´Cybercrime móét op allerhoogste niveauop de agenda´

20 juni 2017 09:28

‘Cybercrime? Ach, voor mijn bedrijf nog een ver-van-mijn-bedshow!’ Herkent u zich in deze reactie? Dan is het tijd om écht wakker te worden, want dat bed staat dichterbij dan u denkt. Eigenaar Maarten van der Hoek van W.T. International in Capelle aan den IJssel legt uit waarom het belangrijk is dat cybercrime hoog op directieagenda’s komt.

Met de commotie van mogelijk gehackte computers rond de verkiezingen in de Verenigde Staten, bleek maar weer eens: cybercrime vindt op alle niveaus plaats. Van argeloze burgers en consumenten tot bedrijven en hele overheidsorganen die aanvallen krijgen te verwerken. Om maar aan te geven: het zit overal. “Eigenlijk is het niet zoveel anders dan criminaliteit in het gewone, fysieke leven”, zegt Maarten van der Hoek van W.T. International in zijn vorig jaar betrokken kantoor in de Lentedans aan Capelle aan den IJssel. “Ook in het gewone leven is er een competitie gaande van mensen die iets af willen pakken van andere mensen om er zelf beter van te worden of om die ander te beschadigen. Dat is met de komst van computers ook doorgedrongen tot de virtuele wereld, wat we dus wereldwijd cybercrime noemen. Het is niet mijn taak om bedrijven of burgers angst aan te jagen, met het team van W.T.I. proberen we al bijna twintig jaar mensen bewuster te maken van de gevaren van cybercrime. Of het écht een probleem is? Als ik zeg dat er meer geld in omgaat dan in de drugshandel, vind ik dat we eufemistisch gezegd cybercrime niet moeten onderschatten. Burgers kunnen er veel geld door verliezen, bedrijven uiteraard ook, met daarbij zelfs risico op een faillissement. Dus ja, ik zou het serieus nemen.”

Voorbeelden

Om te begrijpen wat cybercrime echt inhoudt, moet je bijna een professional zijn. Dat is natuurlijk niet iedere ondernemer en dat hoeft ook niet. Toch zijn sommige voorbeelden van hoe het mis kan gaan, heel erg herkenbaar. Neem nu het openen van mapjes die bij een e-mailbericht van een onbekende afzender of zogenaamd ‘bekende afzender’ (banken!) zitten ingesloten. Wie het opent, kan te maken krijgen met een virus met alle gevolgen vandien. Of geen deugdelijke sterke authenticatie hanteren. Ook de gemakzuchtige omgang met vaak dezelfde wachtwoorden 
kan veel schade aanrichten. Van der Hoek: “Ook een herkenbaar voorbeeld: out-of-the-office replies. Goed bedoeld natuurlijk, maar zet er nooit in dat je tot een bepaalde datum op vakantie bent. Vermeld gewoon dat je even niet op kantoor bent. Of inloggen op luchthavens op de Wi-Fi van een vertrouwde luchtvaartmaatschappij. Lijkt logisch, maar wie weet log je in op het account van mensen die een fake Wi-Fi-hotspot hebben aangemaakt. Klinkt dit ongeloofwaardig? Wacht maar tot je het zelf meemaakt.”

“Als ik zeg dat er meer geld in omgaat dan in de drugshandel, vind ik dat we eufemistisch gezegd cybercrime niet moeten onderschatten”

Gratis workshop

Het gaat ook veel te ver om uit te leggen hoe bedrijven zichzelf allemaal kunnen beschermen tegen allerlei digitale aanvallen. Veel liever komt Van der Hoek eens langs bij een onderneming die er meer van wil weten. “Zie het als een gratis workshop”, zegt Van der Hoek. “Door de juiste vragen te stellen, kan ik snel inschatten of een bedrijf wel of niet goed beveiligd is. En laat ik helder zijn: helemaal voorkomen is onmogelijk. Je bent nooit 100% verzekerd dat er niets gebeurt. Maak het voor cybercriminelen echter wel een stuk minder aantrekkelijk en gemakkelijk om in te breken bij een organisatie. Zet de deur niet wagenwijd open naar bijvoorbeeld data.”

Missie

Voor Van der Hoek is het inmiddels bijna een missie om cybercrime tot op de allerhoogste niveaus op de agenda te krijgen. “Zo belangrijk vind ik het inderdaad”, zegt hij. “Het is een actueel thema en dat zal het waarschijnlijk altijd blijven. We strijden daarbij niet meer tegen jonge jongens op zolderkamertjes, maar tegen professionele organisaties, die altijd een stapje voor je uit proberen te lopen. Het is onze gezamenlijke taak, dus ICT-bedrijven, opdrachtgevers én werknemers, om het gat niet te groot te laten worden. Daarbij hebben we elkaar hard nodig, want zonder samenwerking zullen we steeds vaker het onderspit delven. Dat mag niet gebeuren.” «

W.T. International
www.wti.nl

Tekst: Fred Louter / Fotografie: Jan Nass

Interessant artikel? Deel het: