Innovatie is de motor, gedrag de turbo

17 juli 2017 11:26

Innovatie is de motor, gedrag de turbo

De Ronde Tafel van Hét Ondernemersbelang stond ditmaal op een steenworp afstand van de infrastructurele aorta van Nederland, de A2. Op bedrijventerrein De Wetering-Noord schoof bij Nefkens Midden een complementair deelnemersveld aan. Want naast de gastheer zelf zaten er met Installatiebedrijf Vossebelt en Van Benthem & Keulen advocaten & notariaat mooie mkb-bedrijven aan tafel. Daarnaast deden BAM Energy Systems en Rabobank Utrecht ook een belangrijke duit in het gesprekszakje.

Want duurzaamheid is niet langer alleen de olifant in de kamer, elke ondernemer richt er inmiddels ook bewust het vizier op. Johan Koggink, directeur van Van Benthem & Keulen, opende met de constatering dat als ondernemers het belang zelf al niet zouden inzien, er altijd nog jongeren en klanten zijn. Door die groepen wordt nadrukkelijk om verduurzaming gevraagd, aldus Koggink. Het pand waar hij en zijn collega’s kantoor houden is overigens een manifestatie van verduurzaming, vervolgt hij. “Het was een bestaand pand dat we casco hebben laten strippen, opknappen en verduurzamen. Daar werken we nu heel prettig in.”

Ja, duurzaamheid wás geitenwollen sokken, reageert Hans Stek van Installatiebedrijf Vossebelt. “Maar het is nu beslist hip and happening.” Duurzaamheidsexpert Andrea de Vaal-Van Hooren van BAM Energy Systems en tevens voorzitter van de Stichting Klimaatgesprekken, sluit graag aan bij wat Koggink vertelt over zijn verduurzaamde pand. “Wij helpen klanten om steeds meer hun energie in hun eigen gebouw op te wekken en gebouwen te gaan zien als een energiecentrale. Want met de huidige techniek en mogelijkheden is dat wat een bedrijfs- of kantoorgebouw kan zijn.” Ze gelooft overigens niet zo in het alleen doen van concrete investeringen in bijvoorbeeld zonnepanelen en dubbel glas. Daarmee ben je er volgens De Vaal-Van Hooren namelijk nog niet. “Voor mij is duurzaamheid niet primair iets wat je koopt, maar iets wat je organiseert. Daarbij is het essentieel om oog voor je omgeving te hebben. Door met je buren samen te werken en bijvoorbeeld opgewekte energie uit te wisselen, kun je bouwen aan een duurzaamheidsketen. Het is mijn werk om over innovatie en innovatieve samenwerking met allerlei maatschappelijke partners na te denken.”

“We hebben een concept ontwikkeld waarmee we huizen van een compleet nieuwe voorgevel voorzien en nieuwe slimme installaties en zonnepanelen aanbrengen, en dat allemaal in één week”

Rug recht blijven houden

Duurzaamheid mag bij het kader van bedrijven dan ferm tussen de oren zitten, hoe zit dat met andere lagen binnen de organisatie? Zijn alle medewerkers bewust met duurzaamheid bezig? Patrick Eversen, accountmanager Grootzakelijk bij Rabobank Utrecht, ziet een gespleten situatie. “Gedurende kantooruren is dat bewustzijn er beslist. Toch wil dat niet automatisch zeggen dat die duurzaamheidsbril op de neus staat in privétijd. Zo zie je ouders die naar en van hun werk keurig carpoolen, wél het hele land doorrijden om hun kinderen naar een hockeyveld te brengen. Privé lijkt het gemak toch nog vaak voorop te staan.” Het lijkt er dan ook op alsof de werkgever in het opzicht van duurzaamheid feitelijk de taak van opvoeder heeft. Eversen is het wel met die stelling eens. Bert van Bruchem, interim directeur bij Nefkens Midden, heeft een puntje van kritiek op die opvoeder. “Helaas staat geld en korte termijn nog te vaak centraal. Er wordt door een onderneming geconstateerd dat als het dít kost en dát oplevert en het dus niet direct rendabel is, het ook maar niet moet gebeuren. Op die manier worden veel kansen gemist om bijvoorbeeld CO2-uitstoot te reduceren.”

Overigens zijn veel ondernemers niettemin in prominent gezelschap. “Onlangs werd premier Rutte gevraagd of hij al zonnepanelen op zijn dak had, waarop hij antwoordde dat hij eerst nog moest uitrekenen of dat wel uit kon. Die korte termijn benadering komt dus niet alleen bij ondernemers voor”, zegt Van Bruchem met een knipoog. Hoewel investeren in duurzaamheid uiteraard belangrijk is, is economische rentabiliteit iets waar bedrijven niet helemaal aan voorbij kunnen gaan. Krijgen zij überhaupt wel de tijd om de transformatie naar duurzaamheid te maken? Zeker als je bedenkt dat ze daar op korte termijn investeringsmiddelen voor nodig hebben die zich pas op langere termijn terugbetalen? En als je bovendien bedenkt dat je tegelijkertijd competitief moet kunnen blijven in je markt? Koggink beaamt dat dit spannende vragen zijn. “Die discussie speelt nu ook binnen Unilever. CEO Paul Polman heeft heel sterk op duurzaamheid ingezet en krijgt inmiddels tegendruk van activistische aandeelhouders. Die klagen namelijk dat de koers van het aandeel al een tijdje achterop blijft. Zodoende bouwt de druk op Polman en zijn directie zich op en is de vraag: kan hij zijn rug recht blijven houden? Het is te hopen dat hem dat lukt.”

"Er komt in Nederland geen stevig duurzaamheidsbeleid van de grond omdat de overheid zich te veel laat belobbyen door bedrijven met oude verdienmodellen"

Wordt verduurzaming vaak gelijkgesteld aan vergroening, er zitten natuurlijk veel meer kanten aan het begrip. Stek wijst erop dat lokaal zakendoen veel voordelen kan bieden en vaak niet duurder is. “Ik ben met vijftien man personeel een kleine installateur, maar kan wel concurreren met de grote leveranciers. Laatst werd me door ROC Utrecht gevraagd hoe ik het klaarspeel om het serviceniveau te bieden dat ik bied, want dat bleek de reden te zijn dat het ROC met me wil werken. Mijn antwoord: onze medewerkers hebben een directe relatie met de gebruiker. Als een klant belt met een probleem, dan kent de medewerker de situatie en kan daar direct op inspringen. Een grote leverancier kan die service niet bieden. Die directheid in service levert ons ook duurzame klanten op.”

De link tussen CO2 en verse broodjes

Een andere kant van het verhaal is dat grote bedrijven, zoals BAM, mogelijkheden hebben om zich technologisch te onderscheiden als dienstverlener. De Vaal-Van Hooren illustreert dat met een voorbeeld. “Wij zijn onder meer innovatief op het terrein van data-analyse en monitoring en we merken dat het voorspellend vermogen van data geweldig is. Vroeger was dit alleen voor grote bedrijven interessant, maar doordat dit zo gestandaardiseerd is, kan het ook kleinere bedrijven helpen. Zo maken wij facility managers bij onze klanten gelukkig door hoe wij onze databevindingen analyseren en terugkoppelen. Zo kunnen we aan het CO2-gehalte in een gebouw zien hoeveel mensen erbinnen zijn en kunnen we adviseren met welke buren op welk moment het beste energie uitgewisseld kan worden of hoeveel verse broodjes er die dag het beste bereid kunnen worden in het bedrijfsrestaurant. Wat facility managers ons vertellen is dat zij door onze datamonitoring en -rapportages veel efficiënter en duurzamer kunnen werken.”

Rabobank gebruikt haar productaanbod om duurzaamheid te bevorderen, reageert Eversen. “Wij kennen diverse groene producten waarmee we duurzame initiatieven stimuleren. Een voorbeeld is ons Rabo GroenDeposito. Minimaal zeventig procent van de gelden daarop investeren wij in groene projecten. Zoekt bijvoorbeeld een biologische slager financiële middelen voor een nieuwe toonbank van zijn productlijn, dan valt dat onder onze Rabo Groenfinanciering. Dat kan de klant rentevoordeel opleveren. En we bieden nog meer van dat soort producten aan om duurzame initiatieven de wind in de zeilen te geven.”

Stek vindt duurzaamheid in het hart van zijn corebusiness: het leveren en installeren van verwarming, ventilatie en koeling. “Klimaat en duurzaamheid hebben natuurlijk alles met elkaar te maken. Wij vonden het overigens goed om allerlei oplossingen die we klanten kunnen leveren eerst maar eens op onszelf toe te passen. Ons bedrijfspand werd zodoende onze showcase voor duurzaamheid. We hebben ledverlichting geïnstalleerd, 63 zonnepanelen op ons dak gezet en we hebben de verwarming afgesloten en daarvoor warmtepompen geplaatst. Zo werd voor ons proefondervindelijk duidelijk wat werkt en wat niet, wat geld oplevert en waar je kosten bespaart. De elektricien heeft bijvoorbeeld de terugverdientijd op de ledverlichting berekend en kon vertellen dat het in één tot anderhalf jaar terugverdiend zal zijn. Dat is een mooie opsteker, die uitwijst dat duurzaamheid heel betaalbaar kan zijn. Ook leuk om te constateren was dat wij groener zijn dan onze klanten. Vanuit die positie ben je ook veel geloofwaardiger als je adviseert over duurzame oplossingen.”

"Onlangs werd premier Rutte gevraagd of hij al zonnepanelen op zijn dak had, waarop hij antwoordde dat hij eerst nog moest uitrekenen of dat wel uit kon"

Het voorbeeld van verduurzaming van het eigen bedrijfspand spreekt Koggink zeker aan. Maar kijkt hij naar zijn corebusiness dan liggen de verbeteringsperspectieven wat anders. “Wij leveren juridische diensten en kunnen niet hele substantiële maatregelen nemen om het milieu te dienen. Hooguit, en dat doen we ook, kunnen we het papiergebruik terugdringen. Doordat medewerkers minder printen en wij dossiers online zetten die ingelogde klanten kunnen bekijken, is dat al aardig gelukt. Verder hebben wij voor onze medewerkers fietsen staan waarop zij kleine afstanden kunnen afleggen. De meesten wonen vlakbij kantoor en gebruiken de fiets dan ook regelmatig. Verder ligt ook de rechtbank niet veel verderop in de stad, dus wanneer we moeten pleiten kunnen we daar prima met een fiets heen. Ook krijgen wij vaak positieve reacties van klanten op de laadpalen op ons parkeerterrein. Wij waren een van de eerste bedrijven in Utrecht die elektrisch laden op eigen terrein mogelijk maakten.”

Nul op de meter? In 1 week!

Practice what you preach, ook Nefkens Midden huldigt dat principe, licht Van Bruchem toe. “Wij zijn Erkend Duurzaam Plus dealer. Dat certificaat is door BOVAG ontwikkeld om de mobiliteitsbranche duurzamer te maken. Ondernemers komen ervoor in aanmerking als ze op allerlei terreinen stappen maken en je moet dus breed aan de weg timmeren om erkend duurzaam te zijn. Zo zijn wij overstapt op ledverlichting, zetten wij computerschermen die niet gebruikt worden uit, hebben we filtertjes op onze kranen geplaatst en gaan wij zorgvuldig om met onze afvalstromen. Maar ook MVO is onderdeel van erkende duurzaamheid. Wij zijn bijvoorbeeld hoofdsponsor van de Alpe d’Huzes en zetten vijftien auto’s in om alle noodzakelijke materialen de berg op te rijden.” Dat gedragsverandering de voorwaarde is voor een maximale effectiviteit van duurzaamheidsinnovaties vinden alle gespreksdeelnemers. Van Bruchem wijst in die context op een quick win. “Ga maar eens een maand heel bewust rijden, je zult dan zien dat je zomaar twintig procent brandstof kunt besparen en alleen dáár je CO2-uitstoot al flink mee reduceert.” Dat Nederland bepaald niet vooroploopt in Europa qua verduurzaming betreuren de deelnemers. Zijn we het immers niet aan onze fantastische innovativiteit verplicht om bij de beste Europese landen te zitten? Dat we te laag op de internationale duurzaamheidsranglijst staan, heeft volgens Van Bruchem te maken met overheid en politiek. “Er komt in Nederland geen stevig duurzaamheidsbeleid van de grond omdat de overheid zich te veel laat belobbyen door bedrijven met oude verdienmodellen. Zij zou haar oren veel minder naar corporates moeten laten hangen.” Dat geldt des te meer gezien die geweldige ontwikkelingspotentie die Nederlandse bedrijven bezitten. De Vaal-Van Hooren geeft een voorbeeld ‘uit eigen huis’. “Wij hebben het voortouw genomen in zogenaamde Stroomversnelling-woningen en zorgen er in samenwerking met woningeigenaren en woningbouwcorporaties voor dat woningen energieneutraal worden gemaakt. Nu zijn woningen uit de jaren zestig en zeventig zo lek als een mandje, die kun je niet alleen met elektriciteit voeden, bovendien moet er ook veel energie bespaard worden. We hebben daarom een concept ontwikkeld waarmee we huizen van een compleet nieuwe voorgevel voorzien en nieuwe slimme installaties en zonnepanelen aanbrengen, en dat allemaal in één week. De bewoner kan dus gewoon thuisblijven. Die zie je dan letterlijk met een kopje koffie in zijn huis zonder gevel zitten. Overigens blijft daarbij voor ons de uitdaging om nieuw ontwikkelde concepten steeds duurzamer en efficiënter te maken. Ik vind het mooi om dagelijks bij dat proces betrokken te mogen zijn.”

Met andere woorden: belangrijke duurzaamheidsstappen kunnen van vandaag op morgen al gezet worden. En bedrijfsgebouwen, zo concludeerde De Vaal-Van Hooren al, kunnen van energieverbruikers tot kleine energiecentrales worden omgebouwd. De technologie is er, aan de gedragsverandering om alles optimaal te laten renderen wordt gewerkt en dat kan nog versterkt worden als de overheid het goede voorbeeld van het bedrijfsleven overneemt. We mogen hopen dat de huidige kabinetsformatie tot een nieuwe regering zal leiden die duurzaamheid nu eens écht gaat ondersteunen met krachtig, doordacht en gericht beleid. Misschien moeten de toekomstige ministers hun inspiratie daarvoor maar eens opdoen in het Rabo GroenHuis op het Jaarbeursplein in Utrecht. Dat pand is opgetrokken uit houtskeletbouw en helemaal ingericht met duurzame gerecyclede meubels. Een passender decor is niet denkbaar. «

Tekst: Baart Koster / Fotografie: Ruud Voest

 

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.