Het avontuur ‘duurzaamheid’ ga je samen aan
3 juli 2017 15:39

Een gesprek over duurzaamheid houd je per definitie het liefst op een plaats waar dat thema ook werkelijk een rol van betekenis speelt. Dan is het gemeentehuis van Goeree-Overflakkee een prima locatie. Hier is ‘groen’ de kleur van het lokale DNA geworden.
We spreken met vijf tafelgenoten over wat duurzaamheid anno nu inhoudt, en over wat de toekomst brengt. Dit aan de hand van drie vraagstukken. Maar eerst een korte voorstelronde.
Namens de gemeente is wethouder Arend-Jan van der Vlugt gastheer. Hij is duidelijk trots op wat Goeree-Overflakkee al heeft bereikt en nog van plan is rondom dit thema. Zo is er het streven om in 2020 energieneutraal te zijn. “En dat gaan we halen”, klinkt het stellig.
Links van hem zit Hennie Weeda, als directeur van WDAdvising specialist op het gebied van ruimtelijke ordening en omgevingsrecht, zaken die enorme raakvlakken hebben met duurzaamheidsvraagstukken. Rechts van de wethouder als eerste Jan Verhage, die de coöperatieve gedachte van de Rabobank bewaakt en uitdraagt. Aangezien slagen maken op dit milieu-maatschappelijke gebied pas echt lukt in samenwerkingsverbanden, past ook dit thema helemaal bij hem. Hij is bovendien mede-initiator van een landelijke denktank die oplossingen lanceert voor allerhande lokale praktijkkwesties, ook betreffende duurzaamheid.
Naast Jan heeft Dominic van Doorn plaatsgenomen, namens de ABN AMRO. Hij vertelt hoe deze bank probeert landelijke thema’s dermate op te zetten dat ook vestingen en klanten in den lande aan kunnen haken. Last but not least zit er Marcel Koeton, tevens Rabobank-man. Hij is vooral contactpersoon voor grotere accounts, die minstens even serieus naar duurzame oplossingen zoeken. Na een korte kennismaking is het tijd voor de eerste stelling:
‘Groen’ denken en werken is mooi maar ook kostbaar, aldus een veelgehoord (voor)oordeel. Dat wil de afnemer (‘de markt’) eigenlijk helemaal niet. Maar klopt die aanname wel?
Hennie Weeda vertelt in de markt vaak te horen dat duurzaam werken en leveren steeds meer als voorwaarde wordt gezien en tevens een belangrijke marketingtool kan zijn. Dat er soms een spanningsveld is tussen het ertoe gedwongen voelen van de één en ertoe geroepen voelen van de ander, onderkent hij ook. Wethouder Arend-Jan van der Vlugt over de rol als lokale overheid: “We stellen het op zich niet als voorwaarde maar geven wel duidelijke signalen af hoe belangrijk we het vinden. De gemeente Goeree-Overflakkee beschouwt het thema zeker niet als zomaar een imagokwestie. Het gáát ergens over. We willen de aarde beter achter kunnen laten dan dat ie nu is. Dat zien we als morele plicht en die boodschap dragen we heel actief uit.”
Het kan ook winst opleveren
Jan Verhage over het kostenaspect: “Er zijn heel veel manieren om dit beheersbaar te houden. Banken bieden daar speciale producten voor aan en er zijn nog altijd veel subsidies die het nodige mogelijk maken.” Buurman en sectorgenoot Dominic van Doorn vertelt over hoe ‘zijn’ bank erin staat: “We blijven graag weg van de discussie of het goedkoop of duur is. Het gaat ook niet alleen om fysieke maatregelen. Denk eens aan duurzame bedrijfsvoering, en de wijze waarop een werkgever met mensen omgaat. Daar is eveneens winst te behalen. Een bank denkt daar graag in mee en stimuleert goede initiatieven en businessmodellen. Je verbindt er als financieel dienstverlener graag je naam aan als het om ethisch verantwoorde plannen met toekomstvisie gaat.” Jan knikt bevestigend. Zijn organisatie denkt er hetzelfde over. Zijn collega Marcel Koeton vult aan: “Als bank wil je verbinden, tussen ondernemers en overheden. We zijn tevens een kennisnetwerk voor al die partijen en bieden die kennis graag aan. Het creëert gezamenlijke kansen immers.”
Arend-Jan wijst erop dat er in verduurzamen prima verdienmodellen te vinden zijn. Als voorbeeld noemt hij de visserij. Die sector heeft compleet nieuwe impulsen én toekomst gekregen en werkt nu met moderne, effectieve technieken die de bodem minder beroeren en ongewenste bijvangst verminderen. Het bespaart bovendien tot wel 50 procent aan brandstof. Er is een Visserij-Innovatiecentrum gerealiseerd waar technieken worden uitgeprobeerd en verfijnd. De opbrengsten gaan dus nog toenemen. Trots vertelt de wethouder: “Deze ontwikkelde nieuwe visserij loopt zo ver voorop met nieuwe inzichten en technieken, dat het buitenland het initiatief inmiddels als geduchte concurrent is gaan zien. Belangrijk blijft voor ons als gemeente dat die footprint vermindert. In deze maar ook andere sectoren.”
Banken ‘houden’ van duurzaam
Hennie noemt de woningmarkt als één van die andere sectoren waar veel winst wordt behaald op duurzaamheid. Hij vertelt over de rol van zijn bedrijf als schakel tussen de gebruiker/eigenaar van een pand en de partijen als overheid, architecten, stedenbouwers en dergelijke. Er kan veel maar die kennis koppelen aan de wensen van de bewoner of ondernemer is een traject op zich. “Daarbij kijken we natuurlijk naar langere termijneffecten maar ook naar rendement.” Een argument waar banken eveneens gevoelig voor zijn, meldt Marcel: “Hoe beter je energielabel, hoe duurzamer je beleid, hoe beter het financieringsaanbod soms is. Het maakt je als organisatie stabieler en dus meer waard.” Tijd voor stelling twee, aangezien het toch al over woningbouw ging:
Op wijkniveau inzetten op duurzaamheid heeft nauwelijks aantoonbaar positief effect op sociale cohesie, leefbaarheid en veiligheid. Dat stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau. Gemeentes en wooncorporaties melden juist vaak dat investeren in groen op sociaal vlak veel oplevert.
Hennie is het in ieder geval erg oneens met de conclusies van het Sociaal en Cultureel Planbureau: “Je ziet in je eigen omgeving toch ook juist volop voorbeelden van hoe die aanpak resultaat heeft?” Hij krijgt bijval van Dominic: “Er zijn volop onderzoeken die precies het tegenovergestelde opleveren.” Beide zien ze in de praktijk veel lukken en dus zin hebben. De gemeente heeft hier dezelfde ervaring in. Arend-Jan vertelt: “Wij zien bewustwording en de interesse in groen en duurzaam juist groeien. We hebben een aantal programma’s lopen in wijken die veel opleveren. Mensen trekken met elkaar op om hun leefomgeving te verbeteren en raken erdoor geïnspireerd.” Hij haalt een voorbeeld aan waarbij er collectief zonnepanelen zijn aangeschaft en waarvoor de gemeente de daken van gemeentelijke gebouwen beschikbaar heeft gesteld. Inwoners die wonen in een historisch pand, waarop het plaatsen van zonnepanelen niet is toegestaan, kunnen hiervoor in aanmerking komen en gebruikmaken van de zonne-energie die opgewekt wordt op een van die daken. Zo zijn er in zijn gemeente volop initiatieven, waaronder een nieuwbouwproject in Stad aan het Haringvliet, waar het huis van de toekomst gebouwd wordt en waar ook het Car sharing project wordt gelanceerd. Hierbij kan de inwoner door middel van een reserveringsapp op de mobiele telefoon een elektrische auto gebruiken voor de gewenste tijdsduur. Met als doel om het aantal ‘eigen’ vervoersmiddelen terug te dringen. Jan haalt er nog een heel ander aansprekend voorbeeld bij dat de uitkomsten van het onderzoek logenstraft: “Er zijn steeds meer alleenwonenden die aanhaken of worden betrokken bij initiatieven om isolement te voorkomen. Dat is ook een vorm van sociale duurzaamheid.”
Nieuwe kijk op werken
Volgens Marcel is er een duidelijk merkbare mentaliteitsverandering ontstaan, die alles te maken heeft met anders omgaan met je leefwereld. Hij vertelt: “Ik zie het bijvoorbeeld bij het aantrekken van talent. Het gaat niet meer om een grote auto van de zaak bijvoorbeeld. Mensen willen duurzaam van A naar B komen, zien graag flexwerkmogelijkheden en willen enige autonomie, afgerekend worden op hun output.” Dat is alleen maar goed voor een organisatie, vinden ook zijn gespreksgenoten. Hij krijgt volop bijval en de laatste stelling komt ter tafel:
Om van duurzaamheid een succes te maken is samenwerking van enorm belang. Gebeurt dat ook lokaal al voldoende?
Volgens Jan kan er niet genoeg gehamerd worden op het belang van duurzaamheid. Mensen hebben vaak best wat tijd nodig om er écht aan te wennen maar uiteindelijk gebeurt dat wel. Hij wijst op hoe ICT een onderdeel is geworden van bijna alles wat we doen, privé en op het werk. We zouden niet anders meer willen. Een bank kan een belangrijke partner zijn in het mogelijk maken van betaalbare oplossingen.
Dominic wijst op een programma waarin het mkb niet zelf hoeft te investeren maar wel grootschalig gebruik kan maken van zonnepanelen op het dak tegen een lagere prijs. Ook dat is samenwerking. Tevens vertelt hij over het ABN AMRO Paviljoen, gelegen naast het hoofdkantoor. Een plek die in samenwerking en cocreatie met ketenpartners tot stand komt en een belangrijke voorbeeldfunctie heeft, als etalage en platform voor innovatie en verdere verduurzaming. Hier moeten mooie initiatieven ontstaan in het hele land, en dus ook Goeree-Overflakkee, zichtbaar en bruikbaar kunnen zijn.
Energieke Regio
Die bewustwording ook lokaal bewerkstelligen is een taak waar de gemeente flink op inzet, vertelt de wethouder. Daar worden lokale partijen, burgers en bedrijven volop bij betrokken. Het voornemen om Goeree-Overflakkee in 2020 energieneutraal te laten zijn biedt ook weer nieuwe kansen voor ondernemers, is zijn overtuiging. Bedrijven helpen elkaar ook steeds vaker, door gewonnen energie te delen en samen te investeren in nieuwe technieken. Energieke Regio, een initiatief van de gemeente, de Rabobank, een ondernemer en het ministerie van I&M is hier een mooi voorbeeld van. Ook Jan is hierbij vanaf het eerste moment betrokken, als bestuurder bij de stichting die dit innovatieprogramma landelijk aan het uitrollen is, inmiddels in zo’n honderd regio’s: “Het zorgt overal voor lokale verbondenheid, duurzaamheid én werkgelegenheid. We laten voorzieningen als bijvoorbeeld de verduurzaming van gebouwen zo veel mogelijk door bedrijven uit die regio servicen.”
Ruimte maken voor ideeën
Hennie en zijn bedrijf hebben een hele andere rol in lokale ontwikkelingen, vertelt hij: “In de dynamiek van al die gezamenlijk uitgewerkte wensen en plannen willen bewoners of ondernemers ook nog wel eigen wensen verwezenlijken. Wij zijn dan de partij die dat voor hen probeert mogelijk te maken. Dat kost weleens wat tijd en stuit ook weleens op weerstand, omdat mensen soms even aan een plan of idee moeten wennen. De uitdaging is dan de meerwaarde ervan duidelijk te maken.” Marcel haakt aan: “Daar spelen we als bank tevens graag een rol in natuurlijk. Ruimte creëren voor plannen is in meerdere opzichten één van onze specialismen.”
Arend-Jan is trots op wat er in zijn gemeente aan samenwerkingen is ontstaan en op de resultaten daarvan. Dat vernieuwen heeft al veel opgeleverd, stelt hij tevreden vast. Het goede voorbeeld geven ook en daar herkennen de tafelgenoten zich in. “Je moet goede initiatieven absorberen”, stelt Dominic. Sectorgenoot Jan maakt de gemeente zelfs complimenten voor die aanpak, mede omdat er zo vooruit gedacht wordt. Dat is wellicht de belangrijkste conclusie van het gesprek: écht duurzaam denken en doen is samen vooruit regeren. «
Tekst: Hans-Jorg van Broekhoven / Fotografie: Marco Magielse
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.