Digitale soevereiniteit gaat over resultaten, niet over idealen
27 oktober 2025 13:53

Digitale soevereiniteit is momenteel een ‘hot topic’ in bestuurskamers en de politiek. Achter de schermen proberen landen hun afhankelijkheid van buitenlandse technologie te verkleinen, van chips tot cloud. Want wie controle heeft over data en digitale infrastructuur, heeft ook politieke en economische macht. Toch schuilt in die drang naar zelfstandigheid een misverstand.
Veel overheden investeren grote bedragen in datacenters, vanuit het idee dat bezit gelijkstaat aan onafhankelijkheid. Maar servers en processors maken nog geen digitale autonomie. Technologie stopt niet bij de landsgrens: zelfs wie eigen datacenters bouwt, blijft afhankelijk van buitenlandse chips, software en kennis. Digitale soevereiniteit bereik je dus niet door muren te bouwen, maar door te begrijpen hoe verweven de wereld al is.
Geen isolatie, maar regie
Zelfs als een datacenter volledig in eigen beheer is, komen veel onderdelen, zoals chips, netwerkapparatuur en AI-modellen, nog steeds uit het buitenland. Wie volledige onafhankelijkheid wil, zou dus alle buitenlandse technologie moeten uitsluiten. Dat is economisch en innovatief niet haalbaar. Zo’n aanpak zou een land juist afsluiten van de wereldwijde kennis en vooruitgang.
Ware digitale soevereiniteit draait niet om isolatie, maar om regie. Landen moeten hun investeringen en regelgeving richten op concrete resultaten: controle houden over cruciale data en assets, terwijl ze gebruikmaken van de beste technologieën die beschikbaar zijn.
Wie digitale regie wil, kan zich richten op vier gebieden waar de impact het grootst is:
1. Investeer waar het telt
De echte strijd om digitale onafhankelijkheid gaat niet om datacenters, maar om software en kunstmatige intelligentie. Dáár wordt bepaald wie de industrie van morgen aanstuurt. Overheden die investeren in softwareontwikkeling en AI-toepassingen versterken tegelijk hun economie en creëren vanzelf vraag naar datacenters en chips.
2. Pas bescherming aan op de waarde van data
Niet alle data zijn even gevoelig. Hoe hoger het vereiste niveau van soevereiniteit, hoe groter de kosten.
Kritieke informatie over de nationale veiligheid of publieke dienstverlening vraagt om maximale controle, beheerd door gescreend personeel en verwerkt binnen nationale grenzen
In gereguleerde sectoren, zoals de zorg, is datalocalisatie vaak verstandig. Voor minder gevoelige bedrijfsinformatie volstaan vertrouwde cloudomgevingen, zolang die voldoen aan strenge cybersecurity-eisen. SAP biedt klanten deze variatie aan mogelijkheden, inclusief soevereine cloudoplossingen voor specifieke landen, waaronder voor Nederland.
3. Kies voor gedeelde internationale standaarden
Soevereiniteit wint aan kracht door samenwerking. Als landen internationale normen (zoals ISO of IEC) omarmen in plaats van eigen regels te maken, ontstaat er een grotere markt en dalen de kosten. Bedrijven en overheden kunnen dan veilige, soevereine oplossingen gebruiken in landen die dezelfde standaarden hanteren, wat efficiëntie en schaalbaarheid bevordert.
4. Investeer in kennis en vaardigheden
Geen enkel land wordt digitaal onafhankelijk zonder mensen die begrijpen hoe cloud, data en AI werken. Investeren in onderwijs, training en onderzoek is dus net zo belangrijk als investeren in infrastructuur. Soevereiniteit begint bij expertise, niet bij hardware.
De digitale toekomst van een land ontstaat niet in serverruimtes, maar in de beslissingen van bedrijven en overheden. Wie zich richt op concrete resultaten, de juiste technologie inzet en nationale belangen centraal stelt, legt de basis voor duurzame digitale onafhankelijkheid.
Christian Klein is CEO van SAP
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.