Slimmer omgaan met bedrijfsdata is goed voor de portemonnee en het milieu
28 februari 2023 14:54
Matt Watts, Chief Technology Evangelist bij NetApp
Als het gaat om CO2-uitstoot, wordt snel gedacht aan de (luchtvaart)industrie en de land- of woningbouw. Maar in principe stoot elk bedrijf CO2 uit, namelijk met data. Door kritisch te kijken naar je datagebruik, kun je de CO2-uitstoot van jouw onderneming beperken, kosten besparen en het milieu een goede dienst bewijzen.
Vrijwel alle data staat opgeslagen op opslagapparatuur in datacenters, waarbij de stroomvoorziening grotendeels afhankelijk is van elektriciteitscentrales. Deze centrales gebruiken vaak fossiele brandstoffen en die zorgen op hun beurt weer voor CO2-uitstoot. Dus hoe meer data je onderneming gebruikt, hoe meer CO2-uitstoot je indirect produceert. Het is daarom belangrijk voor bedrijven, die naast het besparen van kosten ook aan het milieu willen denken, om zo efficiënt mogelijk hun data op te slaan en te beheren.
Uit onderzoek blijkt dat 68% van alle aangemaakte data niet meer door organisaties wordt gebruikt. Omdat meer data indirect gelijk staat aan meer uitstoot is het de vraag of het dan echt noodzakelijk is om alle data op te slaan en langdurig te bewaren.
Regelgeving schrijft vaak voor dat sommige data een bepaalde periode opgeslagen moet worden. Daarna mag je deze data wissen, maar dat gebeurt in de praktijk vaak niet en het is meestal maar een fractie van het totaal aan data dat een bedrijf heeft. Het gevolg is dat de hoeveelheid opgeslagen data maar blijft toenemen. Door actief op zoek te gaan naar data die je niet meer wettelijk hoeft te bewaren, kun je mogelijk veel opslagcapaciteit vrijmaken. Natuurlijk moet je ook kijken naar andere data in de organisatie die niet meer relevant is voor de bedrijfsvoering en kijken of je ook deze data kan archiveren of zelfs wissen.
Tips voor minder en duurzamere data
Veel informatie is vaak op meerdere plekken opgeslagen. Door deze dubbele data te verwijderen, is minder opslagcapaciteit nodig. Een slimme oplossing is het gebruik van een datafabric. Dit maakt een duurzame datastrategie mogelijk waarmee je altijd en overal bij je data kan, ongeacht waar het is opgeslagen. Het is daarom niet meer nodig om data op verschillende plekken te hebben staan. Daarnaast kan je met een datafabric gemakkelijk je databeheer standaardiseren en heb je daardoor beter inzicht in de kosten en efficiëntie van je data.
Een andere tip is om je data op te slaan bij een cloudaanbieder als Google Cloud, Amazon Web Services (AWS) of Microsoft Cloud. Door hun schaalgrootte en innovatiekracht kunnen ze energiezuinige opslagmogelijkheden bieden. Is er de voorkeur om data op te slaan op eigen opslagapparatuur in bijvoorbeeld een (lokaal) datacenter, dan is het verstandig om te letten op de Power Use Effectiviness (PUE). Dit is een maatstaf om de energie-efficiëntie te bepalen. Hoe lager deze waarde, hoe energiezuiniger een datacenter is. Aan de hand van de PUE-waarde kun je dus op objectieve wijze het meest energiezuinige datacenter kiezen.
CO2 voetafdruk
Alle datacenters zijn verantwoordelijk voor ongeveer twee procent van de wereldwijde vraag naar energie. Door de verwachte groei van clouddiensten en het gebruik van ICT binnen bedrijven is de verwachting dat dit cijfer in 2030 verviervoudigd zal zijn. Het is daarom belangrijk om slim om te gaan met je bedrijfsdata. Kijk kritisch naar je data, sla niet meerdere kopieën op en gebruik de cloud waar mogelijk. Zo bespaar je niet alleen kosten, maar lever je ook een bijdrage aan het milieu door de CO2-voetafdruk zo klein mogelijk te houden.
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.