Ontslag op staande voet bij een onschuldige kleine diefstal: de bagatel-zaak
24 april 2017 15:54
Een werknemer kan op staande voet worden ontslagen als zich een dringende reden voordoet. Die reden moet zodanig ernstig zijn dat van de werkgever niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortbestaan en een opzegtermijn in acht te nemen. Denk hierbij aan mishandeling van een collega, dronkenschap op de werkvloer of diefstal. Dat het bij diefstal niet per definitie hoeft te gaan om waardevolle goederen, is recent weer door de kantonrechter Amsterdam bevestigd.
Een medewerker van een supermarkt had één pak Optimel meegenomen, waarvan de houdbaarheidsdatum al was verstreken. Ook de zalmsalade, die was overgebleven na een personeelsbarbecue, nam hij mee naar huis. De werkgever accepteerde deze handelwijze niet en heeft de werknemer op staande voet ontslagen. De kantonrechter Amsterdam gaf de werkgever gelijk.
Van belang in deze kwestie was dat in het bedrijfsreglement van de supermarkt expliciet stond vermeld, dat het niet is toegestaan om (onbetaalde) producten te nuttigen of mee naar huis te nemen. Dat geldt ook voor producten met weinig waarde of bedorven waar. Ook dat wordt aangemerkt als diefstal en kan leiden tot ontslag op staande voet.
De betreffende werknemer had al eerder een laatste waarschuwing gekregen voor een vergelijkbaar incident. Nu reeds een laatste waarschuwing was gegeven, kon de werkgever niet anders dan de werknemer bij de volgende overtreding op staande voet ontslaan. De kantonrechter hechtte ook waarde aan precedentwerking. Waar een verhoogd diefstalrisico geldt, moet een werkgever met strikte procedureregels werken. Het laten ontstaan van een “grijs gebied” is onwerkbaar.
Het is niet nieuw dat een ontslag op staande voet terecht kan worden gegeven bij ogenschijnlijk kleine overtredingen. We kenden al de terecht ontslagen medewerker, die nootjes at uit een retour gekomen aangebroken zakje pinda’s, de werkneemster die € 0,50 in haar broekzak deed in plaats van in de kassa en ook het ontslag van een medewerkster van een warenhuis, die na een uitverkoop onverkochte en afgeschreven artikelen meenam, hield stand. Het gaat erom dat de diefstal een onherstelbare vertrouwensbreuk veroorzaakt. Daarbij doet de waarde van het gestolen goed niet ter zake.
Goed om te realiseren is dat het bij deze zogenaamde “bagateldelicten” in de eerste plaats wel van belang is, dat de werkgever strikte procedureregels over diefstal kent. Ook het (herhaaldelijk) kenbaar maken van het diefstalbeleid aan het personeel en de consequente handhaving spelen een grote rol bij het antwoord op de vraag of voor ogenschijnlijk kleine diefstallen een ontslag op staande voet terecht kan worden gegeven. Zoals bij iedere toetsing van ontslag op staande voet, blijven voorts alle omstandigheden van het geval van belang, zoals de aard en duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer, of de werknemer eerder is berispt etc. Deze omstandigheden kunnen dus ook bij bagatel-zaken meebrengen, dat een ontslag op staande voet een te zware sanctie is en geen standhoudt. Een bekend voorbeeld daarvan is de werknemer, die op zijn laatste werkdag twee blikken motorolie meenam zonder af te rekenen.
Het blijft dus raadzaam om voordat u tot ontslag op staande voet beslist, altijd uw advocaat te raadplegen. Bij twijfel kan bijvoorbeeld ook besloten worden een dergelijk onverwijld ontslag achterwege te laten en een reguliere ontbindingsprocedure te starten. Ook is het mogelijk om naast het ontslag op staande voet een voorwaardelijke ontbinding te vragen, te weten voor het geval de kantonrechter zou menen dat het ontslag op staande voet niet terecht was en de arbeidsovereenkomst daardoor niet is geëindigd. «
Angela Mekes
La Gro Advocaten
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.