Innovatie is onontbeerlijk in de maakindustrie

17 juli 2017 12:21

Innovatie is onontbeerlijk in de maakindustrie

De kop boven dit artikel verklapt eigenlijk al wat de conclusie is van dit rondetafelgesprek – en eerlijk gezegd is hij dat al vanaf de eerste minuten van de discussie.

Deze bespreking, met als thema Innovatie (in de maakindustrie), vindt plaats bij STODT Toekomsttechniek, samen met ROC van Twente gevestigd in het industrieelhistorisch uitermate respectvol vormgegeven pand De Gieterij in Hengelo. Een achttal deelnemers, specialisten die stuk voor stuk actief zijn in (uiteenlopende onderdelen van) de maakindustrie, is bijeengekomen om samen – zowel enthousiast als kritisch – te praten over thema-aspecten als innovatie, concurrentie, ambitie, Nederland versus het buitenland, verantwoordelijkheid van de overheid versus die van het bedrijfsleven, security, infrastructuur en bewustzijn van toekomstbestendigheid.

Innoveren bepaalt bestaansrecht

De eerste stelling van de ochtend is er een die Mike de Lange van United Works heeft ingebracht: De kracht die een ondernemer kan opbrengen om te innoveren bepaalt zijn bestaansrecht voor de toekomst. “Ik kom zelf van oorsprong uit de chemische industrie”, begint hij. “Ik zag constant situaties waarin grote corporate bedrijven werden opgesplitst; er vond vrij weinig innovatie plaats, maar men kon blijven bestaan omdat het om grote hoeveelheden ging. Ik zag wel de behoefte aan innovatie – daardoor kreeg een bedrijf meer bestaansrecht, en schepte in de markt het beeld dat men wilde vernieuwen.” Gert Boers (WTC Twente): “Dat is zeker waar, maar er zijn nog meer factoren in het spel. Je hebt ook de cultuur nodig, en de competenties.”“Ik zeg het maar botweg: oude organisaties kunnen niet innoveren”, stelt Janarthanan Sundaram van Bright Access. “Als je wilt innoveren, moet je dat echt vanaf de grond opbouwen.” “Je ziet dat veel corporates daarmee worstelen”, beaamt Patrick Boertien van EY. “Die zetten bijvoorbeeld venture funds op om innovatie binnen te halen.” Evelien Bras (Thales): “Te veel innovatie in de kern van een organisatie kan verstorend werken, voor sommige innovaties kun je beter aan de randen van je bedrijf organiseren.” “Maar we moeten wel onderscheid blijven maken tussen grote bedrijven en ondernemers in het mkb”, vindt Jeroen Rouwhof van STODT Toekomsttechniek. “Bij beide zie je dat het vaak geen onwil is, maar onmacht – men wil wel, maar heeft geen idee hoe”, zegt Mike de Lange. “Soms kan één manager al een verandering teweegbrengen, ook in een klein bedrijf.”

De rol van de ondernemer

Patrick Boertien: “Cruciaal daarin is de rol van de ondernemer, de CEO. In de waan van de dag zie je nog regelmatig dat bedrijven bij het bekende blijven en er onvoldoende focus is op innovatie, en hierdoor ook de continuïteit van het bedrijf.” “Als je het binnen het bestaande patroon anders probeert te doen, loop je kans vast te lopen”, aldus Gert Boers. Janarthanan Sundaram: “Het is allemaal oude industrie, de gevestigde orde, daar wordt gewerkt volgens bepaalde processen. Wij moesten in eerste instantie juist vaak de outsiders vinden, die wilden veranderen en meedenken. Je moet een keten vinden van partijen die mee innoveren. Wij hebben een heel andere aanpak als het gaat om glasvezel – en dat is bij smart industry hetzelfde.”“Bij ons is innovatie van oudsher traditie”, vertelt Frank Landhuis van ALMI. “We denken continu: wat gaan we nu weer doen? We bezoeken gericht veel beurzen, onderzoeken mogelijkheden. ALMI is wereldwijd actief. Als je dat vanuit Nederland doet, moet je wel innovatief zijn. Mijn vader heeft 22 patenten op zijn naam staan, en ik ben zelf ook ontwikkelaar. Bij Smart Industry doe je de inkoop op de werkvloer.” Evelien Bras: “Wij innoveren ook door outsourcen van activiteiten die niet tot de kern behoren – hiermee krijgen we focus op de onderdelen waar we toegevoegde waarde voor onze klanten kunnen leveren. Smart Industry is voor ons een kwestie van innovatie in de héle keten.” Op Jeroen Rouwhof’s opmerking dat je dan een ander bedrijf verantwoordelijk maakt voor je product, reageert zij ontkennend: “Toeleveranciers hebben altijd al een deelverantwoordelijkheid. In samenwerken en innoveren is het magische woord vertrouwen. De afhankelijkheid is wederzijds.”

Verantwoordelijkheid security

Ze stelt bovendien dat security essentieel is. “Ik heb echter nog steeds het idee dat in de meeste gevallen security een randtopic is”, reageert Janarthanan Sundaram. “We denken nog te veel in incidenten. Er is een blinde vlek, en dat is het internet. Van babyfoon tot huishoudelijk apparaat wordt klakkeloos aangesloten op het internet, en alles wordt gehackt – gewoon omdat het kan. Je partner bij beveiliging is degene die je verbindingen levert. Er hoort een netwerk naast dat alles veilig maakt, door dat af te zonderen van internet. Dat moet niet publiekelijk benaderbaar zijn, los van het internet dus. Je wilt je industriële robots vooral los van het internet hebben, stel voor dat je productie stil komt te vallen.” “Security staat op gespannen voet met automatisering, maar de bewustwording wordt wel beter de laatste tijd”, zegt Evelien Bras tegen hem, waarop hij reageert: “Ja, dóór die incidenten.”

Zij vervolgt: “De Nederlandse overheid legt nog steeds de verantwoordelijkheid bij de ondernemer neer.” “Maar juist de netwerkleveranciers moeten hun verantwoordelijkheid nemen, zoals wij dat doen”, zegt Janarthanan Sundaram.Evelien Bras levert een stelling aan die daarop aansluit: De overheid moet fundamentele innovatie in de kritische infrastructuur (financieel) ondersteunen, en al het publieke geld dat ze investeert volgens een visionair beleid oplijnen – ondernemingen kunnen dan hierop inspelen. “Middelen die beschikbaar worden gesteld, worden gefragmenteerd ingezet”, legt ze uit. “Daarnaast draait het ook om capaciteit en mensen – daar moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen.”

Stroperige processen

“De overheid moet dus meer een sturende taak innemen”, stelt Mike de Lange. “Maar daar hebben ze jaren voor nodig. Er moet eerst bewustwording komen, en dan moeten ze hun infrastructuur opnieuw realiseren. Dat zijn enorm stroperige processen.” Evelien Bras: “We hebben het hier inderdaad over stroperige processen. Nederland heeft nog geen consistent beleid. Op regionaal niveau, zoals BOOST in Oost-Nederland, zie je dat er wel een brug gebouwd wordt. Bedrijven hebben behoefte aan laagdrempelige oplossingen.” “De Nederlandse overheid kan het nu niet, ze hebben de mensen en het beleid er niet voor”, zegt Klaas Venema van Beenen Industriële Automatisering. “Het bedrijfsleven zal het dus eerst zelf moeten doen.”

Janarthanan Sundaram: “Het is nog erger: het is inderdaad zo dat de overheid in de loop der tijd allerlei netten heeft afgestoten, zoals het spoor. Maar in de infrastructuur waarvoor ze wel verantwoordelijk is wordt nauwelijks geïnvesteerd. Als bedrijfsleven onder elkaar moeten wij dus zelf die broek aantrekken.” “Maar waarom moet het dan bij de overheid liggen?”, vraagt Jeroen Rouwhof zich af. “Hackers die de processen van een bedrijf overnemen, dat is gewoon een kwestie van criminaliteit – dat is dus een taak voor de overheid”, reageert Frank Landhuis. Patrick Boertien: “We dienen niet alleen naar de overheid te kijken. Nederland is minder protectionistisch dan omringende landen. Dit houdt verband met ons DNA; wij zijn immers sterk afhankelijk van export. Je moet de overheid niet te veel laten sturen, dan beperk je juist onze innovatiekracht.”

“De overheid moet stimuleren en faciliteren”, aldus Klaas Venema. “Maar innovatie moet van bedrijven komen. Dat is normale marktwerking: innoverende bedrijven overleven, de andere niet. Of dat dan grote of kleine bedrijven zijn die innoveren, zou niet uit mogen maken.”

Dat wat innovatief maakt

Gert Boers: “Rondom grote ondernemingen circuleren talloze kleinere. En hoewel het innovatief vermogen in de regio Overijssel hoog ligt, is het aanpassingsvermogen er lang niet zo groot.” “De overheid moet zorgen dat er genoeg goed opgeleide mensen zijn. Het bedrijfsleven kan daar een rol in spelen, als men ziet dat de overheid daarin tekortschiet. Maar ik zie in ons land een Tweede Kamer waar op zakelijk niveau amper mensen zitten die zich kwalitatief kunnen meten met de mensen hier aan tafel.” “Als je politici wilt beïnvloeden, moet je echt een voldoende grote broek aan hebben”, vindt Gert Boers. “De regionale overheid moet óók een grote broek aantrekken”, volgens Jeroen Rouwhof. “Er is binnen gemeentes ook verschil in bestemmingen van investeringen en subsidies.”

“Er gebeurt heel veel in Twente, de nieuwe Agenda van Twente komt eraan. Daarmee is er budget en de mogelijkheid om deze belangrijke zaken geregeld te krijgen”, zegt Janarthanan Sundaram. “We moeten ons zoals we hier zitten sterk maken in die agenda voor meer technisch personeel.” Op de vraag van Gert Boers wat een bedrijf innovatief maakt, antwoordt hij dat dat een kwestie is van DNA. Klaas Venema: “Het moet inderdaad wel in je genen zitten. De directeur van dát bepaalde moment is wel degene die het realiseert.” “Echte innovatie is niet subsidiegedreven”, stelt Frank Landhuis. “Subsidieverstrekkers regelen dat subsidie bij je terechtkomt, maar het moet wel in jezelf als bedrijf zitten. Je moet je continu ontwikkelen. Wij zien dat ook in de agrarische industrie: duurzaam denken in beperking van grondstoffen bijvoorbeeld.”

Afscheid van de oude organisatie

“Kijk naar een Philips: een grote organisatie die van koers is veranderd, door zich volledig op Health toe te leggen”, zegt Patrick Boertien. “Het bewijs dat je dus echt van binnenuit kunt innoveren.” Janarthanan Sundaram concludeert dat je in zo’n geval dus afscheid moet nemen van de oude organisatie. “Het is een radicale keuze: ze maken geen gloeilampen meer, het is het loslaten van waar je initieel groot mee bent geworden”, zegt Klaas Venema. “Het vraagt durf om zo drastisch te switchen.” Gert Boers: “Er moet natuurlijk wel iets van synergie zijn met wat je voorheen deed.” “Innovatie moet ook niet het doel zijn”, vervolgt Klaas Venema. “Kun je als ondernemer de veranderingen wel bijhouden? Want de snelheid is enorm. Ben jij als ondernemer wel flexibel genoeg om die ontwikkelingen bij te houden?”

Mike de Lange: “Als je als bedrijf in staat bent om die marktontwikkeling bij te houden, wat zeker geldt voor het management, slaag je, en overleef je. Je moet een sfeer creëren van waaruit je de innovatie kunt toepassen. Je hebt altijd initiators en adapters – daar moet je een goede mix in vinden. Je dient je af te vragen hoe je ervoor zorgt dat je dat groeiproces ook in je bedrijf kunt waarmaken.”

Kijken over de grens

Evelien Bras: “Datzelfde geldt voor aandeelhouders en innovatie: in de praktijk wordt funding beschikbaar gesteld aan de best onderbouwde innovatieve plannen. Maar die worden vaak eerst wel een tijd onder de radar gehouden, juist om de onderbouwing volwassen te krijgen.”

“Het begint met de mens, en vervolgens ga je het proces faciliteren”, zegt Gert Boers. “Bij ons speelde soms de situatie dat het bedrijf mooie dingen bedacht, en wij dan hierdoor te ver voorliepen op wat er in de markt plaatsvond”, legt Jeroen Rouwhof uit. “Helemaal vooroplopen in innovatie is lang niet altijd haalbaar.” Als ik stel dat de Nederlandse maakindustrie ambitieus is en men het overgrote deel van de groei wil realiseren in het buitenland, en vraag of dat een goede ontwikkeling is of dat er te grote stappen te grote stappen worden genomen, antwoordt hij: “In Duitsland zie je dat zolang de binnenlandse markt in orde is, men niet over de grens kijkt. Wij houden ons als STODT juist bezig met grensoverschrijdende projecten voor Nederlandse maakbedrijven.”

Patrick Boertien: “De Nederlandse handelsgeest werkt anders, hier kijkt men wel snel over de grens.” “De eigen Nederlandse identiteit kan gauw verloren gaan”, reageert Jeroen Rouwhof. “Doe je bepaalde infrastructurele zaken, zoals het verbreden van snelwegen, voor Nederland of voor het buitenland?” Janarthanan Sundaram zegt daarop dat infrastructuur van cruciaal belang is. “De cultuur in Nederland is een prima voedingsbodem om innovatief te zijn”, besluit Mike de Lange. “Alleen qua mentaliteit mogen we wel wat meer initiatief tonen.” «

Tekst: Theo Bennes / Fotografie: Wim van 't Hoff

 

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.