Nieuwe regelgeving kan ook versnellen en bewustwording essentieel in strijd tegen verspilling

29 juni 2022 08:46

Nieuwe regelgeving kan ook versnellen en bewustwording essentieel in strijd tegen verspilling

“Veel mensen weten het onderscheid tussen een THT- en een TGT-datum niet”

Een kwart van al het voedsel in Nederland belandt in de afvalbak. Bij het panel van deskundigen aan de Ronde Tafel leven veel ideeën om verspilling tegen te gaan. Ze werken allen stug door aan hun innovaties. Maar bestaande regelgeving zet nogal eens een rem op toepassingen. Desondanks kunnen nieuwe wetten en regels juist ook bijdragen om die innovaties snel in de markt te zetten. Bewustwording is essentieel. Dat zijn een paar conclusies van het panel over het thema circulariteit en voedselverspilling.

Duurzaamheid gewoon doen

Senior projectmanager en business developer bij Plantics, Erik Oesterholt, is behoorlijk overtuigd. “Duurzaam moet je niet over praten. Duurzaam moet je gewoon doen!”. Hij is nu bijna 3 jaar werkzaam bij Plantics, het bedrijf dat samen met partners circulaire materialen en producten maakt met behulp van unieke thermohardende bioharsen. Hij is verantwoordelijk voor alles wat met materialen voor in de bouw te maken heeft en om deze materialen naar de markt te brengen. Zijn stelling moet je heel letterlijk nemen, vindt hij. “Je kunt blijven onderzoeken en ontwikkelen, maar op een gegeven moment moet je het gaan toepassen. Er zijn altijd meer vragen dan antwoorden.” Plantics ontwikkelt samen met partners ook circulaire materialen en producten voor de bouw waarbij ze haar bioharsen in combinatie met natuurlijke vezels, zoals hennep, toepast. De stelling van John Schraven, ‘van het gas af, makkelijk zat’, sluit aan op die van Erik Oesterholt. “Alle benodigde technologie is er. Ik ben nu bezig met een bedrijf dat vloerverwarming op de zonnepanelen wil aansluiten. Het is een kwestie van doen,” stelt de innovatiemakelaar van RCT Gelderland. Gastheer Fred Hakvoort is al sinds 2012 bezig om de producten uit miscanthus, olifantsgras in de volksmond, op grote schaal te produceren en in de markt te zetten. Gewoon doen is nog niet zo eenvoudig. Er is vaak een lange adem voor nodig. Een van de grondstoffen die uit miscanthus gemaakt kan worden is lignine en kan het zwaar giftige bitumen vervangen in asfalt. “We zijn met Miscancell al twee jaar bezig om op de lijst van Rijkswaterstaat te komen om grasfalt te mogen leggen. Je moet allerlei testprotocollen door, maar we staan inmiddels op de lijst.” Regelgeving zet nogal eens een rem op innovaties is zijn idee. “De snelheid waarmee innovaties dingen veranderen in Nederland is zo hoog dat de regelgeving daarbij achterblijft. We zijn bezig om een LCA (dl: Life Cycle Analysis) te krijgen voor hemicellulose bij een filterfabrikant. Dat heb je niet in twee weken gedaan,” illustreert Fred Hakvoort.

Voedselvaardigheden van groot belang

Zijn ingebrachte stelling is ‘de grootste verspilling is de mens’. Als voorbeeld noemt hij de houdbaarheidsdatum op verpakkingen. “Veel mensen gooien voedingsproducten weg zodra iets over de datum is op de verpakking, terwijl het meestal nog goed bruikbaar is. Ik denk dat het belangrijk is om daar meer bewustwording te creëren,” oppert hij. Daar is Marieke Gorkink het hardgrondig mee eens. “Veel mensen weten het onderscheid tussen een THT- en een TGT-datum niet. THT betekent tenminste houdbaar tot, TGT betekent te gebruiken tot. Dat is een wezenlijk verschil en als iedereen daar bewust van is, kunnen we behoorlijk wat verspilling tegengaan.” Zij is van Natuur en Milieu Gelderland, dat werkt aan een mooi landschap, herstel van de natuur en het bevorderen van biodiversiteit. Een van de projecten waar ze aan werken is Gelderland van Morgen om plantaardig voedsel te bevorderen en voedselverspilling te verminderen in de horeca, zorg, catering en retail. Siebrand Miedema (niet op de foto) scherpt het nog wat aan. “Als er wat schimmel op je pesto of kwark zit, dan schep je het eraf en dan kun je de rest gewoon eten. Maar met brood of vlees kan dat weer niet. Dat moet je weten, dat luistert veel nauwer. Het gaat om voedselvaardigheden.” Miedema is professioneel werkzaam in de horeca in Bredevoort en doet mee met het project Gelderland van Morgen. De stelling van Marieke Gorkink is: ‘Twee voor de prijs van een, moet verboden worden op versproducten’. Ze licht toe: “Een deel belandt vaak in de afvalbak. Je gooit niet alleen het voedsel weg, maar ook het telen en oogsten, de verwerking, het transport enzovoort. Dat gooi je ook allemaal in de afvalbak. In Nederland gooien we twee miljard kilo aan voedsel weg ieder jaar.” In haar opinie zou de aanbieding ook voor een enkel product kunnen gelden. Ze stelt dat het mis gaat als vraag en aanbod niet goed op elkaar zijn afgestemd. “Bijvoorbeeld is ons landbouwbeleid afgestemd op zoveel mogelijk produceren en niet op de vraag. Maar ook thuis wordt veel verspild of bij een restaurant. Daar zijn praktische oplossingen te bedenken en bewustwording is heel belangrijk.”

Van reststroom naar tomatenleer

“Je kunt proberen verspilling te voorkomen, maar je kunt ook proberen wat met de reststromen te doen,” vindt Karin Struijs, onderzoeker bij het HAN BioCentre, het expertisecentrum Toegepaste Biowetenschappen en Chemie van de HAN, waar het thema biobased economy bovenaan de agenda staat. “De huidige insteek is dat er nu geprobeerd wordt materialen te maken die dezelfde eigenschappen hebben als bestaande materialen. Dat is best lastig, want de bestaande materialen zijn grofweg de afgelopen 200 jaar ontwikkeld. Het is een uitdaging om materialen met dezelfde eigenschappen te maken in 10 tot 20 jaar.” In haar opinie moet je juist gebruik maken van de eigenschappen die biomaterialen hebben en gaan accepteren dat het product andere eigenschappen heeft, waaronder de levensduur. “Ik zag bijvoorbeeld op het Symbiosis Festival van Blue City een presentatie over tomatenleer, een leerachtige stof van de stengels en stelen van tomaten. De levensduur is korter dan van echt leer, dus moet je zoeken naar toepassingen die ook een kortere levensduur hebben. Bijvoorbeeld een horlogebandje.” Het grote voordeel is dat als deze horlogebandjes kapot zijn ze weer ingezet kunnen worden als nieuwe grondstof. “Daar moet je bij het ontwerp en samenstellen eigenlijk al over nadenken,” zegt Erik Oesterholt. “Werkelijk circulair betekent dat je een product niet alleen in de markt zet, maar dat je ook nadenkt over de waarde aan het eind van de levensfase. Wat kun je er dan mee? Werkelijk circulair betekent recyclen in een gelijkwaardige toepassing, of zelfs up-cyclen. Verstoken in een energiecentrale kan altijd nog.”

Knellende en versnellende regelgeving

Als er voedsel overblijft bijvoorbeeld in een restaurant, dan krijg je te maken met voedselveiligheid en HACCP (Hazard Analysis and Critical Control Points). “In het project Gelderland van Morgen werken we met een partij, VoedselSurplus, die halen voedsel dat overblijft bij supermarkten en restaurants op,” vertelt Marieke Gorkink. “Zij brengen dat naar de buurt, naar een sociale keuken, zoals dat heet, en daar koken ze met die producten. Maar het is een heel gedoe over wat je wel en niet mee mag nemen. Voedselveiligheid is belangrijk, maar sommige regels zijn te generiek. Op dit moment is het aantrekkelijker om voedselresten naar de biovergister te brengen, want dat wordt financieel gestimuleerd door de overheid. Op zo’n moment is het overheidsbeleid tegenstrijdig.” John Schraven haakt aan op die tegenstrijdigheid. “Regelgeving is de grootste barrière voor vernieuwing in allerlei opzichten, bijvoorbeeld bij het aanbestedingsmechanisme. Stel de overheid wil een nieuw gebouw plaatsen. Maatschappelijk gezien moet dat tegen de laagste kosten, maar aan de andere kant zou de overheid trekker moeten zijn op het gebied van duurzaam bouwen.” Het gezelschap is erover eens dat regelgeving juist ook een versneller kan zijn. Bijvoorbeeld door niet duurzame oplossingen te verbieden of uit te gaan van de werkelijke kosten van een product met bijvoorbeeld de MKI (Milieu Kosten Indicator). Denk aan de aanbiedingen waar Marieke Gorkink het over had, over duurzaam bouwen te verplichten bij aanbestedingen of een vliegtaks.

Verspillen van brood

Een van de oplossingen waar Marieke Gorkink aan denkt bij voedselverspilling is het brood in een supermarkt of bakker gewoon standaard invriezen. “Dat doen we thuis ook, dus waarom niet in de supermarkt?” Fred Hakvoort weet dat in Nederland ongeveer 10 procent van het brood uit broodverbeteraar bestaat. “Allemaal bedoeld om het mooi glanzend te maken, om het langer houdbaar te maken,” zegt hij. “De grondstoffen voor de broodverbeteraar gooien we met het oude brood weg, dus kun je alleen al besparen door minder broodverbeteraar in het brood te stoppen.” Karin Struijs brengt ertegenin dat dat soort producten juist bedoeld zijn om verspilling tegen te gaan “Hetzelfde geldt voor het plastic om de komkommer waardoor het in de koelkast langer goed blijft. Dus de verpakking is in dit geval ook bedoeld om verspilling te voorkomen.” John Schraven geeft zijn broodresten aan de ‘kippetjes’, hoewel dat ook niet zo goed voor hen is. Siebrand Miedema weet dat broodresten bij de bakker gebruikt worden als brandstof in de bakkersoven. Zelf stopt hij zijn brood in een katoenen in plaats van een plastic zak. “Sinds ik de katoenen zak gebruik heb ik nooit meer beschimmeld brood gezien. En is het brood uitgedroogd, dan kun je er prima paneermeel van maken.”

Van lokaal tot globaal

Fred Hakvoort denkt dat als je het lokaal oppakt, je de overheid en mensen wel meekrijgt in je innovatieve plannen. Karin Struijs vindt echter dat dat geen wereldwijde oplossing biedt. “We moeten naar een grotere schaal. We hebben in de loop der jaren een welvaartsniveau opgebouwd. Dat kun je wel een klein stukje terugschroeven, maar niet veel. We moeten echt naar globale oplossingen toe op een duurzame manier.” Marieke Gorkink is het met haar eens: “Al deze kleine stapjes en initiatieven zijn mooi, maar we zijn wel op een punt gekomen dat we grote stappen moeten zetten. We moeten niet te lang blijven praten, maar ook concreet aan de slag. Veranderingen gaan ook pijn doen en we moeten daar doorheen.” Volgens John Schraven is het behoorlijk complex. “Er is niet één oplossing, maar er zijn zo ontzettend veel initiatieven, dat ik daar warm van word. Ik wil graag die initiatieven weer aan elkaar verbinden. De spagaat van kleine initiatieven en de grotere opschaling die de wereld gaan veranderen, daar wil ik graag aan bijdragen.” “Wat wij doen is misschien een druppel op de gloeiende plaat, maar je moet het wel gaan doen, want als het niet gedaan wordt, dan komen we er nooit,” besluit Karin Struijs. Dat sluit mooi aan bij de stelling van Erik Oesterholt: “Je zou er moedeloos van kunnen worden, maar wij blijven met onze druppel gewoon doorwerken. Miscancell doet dat ook en uiteindelijk worden al die druppels een olievlek.” 

Tekst: Dick Leseman // Fotografie: Jacques Kok

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.