‘Over-advisering bedrijfsleven leidt tot beslissingsangst’

5 december 2016 13:59

‘Over-advisering bedrijfsleven leidt tot beslissingsangst’

Zet een aantal advocaten, juristen, notarissen, accountants, belastingadviseurs en gerechtsdeurwaarders bij elkaar, laat er een paar stellingen op los en je krijgt gegarandeerd een goede inhoudelijke discussie.

Want… elke ondernemer in Nederland heeft simpelweg te maken met al deze genoemde beroepsgroepen. Of hij wil of niet. Maar… overdrijven we soms niet een beetje in de beroepsmatige advisering? Of, sterker gesteld: is het Nederlandse bedrijfsleven niet over-geadviseerd?

Het was nog maar een van de stellingen, die werd voorgelegd aan een select groepje deskundigen, dat eind september zéér gemotiveerd bijeenkwam voor het rondetafelgesprek van Hét Ondernemersbelang, dat plaatsvond in het Holiday Inn hotel in Leiden-West. Aanwezigen waren Rian Blankert, accountant bij Blacc accountants, Anne Heijnen, kandidaat-notaris bij Verhees Notarissen, Harald Verbeek, belastingadviseur bij ABIN Accountants, Kees Kuyt, gerechtsdeurwaarder in Lisse, Marcel Wiebes, belastingadviseur bij TEKZ Belastingadviseurs, Nico van der Does van DW-Accountants en Adviseurs én Wytze van Leuveren, advocaat bij Van Delft Advocaten.

De deelnemers kenden elkaar niet van tevoren, maar van aftasten van elkaars mening was geen sprake. Met grote inhoudelijkheid én met passie voor de eigen standpunten werd onder leiding van de debataanjager van Hét Ondernemersbelang gediscussieerd over de volgende stellingen:

MKB’ers onderschatten het gevaar van de altijd aanwezige dagelijkse financiële en juridische valkuilen.
Financiële en juridische adviseurs zijn te duur.
Er is sprake van een over-advisering van het Nederlandse bedrijfsleven.

Stelling 1:

MKB’ers onderschatten het gevaar van de altijd aanwezige dagelijkse financiële en juridische valkuilen.

Wytze van Leuveren bijt meteen het spits af nadat de stelling werd voorgelegd: “Eigenlijk vind ik deze stelling te algemeen. Want, je hebt namelijk veel verschillende typen ondernemers. Laten we de ZZP’ers er eens uithalen: zij hebben vooral de focus op acquisitie en omzetgeneratie. Zij willen daarom nog weleens de belangrijke randvoorwaarden vergeten die ook bij ondernemerschap horen. Zoals goede algemene voorwaarden. Om gedoe in de toekomst te voorkomen. Ja, daar wordt te makkelijk over gedacht.”

Nico van der Does vindt ook dat we het MKB niet over één kam moeten scheren. “Je hebt namelijk ondernemers die heel bewust voor ondernemerschap kozen. Maar je hebt ook mensen die toevallig een eigen zaak hebben. En juist bij die laatste groep zit een zekere mate van kwetsbaarheid, vooral op juridisch gebied. Ik denk bijvoorbeeld aan de inhoudelijkheid van leveringsvoorwaarden. Mensen hebben dat vaak niet goed of niet genoeg geregeld. Maar denk ook groter. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een huwelijk na 20 jaar moet worden ontbonden – om wat voor reden dan ook – terwijl in die 20 jaar ook het bedrijf is gegroeid. Als de huwelijkse voorwaarden van de directeur en zijn echtgenote niet goed geregeld zijn, dan kan dit zomaar de continuïteit van het bedrijf in gevaar brengen.”

Anne Heijnen is het daarmee eens. “Het zogenoemde periodieke verrekenbeding, waarbij echtgenoten ieder jaar hun inkomen moeten delen, wordt zéér onderschat. MKB-ondernemers weten eigenlijk wel dat zij iets moeten doen om het bedrijf buiten de boedel te houden, maar wordt de juridische situatie wel regelmatig getoetst? Ik vermoed van niet. Een valkuil dus.”

Rian Blankert constateert ook te vaak dat ‘geen hond eraan denkt om de huwelijkse voorwaarden eens tegen het licht te houden.’ “Veel aspecten worden door de waan van de dag, waarin de ondernemer steeds weer verkeert, gewoon vergeten. Aandacht is er pas, als er iets misgaat. Maar dan is het vaak te laat.”

Volgens Kees Kuyt zijn ondernemers nogal eigenwijs. “Zo zie je wel eens dat een technische vakman is doorgegroeid naar ondernemer of directeur van zijn eigen bedrijf. Zijn echtgenote doet dan de administratie maar échte kennis heeft ze niet. Ze balanceert voortdurend langs allerlei valkuilen. Soms is het onwetendheid, soms is een ondernemer inderdaad eigenwijs maar inderdaad: die valkuilen ontstaan ook gewoon omdat hij wordt opgeslokt door alles wat 24/7 op zijn pad komt.”

“Het grote probleem voor ondernemers is echter dat wet- en regelgeving te complex is,” stelt Nico van der Does. “Geen enkele ondernemer ziet door de bomen het bos meer.” Harald Verbeek moet lachen. “Elke keer als ik de nieuwe wetboeken ontvang, tel ik het aantal bladzijden. Elke keer weer, zijn het er meer…”

Maar ja… Hoe kun je die kennis (toch) communiceren naar de markt? Willen advocaten, juristen, notarissen, accountants, gerechtsdeurwaarders en belastingadviseurs etc. hun waarde blijven bewijzen én ondernemers ervan te overtuigen, dat ze die beroepsgroepen toch zo af en toe eens moeten inhuren, dan is het een must – voor die beroepsgroepen – om de kennis in ieder geval op het hoogste niveau te houden. En, daarover te communiceren.

Rian Blankert: “Voor ons vakgebied (belastingadvies en accountancy) geldt een verplicht aantal studie-uren bij instanties die officieel geregistreerd zijn.” Ook kandidaat-notaris Anne Heijnen kent in haar vakgebied deze verplichting. “Bovendien maak ik deel uit van een vaktechnische overlegstructuur. Verschillende vakgebieden komen bij elkaar en bespreken daar cases. Dat is heel leerzaam en geeft je een breder beeld en meerdere perspectieven waardoor je het advies naar je klanten op een hoger niveau kunt brengen.”

Harald Verbeek vindt de permanente studieverplichting van 40 uur per jaar eigenlijk niet voldoende. “Ik ploeg bijna dagelijks allerlei vakliteratuur door. Sterker nog: soms kan ik een hele avond onder de pannen zijn om nieuwe wetteksten te bestuderen.”

Kees Kuyt vertelt dat hij verplicht lid is van de beroepsorganisatie. “Maar er zijn ook kwaliteitsnormen, die regelmatig worden geaudited. Logisch. Ook ik wil geen risico lopen op tuchtklachten.” Marcel Wiebes knikt: “Ik ontvang iedere week 100 pagina’s met relevante jurisprudentie. Daarnaast nodigen wij vier keer per jaar een hoogleraar uit het vakgebied bij ons op de zaak uit om daarmee inhoudelijk van gedachten te wisselen. En, daarvan te leren.”

Toch waarschuwt Kees dat kwaliteit van de dienstverlening niet alleen afhankelijk is van hoe je de regels interpreteert en ze toepast voor je klanten. “Het gaat ook om hoe je omgaat met klanten. Hoe je communiceert. Hoe je een stukje empathie inkleedt.” Wytze van Leuveren is het daarmee eens. “Kwaliteit is het kunnen overtreffen van de verwachtingen van je klant.”

Nico van der Does sluit zich daarbij aan. (“De beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening is niet afhankelijk van het eindresultaat. Maar vooral van het proces. Dus, hoe neem je de klant mee in jouw advies?”) Hij wijst de deelnemers van het rondetafelgesprek erop dat je ook gewoon kunt leren on-the-job. “Ik, als accountant, moet simpelweg ongelooflijk veel dingen weten. Maar soms is het lastig. Het netwerk om mij heen is dan mijn achtervang. Ik weet in ieder geval waar ik moet zoeken als ik een casus voorgelegd krijg, waar ik niet meteen antwoord op heb.”

Wytze van Leuveren meent echter dat een vakdeskundige ook moet oppassen om niet te algemeen te worden. “In der Beschränkung zeigt sich der Meister. Wat je goed kunt, dat moet je onderhouden. Specialisme is nodig om je deskundigheid te promoten. Juist daardoor kun je de klanten beter adviseren en zullen zij de dagelijkse financiële en juridische valkuilen, die er voor hen zijn, niet meer onderschatten. En, uiteindelijk beter gaan ondernemen.”

Stelling 2:

Financiële en juridische adviseurs zijn te duur.

Rian Blankert is het volmondig niet eens met deze stelling. “Iedere waarde heeft zijn prijs. Zo zit de marktwerking nu eenmaal in elkaar. Ik vind mijn tarieven passen bij wat ik lever.”
Anne Heijnen: “We dienen echter ons wel te realiseren dat alles wat verplicht is, al snel als te duur wordt ervaren. Ook dat is hoe onze samenleving in elkaar zit. En laten we eens eerlijk zijn: iedereen die z’n auto wegbrengt naar de garage voor een reparatie, vindt dat het uiteindelijk toch ook altijd te duur is. Of, dat het factuurbedrag tegenvalt. Is het niet heel belangrijk – om de beeldvorming positief te beïnvloeden – dat je vooral moet vertellen welk proces er achter die werkzaamheden zit. Zodat je klant begrijpt wat er allemaal is gebeurd om tot een bepaald advies te komen?”

Harald Verbeek knikt. “Ja, je móet zeker vertellen wat je doet. Advisering doe je namelijk voor de toekomst. Als wij ons werk goed doen, dan heeft de klant uiteindelijk nergens last van in de toekomst. Maar je moet dan wel uitleggen wáár en wát je oplost.”

Marcel Wiebes vindt het ook lastig om voor het voetlicht te krijgen – in de communicatie – waar het werkelijk om gaat voor de klant. “Kun je kritisch zijn op de klant? Kun je kritisch zijn op jezelf? Want, adviseurs zijn in z’n algemeenheid ook bang om gezichtsverlies te lijden. Als het onheil er nog niet is, dan is er vaak ook geen probleem. Maar, leg dat maar eens overtuigend uit aan de klant.”

Nico van der Does: “Je moet communiceren waar je mensen voor behoedt. Natuurlijk hangt het af van je product. Tegelijkertijd zie ik wel dat er te veel adviseurs zijn die eigenlijk helemaal geen adviseur zijn…”

Kees Kuyt knikt maar constateert ook iets anders. “Er wordt te veel op onze beroepsgroep gespuwd. We hebben vaak de publieke opinie al tegen. In de mening van de mensen zijn we dan (dus) te duur. En, zie daar dan maar eens tegen op te vechten.”

Wytze van Leuveren vindt dat ‘duur’ of ‘te duur’ een beleving is. “Ik sluit me dan ook zeker aan bij wat Nico van der Does zegt. Er zijn te veel adviseurs die te weinig toegevoegde waarde leveren. Het probleem is echter, dat je als klant niet kunt beoordelen of de kwaliteit goed is, want bij een andere adviseur krijg je een ander advies. En dus is er elke keer weer de vraag of je wel de juiste specialist bent. In die zin denk ik dat wij – als vakdeskundigen – ook eerlijk naar onszelf moeten blijven zijn. Doen we het wel goed genoeg?”

Stelling 3

Er is sprake van over-advisering van het Nederlandse bedrijfsleven.

Een opvallende discussie aan het slot van deze rondetafelbijeenkomst, want alle deelnemers – met uitzondering van Anne Heijnen – antwoorden een stellig ‘Nee’ op deze stelling.

Marcel Wiebes: “Nee. Ik ben het zeer oneens met deze stelling. Juist in een wereld waar de regels en de wetgeving steeds complexer worden, heeft het bedrijfsleven de behoefte om orde te hebben. Ondernemers willen weten waar ze aan toe zijn. Ze hebben juist dat advies dringend nodig.”

Nico van der Does zegt ook overduidelijk ‘Nee’ op deze stelling. “Informatie is weliswaar overal beschikbaar. Met dank aan Google. Maar, daar schuilt ook een gevaar in. Weet je wel of de informatie, die je vindt op het internet, juist is? Er is dus altijd behoefte aan professioneel advies, dat je kunt vertrouwen.”

Wytze van Leuveren is het ook oneens met de mogelijke constatering dat er sprake is van een over-advisering van het Nederlandse bedrijfsleven. “Kennis is macht. En, met meer kennis, vermijd je de valkuilen. Ondernemers verdienen dus een goed advies om die kennis bij te spijkeren.”

Rian Blankert wijst erop dat de dynamiek in de maatschappij ongekend groot is. “Ondernemers moeten zich continu aanpassen. Maar ze zitten ook in de waan van de dag. Dat betekent dat ze de inhoudelijkheid van die dynamiek niet altijd kunnen duiden. Daar zijn de adviseurs voor.”

Harald Verbeek gaat in op de door Rian Blankert genoemde dynamiek. “We verschuiven van een maatschappij van principes naar een maatschappij van regels. Vroeger gold veel meer het credo ‘een man, een man, een woord, een woord. Nu verankeren we te veel in formele afspraken. Daar kun je van alles en nog wat van vinden, maar je hebt er als ondernemer wel mee te dealen. Dus, je hebt kennis nodig om daar daadwerkelijk ook mee te kunnen dealen!”

Kees Kuyt zegt ook ‘Nee’ op de stelling maar constateert tegelijkertijd dat er een ‘over-advisering van het verkeerde advies’ is. “Niet iedereen is deskundig. Zelfs niet in onze eigen vakgebieden.”

Alleen Anne Heijnen ziet het anders. “Ik zeg dan ook ‘Ja’ op deze stelling. “Er is een te groot woud van adviseurs rondom de ondernemer. De authenticiteit van beslissingen gaat daarom verloren. Waar is het boerenverstand van de ondernemer? Waar is zijn onderbuikgevoel? Door al die over-advisering ontstaat er in het MKB een zekere mate van beslissingsangst. Lijkt mij geen goede ontwikkeling. Ondernemers moeten namelijk door. We hebben hun innovatieve kracht nodig. Dat is goed voor de economische slagkracht van ons land.”

Tekst: Jerry Helmers / Fotografie: Ruud Voest

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.