Fiscale Eenheid onder vuur

5 april 2018 11:30

Fiscale Eenheid onder vuur

Één BV is géén BV, luidt een bekend adagium. Veel MKB-ondernemers die hun bedrijf in de rechtsvorm van een BV voeren hebben dan ook een klein “concerntje” opgezet: een holding, één of meer werkmaatschappijen en soms ook nog wel een aparte BV voor het onroerend goed. De fiscale wetgever is deze geldingsdrang altijd goed gezind geweest. Het instrument van de fiscale eenheid zorgt ervoor dat geen winst hoeft te worden genomen op onderlinge transacties, verliezen en winsten onderling verrekend kunnen worden en dat kan worden volstaan met één aangifte vennootschapsbelasting.

Door een recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie zijn er toch enige donkere wolken aan het fiscale eenheidsfirmament verschenen.  De betreffende zaak ging om een Nederlandse B.V. die rente was verschuldigd aan een Zweedse concernvennootschap. De B.V. was de lening aangegaan in verband met een kapitaalstorting in een Italiaanse dochtervennootschap. Volgens de fiscus was hier de renteaftrekbeperking tegen winstdrainage van toepassing; artikel 10a Wet Vpb. Door dit artikel wordt de aftrek van rentekosten namelijk beperkt, als met de ingeleende financiering bijvoorbeeld een kapitaalstorting in een dochtermaatschappij wordt gefinancierd of als bijvoorbeeld de reserves van een vennootschap op papier als dividend zijn uitgekeerd, waardoor een schuld aan de aandeelhouder is ontstaan.

Had men echter een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting kunnen vormen, wat volgens de Nederlandse regelgeving in grensoverschrijdende situaties niet mogelijk is, dan zou men niet tegen deze renteaftrekbeperking zijn aangelopen. Immers, in een fiscale eenheid worden onderlinge vorderingen en schulden bij de consolidatie tegen elkaar weggestreept en houd je dus ook geen rekening met een rentelast. Hier oordeelt het EU Hof dat inderdaad sprake is van strijd met de vrijheid van vestiging. Een verschil in behandeling tussen zuiver Nederlandse concernsituaties en grensoverschrijdende situaties hoeft niet in strijd met de EU-regelgeving te zijn als dit wordt gerechtvaardigd door dwingende redenen van algemeen belang, maar geen van de door Nederland aangevoerde argumenten overtuigden het Hof.

Ik kan me voorstellen dat het de gemiddelde MKB-ondernemer nu al duizelt. De casus heeft immers een hoog ver-van-mijn-bed-gehalte. Maar de consequenties van dit arrest komen wel degelijk op het bordje van de MKB-er terecht: om te voorkomen dat Internationale concerns misbruik maken van dit arrest en nog minder belasting gaan betalen in Nederland dan zij al doen, is reparatiewetgeving aangekondigd die met terugwerkende kracht tot 25 oktober 11.00 uur ingaat. De consequentie hiervan is dat een aantal interne transacties binnen een fiscale eenheid alsnog moeten worden beoordeeld als ware sprake van zelfstandig belastingplichtige entiteiten.

Een pregnant voorbeeld is de situatie waarbij binnen de fiscale eenheid de werkmaatschappij in het verleden haar winst als dividend heeft uitgekeerd aan de moedermaatschappij, zonder dit daadwerkelijk uit te betalen, zodat een schuld van de werkmaatschappij aan de moedermaatschappij ontstaat. Indien de moedermaatschappij zonder de rente-opbrengsten op de lening aan de werkmaatschappij in een verliessituatie zou zitten, doordat er wel kosten worden gemaakt maar geen of nauwelijks eigen omzet is, worden de rentelasten op het niveau van de werkmaatschappij opeens niet aftrekbaar. Op het niveau van de moedermaatschappij zijn de renteopbrengsten echter wel belast. Dit komt er dan per saldo op neer dat de te belasten winst van de fiscale eenheid wordt verhoogd met de rentelast op de interne lening, waardoor de belastingdruk omhoog gaat.

De grote multinationals zullen inmiddels hun maatregelen wel genomen hebben om dit nadeel te voorkomen. De MKB-ondernemer zal echter in veel gevallen verrast worden door deze reparatiewetgeving. Zo is het wederom de MKB-er die uiteindelijk de rekening betaald voor een gebbetje van de grote concerns en hun adviseurs. Zouden deze adviseurs nadenken over het spoor van ellende voor vele ondernemers (ook vaak klanten van hun kantoor) dat zij veroorzaken in hun jacht op een kortstondig voordeeltje voor die ene klant, of kloppen zij zich dronken van hun succes trots op de borst voor deze Pyrrhusoverwinning? Ik vrees dat ik het antwoord kan raden.

Marcel Wiebes

TEKZ Belastingadviseurs

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.