Politieke structuur aan vernieuwing toe

6 februari 2017 09:28

Politieke structuur aan vernieuwing toe

De afgelopen vijf jaar ging er een wervelwind over de arbeidsmarkt. Het aantal professionals in vaste dienst is inmiddels gedaald tot 63 procent, ongeveer een miljoen Nederlanders werkt als zzp’er en de recente veranderingen in wet- en regelgeving zijn duizelingwekkend. Hoe kijken deskundigen uit verschillende werkvelden tegen de nieuwe wettelijke kaders aan? Wat verwachten ze van de nabije toekomst? “De WWZ zorgt er ongewild voor dat mensen in hun gouden kooi vastroesten.”

Arbeidsmarkt in Vogelvlucht, het kwartaaloverzicht van het Centraal Bureau voor de Statistiek, laat sinds 2014 bemoedigende grafieken zien. Zo’n drie jaar geleden begon de werkloosheid af te nemen en kwamen er meer banen beschikbaar dan in de kwartalen ervoor. Eind 2016 daalde het officiële aantal werkzoekenden tot 499.000, 5,6 procent van de totale beroepsbevolking. Het aantal jobs groeide vorig jaar met 92000 ten opzichte van 2015. Inmiddels is de arbeidsmarkt weer in handen van werknemers, ze hadden reeds in september vorig jaar de keuze uit zo’n 162.000 vacatures. Dat aantal is sinds 2008 niet zo hoog geweest.

Personeelsbehoefte

De deelnemers aan het rondetafelgesprek van Hét Ondernemersbelang, bijeengekomen in het Delta Hotel in Vlaardingen, zien de personeelsbehoefte in hun eigen omgeving toenemen. “We hebben lang over de crisis gesproken, waardoor het thema vergrijzing een beetje is ondergesneeuwd”, vertelt Gert Kant (Lentiz Onderwijsgroep). “Nu de economie aantrekt, worden bedrijven wakker. Ze willen weer investeren in nieuwe, jongere krachten. Daarnaast zijn de personeelskosten voor oudere medewerkers flink opgelopen, ook dat is een issue.”De vraag of bedrijven vast of toch vooral flexibel personeel in dienst willen nemen, laat zich volgens Kant lastig in algemeenheden beantwoorden. “Het verschilt per sector. Vergeet ook niet dat hbo- en universitair geschoolde jongeren zelf opteren voor flexibiliteit. Zij staan anders in het leven dan bijvoorbeeld veel mensen met een mbo-achtergrond.

Een onderzoek onder leerlingen van ons LIFE College, vmbo en mbo, toont aan dat huisje, boompje, beestje zo ongeveer het ideaalbeeld is. Deze leerlingen hechten waarde aan zekerheden, zoals een vast loon.”De flexibilisering zet zich de komende jaren absoluut door, weet Laura van Luipen (Van Luipen Legal). Zij ziet dat de vraag naar ‘flex’ vanuit de werkgeverszijde op peil blijft, alleen al omdat de huidige wet- en regelgeving (WWZ, wet DBA) volgens haar averechts werkt. “In de praktijk zitten vaste krachten nog steviger op hun plek, dan sluit je als bedrijf niet zomaar een contract voor onbepaalde tijd af. En het systeem met modelcontracten uit de wet DBA heeft een remmend effect op de inzet van een bepaalde groep zzp’ers. De scheiding tussen de hippe, caffè latte drinkende, hoogopgeleide professional en de zelfstandige tegen wil en dank, zal nog groter worden.”

Geënt op vaste banen

Het bedrijf van Ton Veraart (Havenwerk) heeft een modus tussen flexibel en vast ontwikkeld: flexinuïteit. Het idee is dat werkgevers over goede mensen beschikken en erop kunnen vertrouwen dat ze voor langere tijd inzetbaar zijn, zonder dat medewerkers bij het bedrijf een vast contract krijgen. De uitzendkrachten voor haven- en industriële logistiek blijven bij Havenwerk in dienst.

“Wij dragen de risico’s en bieden de arbeidsvoorwaarden, opleidingen, leaseauto en vaste inkomsten”, legt Veraart uit. “Flexwerkers hebben zo meer zekerheid. Ze kunnen een hypotheek aanvragen, daar heb je als zzp’er drie jaarverslagen met gunstige cijfers voor nodig. Ook persoonlijke ontwikkeling schiet er bij flexwerkers in deze sector nog weleens bij in, het geld ontbreekt immers. Bedrijven profiteren van de continuïteit en van onze leverzekerheid. Reken eens uit wat het kost als een bedrijf stilligt door gebrek aan mankracht. Onze samenleving is nog te veel geënt op vaste banen. Flexibiliteit heeft een slecht imago. Je ziet die negatieve insteek ook terug in de wet- en regelgeving, maar flexibiliteit hebben we juist nodig voor concurrentiekracht. Tegelijkertijd moeten we daar dan een langetermijnperspectief aan verbinden en goede beloning voor wie flexibel kan en wil werken.”Zelf aan het roer Sommige werkgevers zijn de starre wetgeving zo zat, dat ze zelf aan het roer gaan staan.

Zo stelde de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW) vorig jaar voor om de mobiliteit van medewerkers voor de maakindustrie in eigen beheer op te pakken. Een spaarpot, door de werkgevers gevuld, moest de transitievergoeding en WW vervangen. Bij boventalligheid zou een medewerker naar een aangesloten bedrijf overstappen of, in geval van plaatsgebrek, een vergoeding uit de pot ontvangen. Een sympathiek idee, vinden de tafelgasten, al kwam het tot nu toe niet tot uitvoer. Laura van Luipen: “Het is altijd mooi als mensen zelf oplossingen bedenken voor een proces dat niet optimaal verloopt. Op die manier kan er nieuwe, betere wetgeving ontstaan. Het grote voordeel van dit plan is, dat werkgevers zelf verantwoordelijk zijn voor de transitie in plaats van zonder meer op basis van gewerkte jaren een vergoeding te betalen. Het lijkt me echter heel lastig om dit op maat toe te passen.”In zo’n doorlening plaatsen bedrijven echter vaak hun probleemgevallen en goede medewerkers willen zelf kiezen waar zij werken, reageert Veraart. “Daar ligt de zwakte van dit idee. Een ander nadeel is het sectoraal denken.

De BZW lijkt nog te denken in afgebakende gebieden, maar veel beroepen komen voor in meerdere sectoren. Daar moet je dus bij dit soort plannen op inspelen, anders mis je kansen op samenwerking.”Intersectorale dynamiek Gert Kant wijst op de ontwikkeling van Greenport, de land- en tuinbouw en handel in het Westland. Volgens hem een ‘caleidoscoop van bedrijven, organisaties, onderzoekers en onderwijs’. “We werken er samen aan product- en procesinnovatie, het is werkelijk een toonbeeld van intersectorale dynamiek. Het doorkruisen van beroepen, branches en sectoren is ook wat wij als opleiders voorstaan, dat heeft de toekomst. Helaas blokkeert regelgeving de vooruitgang weleens.”Kant zou wat dat betreft het bestuur van de BV Nederland liever aan de lagere overheden over laten. “De politieke structuur is aan vernieuwing toe. Maak standaard beleid vanuit de dynamiek van de regio’s, dus met oog voor specifieke lokale en regionale belangen. Nu worden regels ver weg bedacht. Ze moeten zaken vereenvoudigen, maar er is weinig aandacht voor het uiteindelijk effect. Kijk meer naar kwaliteit van beleid.”Dat zie je terug in zwakke wetgeving, voegt Ton Veraart toe. “De nadruk zou bij de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) liggen op vereenvoudiging van Ontslagrecht en toename van vaste banen, maar het is juist ingewikkelder geworden.

Dus kiezen werkgevers liever voor inhuur dan voor vaste aanstellingen. Ook de financiële gevolgen van ziekte van een werknemer houden voor werkgevers te grote risico’s in.”Pragmatisch benaderen Flexwerkers moeten sneller een vast contract kunnen krijgen en werknemers met een contract voor onbepaalde tijd moeten sneller naar een andere baan kunnen bewegen. De gedachte van kabinet Rutte II was 
prima, de uitwerking in de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) hoogst ongelukkig. De WWZ levert, zoals eerder aan tafel besproken, namelijk een averechts effect op. Er treedt hoogstwaarschijnlijk ook geen verandering op. Het CBS meldde in september in zijn Macro Economische Verkenning, dat het aantal vaste banen blijft dalen. Momenteel is 63 procent in vaste dienst, in 2003 bedroeg dit percentage nog 73 procent. Om kosten tegen te gaan, benaderen werkgevers de WWZ pragmatisch, zegt Laura van Luipen. “Het contract van een flexwerker wordt na een jaar en elf maanden gewoon niet meer verlengd.

Zo ontlopen bedrijven een vast contract en de verplichting de transitievergoeding te betalen. Werkgevers hebben behoefte aan goed personeel, maar ze vinden de risico’s nu vaak te groot om mensen vast aan te nemen.”Vast in gouden kooi De regeling met de transitievergoeding is weliswaar overzichtelijker, want de berekening is op een aantal mitsen en maren na voor iedereen gelijk, maar het standaardbedrag heeft een beëindiging met een vaste medewerker naar inzicht van Laura van Luipen toch niet gemakkelijker gemaakt.“De kantonrechtersformule bood meer flexibiliteit. De rechter kon bij een onvolledig dossier toch de ontbinding uitspreken en ter compensatie een hogere vergoeding opleggen. Een hogere vergoeding is binnen de WWZ een muizengaatje geworden. Een werkgever moet disfunctioneren secuur onderbouwen.

Ontbreekt een onderdeel, dan wordt het contract niet ontbonden. Een werknemer is op zijn beurt, omdat de beëindiging via de rechter minder makkelijk is geworden, eerder geneigd te blijven zitten. De WWZ zorgt er ongewild voor dat mensen in hun gouden kooi vastroesten.”Heeft de WWZ ook positieve kanten? Ontslag om economische redenen, via de preventieve toets bij het UWV, is over het algemeen eenvoudiger geworden, geeft Ton Veraart aan. Laura van Luipen wijst op de toegenomen hoeveelheid opdrachten voor haar kantoor. “Bernard Wientjes zei voorafgaand aan de invoering van de WWZ: de arbeidsrechtadvocaat wordt werkloos. Het tegendeel is waar, ik heb meer werk dan ooit.”

Goede bedoelingen

e wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie, kortweg DBA, strandt volgens de discussiepartners eveneens in goede bedoelingen. De opvolger van de slecht controleerbare VAR -vaak was één keer aanvragen door de zzp’er al voldoende- legt meer verantwoordelijkheid bij bedrijven die zelfstandigen inhuren. Opdrachtgever en leverancier moeten een modelovereenkomst tekenen om de aard van de werkrelatie vast te leggen. De overheid wil daarmee schijnconstructies tegengaan. Na de invoering bleek dat ook zzp’ers die aan de voorwaarden voldeden, opdrachten verloren. Bedrijven wilden geen naheffing of boete riskeren en kozen ervoor met externe partijen te breken. De handhaving van de wet DBA staat nu on hold tot 2018.

“De jurist, journalist, ICT’er, fotograaf en alle andere beroepen die doorgaans niet aan een bedrijf zijn gebonden, ondervinden geen problemen met de wet DBA”, zegt Ton Veraart. “Dat is anders voor mensen die werken voor projecten met veel mensen onder directe leiding en toezicht op veiligheid. Veel industriële bedrijven hebben dan ook besloten niet langer zzp’ers in te zetten.”Welke problemen lossen we nu precies met de wet DBA op, vraagt Gert Kant retorisch. “In het onderwijs lopen we dadelijk vast met de inzet van invaldocenten. Maar er zijn ook geen middelen om die mensen vast aan te nemen.” Een kant-en-klare-oplossing valt niet zonder meer aan te reiken, vult Laura van Luipen aan. De gezagsverhouding tussen opdrachtgever en -nemer kan naar haar inzicht in elk geval scherper worden omschreven. “De invulling van de gezagsverhouding laat veel vragen open. Als een opdrachtgever met een opdrachtnemer afspraken maakt over werktijden, pauzes, kleding, veiligheid, is er dan meteen sprake van een gezagsverhouding en dus een arbeidsovereenkomst?”

Meer ICT, meer werk

Automatisering gaat de arbeidsmarkt ongetwijfeld nog verder opschudden, reageren de tafelgasten op het laatste thema van het rondetafelgesprek, de vraag is alleen welke rol mensen daarin in spelen. Zeker, ICT heeft functies vervangen, maar altijd kwamen er weer nieuwe bij. En we zijn ook niet bepaald minder gaan werken, zoals Keynes ooit voorspelde. “Correspondentie in een zaak nam weken in beslag toen ik als advocaat begon”, merkt Laura van Luipen op. “Dat is nu in enkele uren per e-mail afgehandeld en je kan daardoor nu gewoon meer dossiers behandelen. Maar in sommige sectoren gaat het minder snel. Er wordt binnen de rechtspraak hard gewerkt aan digitalisering, maar in de praktijk is e-mailen met de rechtbank nog altijd niet mogelijk. Communicatie verloopt, anno 2017, doorgaans per fax.”

Ton Veraart ziet in eerste instantie administratief werk op mbo-niveau 2 en 3 verdwijnen. “Op langere termijn kun je ook denken aan functies in het hoger segment. Het is nu al mogelijk een hypotheek online te regelen. De volgende stap is een systeem dat meerdere andere systemen aanstuurt en slimmere beslissingen neemt.”De ontwikkeling van leerlingen beschouwend, zal de robot niet zo snel de menselijke creativiteit en het vernuft vervangen, stelt Gert Kant. “Jongeren krijgen een functionele basis mee en weten deze heel praktisch in te zetten. De wereld is voor hen veel kleiner dan ze voor ons was. Jongeren durven ideeën uit te wisselen en zichzelf te presenteren. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Daarnaast mogen we trial and error niet onderschatten. Biobased materialen kwamen min of meer per toeval tot stand, ze zijn het resultaat van hergebruik van afval van kwekerijen. De bouw en tuinderijen hebben daar samen een mooie, nieuwe bestemming voor gevonden.” 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.