Belastingdienst bekijkt blockchain

15 december 2017 14:13

Belastingdienst bekijkt blockchain

In het huidige digitale tijdperk worden meer en meer gegevens van ons vastgelegd. Van deze gegevens maakt de Belastingdienst al jaren gebruik. Af en toe wordt de Belastingdienst in het gebruik teruggefloten, waar het bijvoorbeeld ging om ANPR-gegevens, al zal daar ook een wettelijke grondslag voor worden gecreëerd, maar met behulp van artikel 53 AWR worden geregeld derden bestookt met (serie)vragen. Denk daarbij aan parkeergegevens ten behoeve van het vaststellen c.q. de controle van de rittenadministratie van de auto van de zaak. Hoewel bitcoins al vier jaren sterk in opkomst zijn, lijkt ook dat een onderwerp van onderzoek geworden.

De staatssecretaris van Financiën heeft op 30 oktober 2017 allereerst onderstreept dat bitcoins in het bezit van een particulier (nu) behoren tot het vermogen voor de rendementsheffing(box 3 van de inkomstenbelasting).In uitzonderlijke gevallen, kunnen de bitcoins ook tot het ondernemingsvermogen van een ondernemer behoren, in welk geval zij in box 1 worden belast.

Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien er veel in wordt gehandeld (daytraders). Dan kan immers worden gesteld dat de handel het normale vermogensbeheer te buiten gaat. De waarde van de virtuele valuta heeft nu met name een opwaartse trend laten zien. Koerswinsten zijn in box 3 niet belast. Echter eventuele verliezen zullen dat voor nu of de nabije toekomst ook niet zijn. Voor de rendementsgrondslag is de waarde per 1 januari van ieder jaar leidend. Transactieinformatie wordt opgeslagen in de blockchain. Dit maakt het mogelijk transacties te controleren en te verifiëren.

De Belastingdienst ziet daartoe aanleiding om bitcoinmutaties te gaan controleren. Alle mutaties per bitcoinadres zijn openbaar. Hoewel het niet altijd makkelijk is een eigenaar van een adres te achterhalen, bestaat die mogelijkheid wel. Die mogelijkheden zullen nu beproefd gaan worden. Zijn uw virtuele valuta ook netjes in de aangifte inkomstenbelasting verwerkt? Zo niet, dan lijkt het zaak nog gebruik te maken van de zogenoemde inkeerregeling.

Per 1 januari 2018 zal de inkeerregeling namelijk worden afgeschaft. Gelukkig is nog wel in overgangsrecht voorzien, zodat voor aangiften die voor 1 januari 2018 (moeten) zijn gedaan, nog steeds gebruik kan worden gemaakt van de huidige inkeerregeling. De mogelijkheid tot inkeer bestaat niet meer indien de belastingplichtige weet of moet vermoeden dat de Belastingdienst hem op het spoor is.

Om het moment dat tot inkeer wordt gekomen, is de vraag of vijf of twaalf jaren kan worden nageheven. Voor het antwoord moet worden vastgesteld waar de virtuele valuta worden gehouden of zijn opgekomen. Is dat in Nederland (vijf jaren) of in het buitenland (twaalf jaren). Mede in aanmerking genomen de boete van 120% van het bedrag aan te weinig geheven belasting alsook de verschuldigde belastingrente, is het antwoord op deze vraag voor de consequenties c.q. het te betalen bedrag van wezenlijk belang.

Wacht – ondanks de mogelijke heffing - niet tot de brief van de Belastingdienst op de mat valt. De gevolgen zijn dan vele malen ernstiger met boeten oplopend tot 300% en mogelijk zelfs strafrechtelijke vervolging. «

Priscilla de Haas Libertas Lawyers/De Haas Advocaten

www.libertaslawyers.com

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.