Op weg naar een (rest)afvalloos bedrijfsleven

25 oktober 2016 11:02

Op weg naar een (rest)afvalloos bedrijfsleven

‘Zero Waste’ is het doel, zegt hij. “We hopen dat we ondernemers kunnen triggeren om al hun werkprocessen te analyseren en daarmee (rest)afval verderop in het proces te verminderen. Want, bedrijven kunnen daar letterlijk veel geld mee besparen.”

Volgens Richardson is er hoe dan ook – anno 2016 – al veel goede wil bij ondernemers om iets aan verduurzaming te doen. “In de afgelopen jaren is het bewustzijn, dat de voorraad van onze natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen eindig is, zéér gegroeid. Toch weten ze vaak niet hóe ze die ambitie – om de hoeveelheid afval te minimaliseren of zelfs helemaal uit te bannen – moeten vormgeven. Aan ons is de taak om dat te faciliteren. We communiceren daar veel over, want eigenlijk zitten die besparingsmogelijkheden op simpele dingen.”

Richardson legt uit dat er drie insteken zijn, als er wordt gesproken over het benaderen van ‘Zero Waste’.

- Afval verminderen

- Afval goed benutten

- Onvoorkoombaar afval zo duurzaam mogelijk verwerken

Afval verminderen

Afval heeft een ontstaansgeschiedenis,” zegt Richardson. “Ik daag een ondernemer uit om zijn afvalbakken eens te openen en te kijken wat daar werkelijk in zit. Ik durf hier te stellen dat alles wat in die vuilnisbak zit, ooit geld heeft gekost. Eigenlijk kijk je dus naar een bedrijfseconomisch dashboard. Want, afvalverwerking kost geld. Maar sterker nog: deze kosten zijn slechts een fractie van de waarde die je had kunnen toevoegen als je het niet tot zo veel afval had laten komen. Met andere woorden: stem je inkoopvolume op de daadwerkelijk te verwachten productie. Dit gebeurt nog niet optimaal in het MKB.”

Richardson erkent dat hij afvalbeleid in het bedrijfsleven meer sexy wil maken. “Het zit bij ondernemers nog niet top-of-mind. Ondernemers zijn gericht op de verkoop maar afval is een kostencomponent. Men is zich niet bewust van de ontwaarding van het eigen materiaal. Ik hoop dan ook dat in inkoopopleidingen meer aandacht wordt besteed aan bewuster inkopen ten aanzien van duurzaamheid.”

Als ondernemers afval willen verminderen, dan kun je ook denken aan het beperken van de afvalcreatie.

Kleine bedrijven hebben nog te weinig inzicht in wat de daadwerkelijke afval en/of uitval is. Een voorbeeld: als je – als consument – een voorverpakt broodje koopt, en dat opeet, dan moet je iets met die verpakking. Wel, op Schiphol heb je overal al vuilnisbakken staan die zijn gesplitst op bijvoorbeeld plastic afval of papierafval. Maar… die verpakking bestaat vaak uit twee stukken. Een stuk plastic. En een stuk papier. Tja, waar gooi je het dan in? De consument gaat daar ter plekke die verpakking echt niet doormidden scheuren en gooit het dus in één van de twee bakken. De oplossing ligt hem in de verpakkingsindustrie, in dit geval. Waarom slagen zij er niet in om de verpakking uit één materiaal te maken? Weg met de samengestelde verpakkingen dus.”

Afval goed benutten

“In Lisse halen we vanaf 1 januari voor inwoners het restafval niet meer op,” vertelt Richardson. “We doen daar aan omgekeerd inzamelen. Dat wil zeggen dat bewoners zelf hun restafval moeten wegbrengen. Maar ze moeten daar betalen voor die storting. Wat zie je dan gebeuren? Ineens gaan ze bewuster om met hun stortingen. Geen halve bakken meer. En, ze kijken beter of ze nog iets met het restafval kunnen doen. Aan het eind van de waardeketen is dus een maatregel ingevoerd, die dus terugwerkt naar de rest van de keten. Dat zou voor ondernemers niet direct werken, maar de gedachte erachter is wel sterk.”

“Zo willen we ook schoonmaakbedrijven op iets dergelijks aanspreken. Medewerkers op een kantoor scheiden weliswaar het afval, maar de schoonmakers gooien het soms weer op één hoop. Hoe dit kan? De schoonmaker weet het gewoon niet. Of, de schoonmaker moet nu meerdere handelingen verrichten als er gescheiden wordt ingezameld en dat kost geld dat pas bij afvalscheiding wordt terugverdiend. Alleen moeten opdrachtgevers van schoonmaakbedrijven door dat proces heen kijken en het voor de schoonmaakbranche mogelijk maken om hun bijdrage te leveren. Dat is lastig in een branche, die zo ontzettend kostprijs gedreven is.”

Richardson pleit er andermaal voor dat het bedrijven makkelijker moet worden gemaakt. “We moeten afvalscheiding faciliteren,” stelt hij. “En dat is wellicht een overheidstaak. Sterker nog: als overheid moet je soms ook maar gewoon maatregelen opleggen. Je moet de bakens durven verzetten om ingesleten marktprincipes te kunnen slopen. Slimme ondernemers zien dan vanzelf de kansen ontstaan.”

Onvoorkoombaar afval zo duurzaam mogelijk verwerken

Richardson: “100% afvalloos bestaat niet. Daar moeten we eerlijk in zijn. Maar afval waar je niet aan ontkomt, dienen we wél zo duurzaam mogelijk te verwerken. Daar moeten we onze processen dus op inrichten. Laten we bij de productie ons dus eens gaan richten op bijvoorbeeld bio-afbreekbaar materiaal. Dat kunnen wij weer terugbrengen naar de natuur en de agrosector.”

Volgens Richardson is – gek genoeg – in een hoogconjunctuur het verhaal van afvalbesparing het beste te verkopen. “We moeten in die zin nu onze kans grijpen,” zo besluit hij. “Als er goede en positieve economische reuring is, durven ondernemers meer over hun eigen grenzen te kijken en nieuwe dingen uit te proberen. Als er laagconjunctuur is, dan kijkt men vooral naar de kosten en heeft men geen generieke ketenbenadering meer. Maar die ketenbenadering is wel nodig als we een (rest)afvalloos bedrijfsleven willen nastreven. Ik daag ondernemers en bedrijven uit om hierover met mij in gesprek te gaan.” «

www.meerlandenbedrijfsafval.nl

Tekst: Jerry Helmers // Fotografie: Luuk Gosewehr

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.