‘2018 beginnen met een Elfstedentocht, dat zou fantastisch zijn’
1 november 2016 15:42
Oké, het gaat nog niet in alle branches even goed, en er zijn ook zorgen, maar het totaalbeeld van de economische ontwikkeling in Leeuwarden is positief. Die conclusie kan getrokken worden na het Tafelgesprek in Hotel-Grand Café Post-Plaza in Leeuwarden. En dat met het vooruitzicht van Culturele Hoofdstad 2018, die Leeuwarden èn Friesland een enorme boost moet geven.
Goed voorbeeld van de positieve flow die er in Leeuwarden heerst, is misschien wel terug te vinden bij de gastheer van het Tafelgesprek. Hotel-Grand Café Post-Plaza is na een grondige verbouwing omgetoverd tot een schitterende accommodatie, waar bezoekers zich wanen in de tijd en grandeur van weleer. Gastheer en directeur Herman Schreuder is terecht trots op de resultaten van de verbouwing. Hotel en Grand Café zijn via 2 doorgangen met elkaar verbonden en dat biedt veel meer mogelijkheden voor de bezoekers. Daarnaast is het aantal hotelkamers fors uitgebreid en biedt het Grand-Café een uitgelezen mogelijkheid om in een sfeervolle ambiance te genieten van de dingen des levens. Een geslaagde metamorfose, die vertrouwen uitstraalt.
Investeringen
Maar er is natuurlijk meer gebeurd in de Friese hoofdstad. Wethouder Henk Deinúm rekent voor dat er in de afgelopen 7 jaren voor anderhalf miljard is geïnvesteerd in de stad. “Wat dat betreft waren het voor de stad vette jaren”, zegt hij. Dat Leeuwarden er in geslaagd is de uitstraling van de stad te verbeteren, blijkt uit het feit dat er voor enkele gerealiseerde projecten fraaie prijzen in ontvangst konden worden genomen. “Het gerenoveerde Post-Plaza vind ik ook een enorme aanwinst voor de stad”, steekt de wethouder zijn bewondering niet onder stoelen of banken.Gevraagd naar de sectoren waarin voor Leeuwarden kansen liggen, antwoordt Deinum:” Watertechnologie, dairy, Foods, energie en cultuur/creatieve industrie. Dat zijn de speerpunten waar we op inzetten. Daarnaast is de zakelijke- en financiële dienstverlening nog altijd een belangrijke sector voor de stad, maar daar hebben we te maken met krimp. We moeten er alles aan doen om in die sector zoveel mogelijk banen voor Leeuwarden te behouden.” Tenslotte is Deinum gelukkig met het feit dat Leeuwarden op korte termijn universitair onderwijs sterk gaat uitbreiden.
Sjoerd Kramer van ABN AMRO kan zich in die woorden vinden, maar roept meteen op om niet alle aandacht alleen op het HBO en het WO te richten. “Eén van de grootste uitdagingen van de toekomst wordt om de MBO-ers aan werk te helpen, en de banen die er voor deze groep zijn zoveel mogelijk te behouden. En ja, daar spelen wij als bank ook een rol in”, geeft hij aan.Rutger Boelsma van RBC-Consultants, gespecialiseerd in talent- en competentieontwikkeling, is het daar mee eens. “Ik bekijk dit vraagstuk in een breder perspectief. Vanuit de Verenigde Staten zien we momenteel de wat ik noem het tweede machinetijdperk overwaaien. En dan bedoel ik niet een industriële revolutie, maar de opkomst van automatisering en robotisering. Dat heeft grote gevolgen voor onze economie, want dit betekent dat er op termijn drie miljoen werklozen in ons land bijkomen, met name in de financiële dienstverlening, zorg en administratieve dienstverlening. Juist waar MBO-ers hun baan kunnen vinden. Ik voorzie daarin een groeiend probleem.”Boelsma denkt dat het misschien een goed idee is dat we ons in Friesland meer gaan richten op senioren. “Als die zich hier willen vestigen, kan dat een enorme boost aan onze economie geven. Ze investeren namelijk lokaal, recreëren vaak lokaal, leven en consumeren in hun eigen omgeving en ze zijn een interessante doelgroep voor de zorg. Daar kan een geheel nieuwe industrie ontstaan, waarin een hoop mensen aan de slag kunnen.”
Blokhuispoort
Een andere groeisector is de start ups en ZZP-ers, waarvan het aantal in Leeuwarden snel toeneemt. “We hebben het over gemiddeld 800 starters per jaar”, geeft Deinum aan. Boelsma zegt blij te zijn met initiatieven zoals in de Blokhuispoort, waar starters voor weinig geld een ruimte kunnen huren en waar nu allerlei kruisbestuivingen ontstaan, die op termijn ook tot meer werkgelegenheid kunnen leiden. Zie het als de kraamkamer van het Leeuwarder bedrijfsleven.
“We zien het ook in ons Grand-Café”, voegt Herman Schreuder toe. “Start ups en ZZP-ers ontmoeten elkaar hier. Je ziet dat er steeds meer buiten het kantoor wordt gewerkt. Werken kan tegenwoordig heel goed ergens anders, als er maar wifi is. Zo is de vrijdagmiddag in ons Grand-Café langzamerhand uitgegroeid tot ontmoetingsplek voor deze veelal jonge ondernemers. Het wordt steeds belangrijker om daarbij aanwezig te zijn, zo merken we.” Deinum vindt het prachtig om te zien dat die ondernemers allerlei verbindingen met elkaar leggen. “Zo schrijven ze tegenwoordig gezamenlijk in voor een opdracht en wat mij opvalt, is dat ze vaak veel sneller kunnen schakelen. Zo ontstaan er allerlei verbanden en dat is goed voor de lokale economie.”
Schreuder juicht het toe wanneer er wat meer onderwijsinstellingen richting binnenstad zouden komen, omdat dit voor meer reuring kan zorgen. Deinum geeft aan dat dit met de universitaire opleidingen ook de bedoeling is. “We zijn daarover in gesprek met de Rijksuniversiteit Groningen en die willen ook het liefst in de binnenstad zitten.” Kramer: “Groningen is wel hèt voorbeeld waartoe dat kan leiden. De universiteit zit daar bijna in het centrum en dat zorgt voor veel levendigheid.”Ook Boelsma is daar voorstander van. “Ik was onlangs in Engeland en daar werd zelfs onderwijs in een winkel gegeven. Je staat wel even raar te kijken, als je dat voor het eerst ziet. Maar ach, waarom zou dat hier ook niet kunnen.”De aanwezigen denken dan wel dat dit botst met allerlei regels en voorschriften. Dat maakt ondernemen sowieso nog wel eens ingewikkeld. Net zoals de angst voor verandering, vernieuwing tegen kan houden en dat is jammer. Deinum:” Ten opzichte van zeven jaar geleden zijn er nu bijvoorbeeld drie keer zoveel hotelkamers. Toen riep iedereen dat Leeuwarden daar niet aan toe was, maar nu hoor je niemand er meer over.”
Economic Board
Het lijkt Deinum een goed idee wanneer er in Leeuwarden een Economic Board wordt opgericht, waarin onderwijs, overheid en bedrijfsleven overleggen en samenwerken. “Ik ben blij dat de ondernemers in Leeuwarden beter georganiseerd zijn dan zeven jaar geleden. De Federatie die nu in oprichting is, zou een prima gesprekspartner binnen het Economic Board kunnen zijn. De drie sectoren die ik noemde kunnen en moeten veel meer met elkaar samenwerken, de drempel naar elkaar toe moet omlaag. Wij hebben er als gemeente belang bij dat het bedrijfsleven zo goed mogelijk kan functioneren, laat dat duidelijk zijn.”Volgens de wethouder is het economische klimaat in Leeuwarden gezond. “Voor mij is het belangrijkste dat de stad in beweging is. Er gebeurt heel veel en we kunnen met plezier vooruit kijken naar 2018, maar ook naar daarna. Voordeel daarvan is dat iedereen niet alleen gaat nadenken over dit jaar, maar ook verder kijkt.” Schreuder noemt die blik vooruit goed. “Ik vind nog altijd dat Leeuwarden een ietwat dorpse inslag heeft en dat is jammer. Ik spreek veel ondernemers waarvan ik het bestaan niet eens wist, en dat zijn vaak bedrijven die ook internationaal enorm aan de weg timmeren. Het is bizar dat we dit niet weten. Ik roep op om dat wel te melden, het is iets waar we met elkaar trots op mogen zijn.”
Culturele hoofdstad
We kunnen er niet omheen, Leeuwarden is in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa, een evenement dat haar schaduw ver vooruit werpt. Deinum:” Er wordt veel over gesproken. In het land is men erg enthousiast en we merken nu al dat de aandacht voor Leeuwarden toeneemt. Bijvoorbeeld voor landelijke en internationale congressen. In februari waren we bijvoorbeeld gastheer voor twee Europese watercongressen met samen circa 800 deelnemers.”“In de eigen provincie en in de stad gaat het vooral over wat er niet goed gaat. Dat is jammer. Van het aanzienlijke budget is 60% geregeld, we zitten daarmee aardig op schema. Kijk, we hebben gewonnen dankzij ons bidbook. Daarin staan ongeveer tien grote projecten, die internationaal tot de verbeelding spreken. De helft daarvan vindt in Leeuwarden plaats, de andere helft daarbuiten. Het zijn evenementen die moeten staan. Daarnaast zijn er 30 kleinere projecten en evenementen in het bidbook, waar er trouwens nog wel een paar van zullen afvallen. Plus de talloze bestaande evenementen die in het programma ingepast moeten worden. Verder zijn er nog allerlei kleinere initiatieven in de dorpen, in de mienskip, die ook een plek moeten krijgen. En dat proces loopt. Kortom, qua organisatie, planning en financiering is er heel veel te doen.”
“Mensen moeten er een goed gevoel bij krijgen”, vindt Kramer, waarop Schreuder meteen reageert: “Ik heb er een goed gevoel bij, maar vind ook dat Culture Hoofdstad 2018 geen containerbegrip mag worden. We moeten het terug brengen naar wat het betekent en alle evenementen zodanig maken, waardoor mensen gaan snappen wat het inhoudt.”Boelsma denkt dat het belangrijk is dat Leeuwarden en Friesland ook in de jaren daarna kunnen profiteren van wat 2018 allemaal gaat brengen. “We moeten met name al het mooie wat er in Friesland is laten zien. Mensen daarmee verwarmen en er voor zorgen dat ze terug komen.”Deinum geeft aan dat de organisatie daar ook op inzet. “Het mooiste zou natuurlijk zijn wanneer er begin 2018 een Elfstedentocht kan worden verreden. Beter kunnen we het jaar in het kader van Culturele Hoofdstad 2018 niet beginnen. Ja, dan heb je meteen de beker.”
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.