Duurzame Inzetbaarheid valt onder ons hoofdthema Personeel- en Organisatiemanagement: bekijk de factsheet: Personeel & Organisatiemanagement
Interessant artikel? Deel het:
Gerelateerde berichten
Digitale soevereiniteit gaat over resultaten, niet over idealen
Digitale soevereiniteit is momenteel een ‘hot topic’ in bestuurskamers en de politiek. Achter de schermen proberen landen hun afhankelijkheid van buitenlandse technologie te verkleinen, van chips tot cloud. Want wie controle heeft over data en digitale infrastructuur, heeft ook politieke en economische macht. Toch schuilt in die drang naar zelfstandigheid een misverstand. Veel overheden investeren grote bedragen in datacenters, vanuit het idee dat bezit gelijkstaat aan onafhankelijkheid. Maar servers en processors maken nog geen digitale autonomie. Technologie stopt niet bij de landsgrens: zelfs wie eigen datacenters bouwt, blijft afhankelijk van buitenlandse chips, software en kennis. Digitale soevereiniteit bereik je dus niet door muren te bouwen, maar door te begrijpen hoe verweven de wereld al is. Geen isolatie, maar regie Zelfs als een datacenter volledig in eigen beheer is, komen veel onderdelen, zoals chips, netwerkapparatuur en AI-modellen, nog steeds uit het buitenland. Wie volledige onafhankelijkheid wil, zou dus alle buitenlandse technologie moeten uitsluiten. Dat is economisch en innovatief niet haalbaar. Zo’n aanpak zou een land juist afsluiten van de wereldwijde kennis en vooruitgang. Ware digitale soevereiniteit draait niet om isolatie, maar om regie. Landen moeten hun investeringen en regelgeving richten op concrete resultaten: controle houden over cruciale data en assets, terwijl ze gebruikmaken van de beste technologieën die beschikbaar zijn. Wie digitale regie wil, kan zich richten op vier gebieden waar de impact het grootst is: 1. Investeer waar het telt De echte strijd om digitale onafhankelijkheid gaat niet om datacenters, maar om software en kunstmatige intelligentie. Dáár wordt bepaald wie de industrie van morgen aanstuurt. Overheden die investeren in softwareontwikkeling en AI-toepassingen versterken tegelijk hun economie en creëren vanzelf vraag naar datacenters en chips. 2. Pas bescherming aan op de waarde van data Niet alle data zijn even gevoelig. Hoe hoger het vereiste niveau van soevereiniteit, hoe groter de kosten. Kritieke informatie over de nationale veiligheid of publieke dienstverlening vraagt om maximale controle, beheerd door gescreend personeel en verwerkt binnen nationale grenzen In gereguleerde sectoren, zoals de zorg, is datalocalisatie vaak verstandig. Voor minder gevoelige bedrijfsinformatie volstaan vertrouwde cloudomgevingen, zolang die voldoen aan strenge cybersecurity-eisen. SAP biedt klanten deze variatie aan mogelijkheden, inclusief soevereine cloudoplossingen voor specifieke landen, waaronder voor Nederland. 3. Kies voor gedeelde internationale standaarden Soevereiniteit wint aan kracht door samenwerking. Als landen internationale normen (zoals ISO of IEC) omarmen in plaats van eigen regels te maken, ontstaat er een grotere markt en dalen de kosten. Bedrijven en overheden kunnen dan veilige, soevereine oplossingen gebruiken in landen die dezelfde standaarden hanteren, wat efficiëntie en schaalbaarheid bevordert. 4. Investeer in kennis en vaardigheden Geen enkel land wordt digitaal onafhankelijk zonder mensen die begrijpen hoe cloud, data en AI werken. Investeren in onderwijs, training en onderzoek is dus net zo belangrijk als investeren in infrastructuur. Soevereiniteit begint bij expertise, niet bij hardware. De digitale toekomst van een land ontstaat niet in serverruimtes, maar in de beslissingen van bedrijven en overheden. Wie zich richt op concrete resultaten, de juiste technologie inzet en nationale belangen centraal stelt, legt de basis voor duurzame digitale onafhankelijkheid. Christian Klein is CEO van SAP
Waarom lokale lasdampafzuiging maar de helft van het probleem oplost
Je wil voor iedereen een gezonde en veilige (werk)plek creëren. Als het gaat om brandbeveiliging vertrouw je daarom niet alleen op handblussers: je installeert ook sprinklers om de hele hal te beschermen. Met lasdampen werkt het precies zo. Toch zetten bedrijven nog steeds vaak alleen lokale lasdampafzuiging in. Dat beschermt de lasser, maar niet de rest van de mensen in de werkruimte. Hoe dat zit, lees je hier. Maar eerst: wat maakt lasdamp eigenlijk zo schadelijk? Lasrook bestaat uit ultrafijne metaaldeeltjes die diep in je longen terecht kunnen komen. Wanneer je langere tijd grotere hoeveelheden lasdamp inademt, kunnen (ernstige) gezondheidsklachten ontstaan. Denk aan COPD, metaaldampkoorts, astma en zelfs verschillende soorten kanker. Werkgevers hebben de plicht om de gezondheid van hun personeel te beschermen. Daarnaast zorgen gezonde medewerkers ook voor een bloeiend bedrijf, dankzij lager ziekteverzuim, hogere productiviteit en een sterk bedrijfsimago. Meer dan genoeg redenen dus om je personeel goed te beschermen tegen gevaarlijke lasdampen. En daarvoor is meer nodig dan alleen lokale lasdampafzuiging. De naam zegt het al: lokaal Lokale lasdampafzuiging doet precies wat het moet doen: lasdampen opvangen bij de bron. In gecontroleerde omstandigheden werkt dit goed: het systeem vangt vrijwel alle gevaarlijke stofdeeltjes op. Het probleem is: een werkplaats is geen laboratorium. Er is volop beweging van luchtstromen, mensen en machines, rondrijdende heftrucks en deuren die telkens open en dicht gaan. Het gevolg? De lokale bronafzuiging kan niet alle ultrafijne lasrook opvangen. De deeltjes zijn bovendien zo klein dat ze zich razendsnel door de werkplek kunnen verspreiden en zo ook plekken bereiken die verder van de lasplek afliggen. Lasrookdeeltjes kunnen wel uren door de hal zweven, waar ze worden ingeademd door mensen in de ruimte. Voetgangersgevaar Luchtkwaliteitsmetingen door Zehnder Clean Air Solutions laten zien dat de concentratie lasdampen in productieruimtes soms wel dubbel zo hoog is op afstand van de plek waar gelast wordt. ‘Voetgangerseffect’ noemen ze dat. Denk aan: De magazijnmedewerker die materiaal aanvoert De kwaliteitscontroleur die producten inspecteert De onderhoudstechnicus die een machine checkt Bezoekers die een rondleiding krijgen Deze mensen dragen meestal geen persoonlijke beschermingsmiddelen. In tegenstelling tot de lassers zelf, ademen zij wél schadelijke stoffen in. Je staat dus veiliger vlak naast een lasser met lokale bronafzuiging dan 20 meter verderop zonder bescherming. Een systeem voor iedereen Lokale afzuiging is essentieel, maar op zichzelf niet genoeg. Om iedereen in de hal te beschermen, combineer je lokale lasdampafzuiging met een luchtzuiveringssysteem. Deze aanpak gaat uit van tweeledige bescherming: Lokale lasdampafzuiging vangt lasrook direct bij de bron op en beschermt de lasser Een luchtzuiveringssysteem filtert alle (overige) stofdeeltjes uit de lucht en beschermt iedereen in de ruimte Met deze combinatie ga je - net als met de handblusser en sprinklers - voor zero tolerance. Meer weten over veilig werken in een laswerkplaats? Echt veilig werken betekent dat iedereen in de hal beschermd is: van lassers tot heftruckchauffeurs tot bezoekers. Met de installatie van luchtreinigers kan het. Meer weten over hoe je met een luchtzuiveringssysteem simpel en snel een écht gezonde, veilige omgeving voor iedereen creëert? Lees dan deze whitepaper van Zehnder Clean Air Solutions.
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.