De arbeidsmarkt blijft krap in beide provincies
Gelderland en Overijssel hebben allebei een duidelijk krappe arbeidsmarkt. Gelderland telt ongeveer 111 vacatures per 100 werklozen en Overijssel komt uit op ongeveer 115. Daarmee ligt de spanning in beide provincies boven het landelijk gemiddelde. Ondernemers merken dit dagelijks: ondanks een lichte afname van het aantal vacatures blijven veel functies lastig te vervullen.
Regionale zwaartepunten in krapte
In Gelderland concentreren de tekorten zich vooral in Arnhem-Nijmegen en de Foodvalley-regio. Techniek, zorg, maakindustrie en specialistische functies blijven moeilijk te vervullen. In Overijssel spelen dezelfde sectoren, maar vooral Twente en Zwolle laten een bovengemiddelde spanning zien. De instroom van nieuw personeel blijft achter bij de vraag, mede door vergrijzing en beperkte beschikbaarheid van technisch geschoolden.
Wat betekent dit voor werkgevers?
Ondernemers in beide provincies moeten steeds vaker kiezen voor een langetermijnstrategie. Het werven van personeel vraagt om een duidelijke focus op ontwikkeling, doorgroei en samenwerking met regionale opleidingsinitiatieven. De krapte mag dan iets minder extreem zijn dan in eerdere jaren, maar dat maakt het nog steeds noodzakelijk om te investeren in behoud en duurzame inzetbaarheid. Bedrijven die dit structureel doen, hebben duidelijk voordeel op de arbeidsmarkt.
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.