondetafelgesprek. In de transport- en logistieksector moet alles steeds sneller en efficiënter worden georganiseerd. Dat is een feit. Natuurlijk ingegeven door de eisen van de markt. Consumenten willen hun online-orders het liefst al op de dag van bestelling in huis hebben. En dat vergt grote logistieke oplossingen van de sector. Maar, willen we dat eigenlijk wel, vanuit ons hart? Dat snel, sneller, snelst en nog sneller? Hoewel de meeste deelnemers het erover eens waren, dat we er niet meer aan zullen ontkomen, werd wel erkend dat elke beweging per definitie een tegenbeweging oproept. De stress in de maatschappij, die al deze nieuwe eisen met zich meebrengt, is immers ook zeer ongewenst. Want, zijn we nu werkelijk gelukkiger dan vroeger? Daar werd eigenlijk wel over getwijfeld…
Grenzen dicht?
En tja, dan de grenzen dicht? Betere controles, wel of niet? Overduidelijk niet, zo bleek onder de deelnemers. Het dichtgooien van de grenzen is vernietigend voor onze welvaart, hoewel een deel van de deelnemers toch zeker erkende dat een betere controle op wat wel en niet ons land binnenkomt, beslist geen overbodige luxe is. Er werd daarbij met name verwezen naar de oneerlijke concurrentie van veel te goedkope Poolse, Bulgaarse en Roemeense vrachtwagenchauffeurs die voor een veel lager loon hun werk doen. Een ramp voor de transportsector in Nederland. Interessant was bij deze discussie dat de echte actuele gevoeligheid van dit thema door de deelnemers (bewust of onbewust) werd vermeden. Want, er zijn immers politieke partijen die bijvoorbeeld vanwege de terreurdreiging die grenzen écht dicht willen hebben. Waarom wilde niemand daar een concrete uitspraak over doen tijdens het rondetafelgesprek?
Nederland staat dus voor grote uitdagingen in de sector. Daar waren de deelnemers het in ieder geval zeer over eens. Want, dat Nederland economische slagkracht moet behouden en dat we een antwoord moeten hebben op al die interne en externe uitdagingen, was duidelijk. De sector zit vol met kansen, maar laten we die kansen wel blijvend benutten…! Anders is het gedaan met de positie van Nederland als doorvoerland en met de stevige rol die de natie heeft in economisch Europa.
De concrete stellingen waarover werd gediscussieerd, tijdens de bijeenkomst, waren:
- Door de grote veranderingen in de transport en logistiek, hebben we een heel ander type werknemers nodig.
- Het onderwijs sluit niet aan op de behoeften van bedrijven in de transport en logistiek.
- Een ethische discussie: waarom moet alles snel, sneller, snelst?
- De positie van Nederland als transport- en logistiek land staat onder druk.
- Als de grenzen dichtgaan, dan is dit een ramp voor transportland Nederland.
In dit overzicht van het rondetafelgesprek leest u de visies op deze thema’s van elk van de elf deelnemende debaters…
Christian Bilas (Havenwerk): ‘De klassieke vrachtwagen-chauffeur bestaat niet meer’ “De tijden zijn definitief veranderd in het transport en logistiek sector,” zegt Christiaan Bilas van Havenwerk. “Werkgevers eisen dat medewerkers meer moeten kunnen en ze moeten meer willen. Medewerkers dienen zich te realiseren dat ze veel meer multi-inzetbaar moeten worden en dus zullen ze ook zelf dienen te werken aan hun eigen competenties. Voor werkgevers ligt daar de uitdaging om van mensen betere werknemers te maken. Dat heeft niet alleen te maken met het geven van een goed salaris. Het gaat ook om het bieden van ontwikkelmogelijkheden.“Probleem is de intrinsieke motivatie van de jeugd. Die is niet goed. Jongeren laten zich te veel leiden door een zo hoog mogelijk salaris. Willen ze nog wel investeren in hun eigen toekomst? Weten ze dat de klassieke vrachtwagenchauffeur al niet meer bestaat? De suggestie dat Nederland als transport- en logistiekland onder druk staat, vind ik onzin. We hebben immers een unieke geografische ligging. Die kan niemand ons afnemen. We moeten echter op macroniveau wel meer inzetten op een samenwerking. Bijvoorbeeld tussen de havens van Amsterdam en Rotterdam. Om concurrerend te blijven.”
Danny Vesters, Boontje Advocaten Arbeidsrecht: ‘De lat wordt hoger gelegd voor werknemers’ “We hebben in de transport- en logistieksector, een ander type werknemer nodig,” zegt Danny Vesters van Boontje Advocaten. “We moeten goed kijken naar de vraag hoe we de arbeidsmarkt eigenlijk willen organiseren. Werkgevers hebben nu diverse mogelijkheden: vast en flex lopen door elkaar heen. Ik denk dat flex steeds meer gemeengoed gaat worden. Tegelijkertijd is het de vraag hoe in dat verband loyaliteit kan worden gecreëerd zodat je werknemers ook langer aan je weet te binden. Immers, het binnenhouden (en vergroten) van de aanwezige kennis is van groot belang. Als werkgever kun je investeren in opleidingen; dit draagt bij aan de groei en ontwikkeling van je werknemers en resulteert mogelijk in een meer duurzame verbinding. Werkgevers zullen minder geneigd zijn te investeren in flex dan in vast. Als tegenhanger van deze investering kan de werkgever bijvoorbeeld een studiekostenbeding opnemen in het arbeidscontract waarmee werknemers trapsgewijs de door de werkgever gemaakte kosten terugbetalen als zij voor afloop van dit beding uit dienst treden.”
Danny erkent tegelijkertijd dat de sector helaas te maken heeft met ‘de snel-sneller-snelst’-wensen. “Dit kan leiden tot het maken van meer fouten. Juist daarom heeft de sector goede werknemers nodig om dat te voorkomen.”
Cock van der Elst, Sales Manager Regio Noord bij Peinemann: ‘Veel te veel ruimte voor buitenlandse bedrijven in Nederland’ “Als je in de transport- en logistieksector werkt, dan weet je dat je eigenlijk geen ruimte moet willen geven aan de concurrentie. Daarom is snel-sneller-snelst een fenomeen waar je niet aan ontkomt. Je moet daarin mee willen gaan ten behoeve van je eigen continuïteit. In z’n algemeenheid zie ik echter wel dat de positie van ons land, als transport- en logistiekland enigszins onder druk staat. Er is namelijk veel te veel ruimte voor buitenlandse ondernemingen om hier actief te zijn terwijl omgekeerd de mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven in het buitenland veel beperkter zijn,” zo stelt Cock van der Elst.
“Het Level Playing Field is niet voor iedereen gelijk. Het maakt ons Nederlanders echter wel creatiever. We zijn immers een ondernemend landje! In die zin ben ik ook niet direct tegen het dichtgooien van de grenzen of het invoeren van strengere controles. Als we aan de grenzen beter controleren, dan weten we immers ook veel beter wie hier wel en wie hier niet binnenkomen. Nee, ik zie dus geen directe bedreiging voor onze sector.”
Samantha Ernst van uitzendbureau Sam At Work: ‘In opleidingen meer aandacht voor de vraag wat werk eigenlijk is’ “De arbeidsmarkt staat onder druk,” zegt Samantha Ernst van uitzendbureau Sam at Work. “Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan. Dat is een probleem. Daarnaast zie je dat werknemers zekerheid zoeken. Bedrijven zijn daar niet happig op, natuurlijk ingegeven door de wet- en regelgeving. Dit heeft invloed op de loyaliteit van werknemers. Het MKB is daar niet bij gebaat.”
“Daarnaast zie ik nog iets anders: binnen opleidingen zou er eigenlijk veel meer aandacht besteed moeten worden aan vraagstukken als ‘wat is werk’ en ‘welke verantwoordelijkheid komt daarbij kijken?’. Jongeren weten daar nog te weinig van. Ik denk dat je de motivatie van mensen een impuls geeft als je hier iets mee doet. Uiteindelijk zijn werkgevers daarbij gebaat. En dus ook de transport- en logistieksector.” Daaronder valt Samantha betreft niet de discussie over de grenzen, wel of niet dicht. “Kijk naar landen als Noorwegen of Zwitserland. Deze landen hebben nog steeds goede handel. Strengere grenscontroles zijn daar ook geen probleem.”
Ton Veraart van Havenwerk: ‘Investeer en organiseer met menselijk kapitaal’ “Ook in deze sector hebben we een ander type werknemer nodig. Ik denk dat het daarbij gaat om een doelmatigheidsvraagstuk; hoe creëer je efficiency? Extra nodig door groeiende kapitaalintensiteit. Automatisering is nodig om die efficiency te bereiken. Dat betekent intussen dat de klassieke werknemer is veranderd. Voor werkgevers ligt er dan ook de uitdaging om te investeren in het arbeidspotentieel voor de toekomst. Dat is tegelijkertijd lastig. Want, iedereen weet ook dat behoefte aan flexibiliteit enorm toeneemt. Dat lijkt haaks te staan op lange termijn relaties en samen investeren. Bij Havenwerk doen we toch allebei. We combineren flexibiliteit met vaste aanstellingen en veel opleidingen.” Veraart keurt het plan van de gemeente Amsterdam af, dat aan ZZP’ers opleidingsvouchers van 1.000 euro wil verstrekken. “Dit is oneerlijke concurrentie en een verkeerd signaal. Juist de zelfstandige ondernemer is verantwoordelijk voor zijn eigen kennis en opleiding. Iedereen moet dus zélf aan de bak want aan de technologische vooruitgang ontkomt niemand. Wil je blijven werken, dan zul je jezelf moeten blijven ontwikkelen. Dat geldt voor zelfstandigen net als voor werknemers en werkgevers gezamenlijk.”
Ben Radstaak van belangenorganisatie ACN: “Dat de markt steeds snellere en meer efficiënte processen eist, moge duidelijk zijn,” stelt Ben Radstaak van belangenorganisatie ACN. “De uitdaging zit hem in het vraagstuk hoe je processen logisch aan elkaar knoopt. Het kan altijd goedkoper. Door middel van efficiency. Maar, het mag niet ten koste gaan van de kwaliteit. In z’n algemeenheid doen we het goed in Nederland. Ik geloof dan ook niet in de stelling dat de positie van ons land als transport- en logistiekland onder druk staat. We blijven een toonaangevend land. Toch maak ik me zorgen over de discussie, die ook in de politiek wordt gevoerd, ten aanzien van de grenzen. Moeten deze nu wel of niet dicht? Hebben we om verschillende redenen strengere controles nodig? Als dit een scenario zou worden, dan denk ik dat dit nog weleens als ramp kan uitpakken. Immers, van oudsher weten we dat we goed boeren bij de bereikbaarheid van die wereldmarkt. En omgekeerd. Dat het Level Playing Field voor iedereen gelijk moet blijven, is logisch. Maar grenzen dicht? Nee.”
Maarten Barnhard van Havenwerk: ‘Gecontroleerd grensverkeer kan door goede automatisering’ “De transport- en logistieksector in Nederland staat onder druk,” zegt Maarten Barnhard van Havenwerk. “Er is veel ongunstige wet- en regelgeving en op de arbeidsmarkt sluiten vraag en aanbod niet op elkaar aan. Werkgevers dienen uiteraard te investeren daarin, maar ook is er een rol weggelegd voor de opleidingen. En niet alleen op het gebied van vaardigheden, maar ook op het gebied van competenties. Zo zie ik bijvoorbeeld dat in deze sneller draaiende wereld mensen soms erg snel gestresst zijn. Ook jonge mensen in de kracht van hun leven. Daar maak ik me wel zorgen over.” Op de vraag of het een ramp voor Nederland is als de grenzen dicht gaan, zegt Maarten helder dat het uiteindelijk allemaal wel zal meevallen. Je kunt het grensverkeer controleren door hele goede automatisering daarop toe te passen. Die mogelijkheden zijn er al. Wat de redenen ook mogen zijn om de grenzen (deels) te sluiten: ik denk dat de negatieve effecten enorm zullen meevallen.”
Joep Jansen van Truckland: ‘Biedt allochtone jeugd de kans om in je bedrijf te komen werken’ “Ik ben ervan overtuigd dat we anno 2016 in de sector een compleet ander soort werknemers nodig hebben. De markt vraagt erom. Scholen zijn daar nog niet op ingesteld. Tegelijkertijd hebben wij als werkgevers een verantwoordelijkheid. Zo hebben wij binnen onze organisatie een leerschool. De jeugd stroomt daar in. Dat doen we heel selectief. Dat gaat zelfs zo ver dat we in de werving ook gesprekken met de ouders hebben.”
Volgens Joep dient het bedrijfsleven ook de zogenoemde ‘niet makkelijk te benaderen’ allochtone jeugd te omarmen. “Deze enorme groep biedt een enorme potentie. Het is een gemiste kans als we het contact met deze jongeren laten liggen.” Aan de andere kant ziet Joep een macro-uitdaging. “De positie van Nederland als transport- en logistiek land staat onder druk. Als ik puur alleen al kijk naar de buitenlandse invloeden, zoals die uit Bulgarije, Roemenen en Polen, dan maak ik me zorgen. Bijvoorbeeld over het rijtijdenbesluit. Die buitenlanders hebben daar niets mee te maken. Wij wel. Er is te veel betuttelende wet- en regelgeving en dat heeft een negatieve invloed op onze concurrentiepositie.”
René Keemink van Keemink Design: ‘Grootste kostenpost – arbeidskapitaal – wordt geschrapt’ Op de vraag of het onderwijs niet aansluit op de behoeften van bedrijven in de transport en logistiek, antwoordt René Keemink met een stellig ‘Eens’. “Ik bekijk dit vanuit de ICT-kant. Als eerste vind ik niet dat we de schuld te makkelijk bij het onderwijs moeten neerleggen. De ontwikkelingen gaan nu eenmaal razendsnel. Het is bijna niet meer bij te houden. Maar daar ligt dan wel een verantwoordelijkheid voor de werkgevers: die zullen meer, vaker en constanter moeten investeren in hun medewerkers. Het is echt een must. Kijk maar naar wat er gebeurt in de markt. Alles moet sneller. Logistiek lijkt Rocket Science te zijn geworden. En, de consument is zelfs bereid om te betalen voor die sneller-sneller-modus. Het bedrijfsleven zoekt naar manieren om aan die vraag te voldoen. En dus wordt de grootste kostenpost geschrapt: arbeidskapitaal. Er wordt bezuinigd op de FTE’s. Automatisering zal dus een nog hogere vlucht gaan nemen. En je moet wel, de concurrentie is moordend. Veel marktpartijen zijn in staat om snel te schakelen. Als je mee wilt gaan ten behoeve van je eigen continuïteit, dan zul je dus ook sneller-sneller moeten…”
Dirk Dijk, van het Werkgeversservicepunt Amsterdam ‘Behoefte aan goed opgeleide mensen blijft’ De mentaliteit van werknemers in Nederland is niet overal even goed, zo stelt Dirk Dijk van het Werkgevers Servicepunt in Amsterdam. “Vooral in Amsterdam zijn mensen lastiger. Of kritischer, zo gezegd. Maar ik begrijp heel goed dat het bedrijfsleven deze mensen ook nodig heeft. Immers, de markt ontwikkelt zich. En dus is en blijft er een behoefte aan goed opgeleide mensen, ook op laag niveau, die hun rol kunnen vervullen in allerlei functies. Toch twijfel ik of de positie van Nederland – als transport- en logistiekland enorm onder druk staat. Ik zit er een beetje tussenin. Want, wat je ook vindt van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, we liggen strategisch goed. Vanuit geografisch perspectief beredeneerd zelfs fantastisch. Dat de tarieven onder druk staan, erken ik. De concurrentie is immers groot. Als de grenzen ooit dicht worden gegooid, dan begrijp ik dat dit voor transport- en logistiek Nederland een ramp is. Maar, ik betwijfel of dit een ramp voor Nederland als geheel is. Ik zou daar wel eens berekeningen op willen zien. Digitaal is namelijk veel te regelen.”
Arjan van Nieuwkerk, stagecoördinator bij Scheepvaart & Transportcollege (STC-Group): ‘Gat op de arbeidsmarkt valt mee’ “Het arbeidsethos in Nederland kan stukken beter,” stelt Arjan van Nieuwkerk, stagecoördinator bij STC. “Tegelijkertijd zie ik aan de andere kant ook dat veel bedrijven al ontzettend veel – wellicht te veel – verwachten van stagiaires. Ze willen (eisen!) van hen ook een enorme flexibiliteit. De vraag is of je daarop mag rekenen als je als bedrijf ‘maar’ 250 euro stagevergoeding uitkeert. Het lijkt er soms op alsof bedrijven geen tijd meer willen nemen voor hun stagiaires. Dus, willen ze feitelijk wel investeren in het toekomstig arbeidspotentieel. Hoe zit het met de begeleiding? Ik zeg eerlijk dat het MKB daar nog wel een verbeterslag in kan maken. Uiteindelijk zal de sector als geheel daarbij gebaat zijn want dat deze enigszins onder druk staat – mede ook door de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt – is duidelijk.”
Tegelijkertijd doet Arjan een oproep: “Bedrijven moeten zich ook meer geroepen voelen om aan te geven waar de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven niet goed zou zijn. Ik heb nl. nog steeds het gevoel dat het vermeende ‘gat’ wel meevalt. Onze stagiaires voldoen wel degelijk.” «
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.