Den Helder: kom in actie!
29 juni 2017 14:09
Den Helder staat aan de vooravond van grote economische veranderingen. De transitie van olie- en gasproductie naar windenergie is onomkeerbaar. Daarom is in 2016 North Sea Energy Gateway gestart. Doel: de kracht van Den Helder en de regio in de offshore energie gezamenlijk onder de aandacht brengen. Overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen werken samen om de sterke positie in de offshore olie- en gasindustrie te behouden en te werken aan de transitie naar offshore wind. “Het potentieel van Den Helder en de regio is enorm. Het is van groot belang dat we die kansen de komende jaren verzilveren.”
Jacoba Bolderheij straalt een en al actiebereidheid uit. Niet dat de directeur van Port of Den Helder een protestmars wil organiseren, maar ze stuurt al haar gesprekspartners nadrukkelijk aan om iets te gaan doen. “Stilzitten en afwachten is geen optie. Nu is het moment om ons als Den Helder te profileren als dé offshorestad voor de complete Noordzee. We hebben een schat aan kennis van maritieme zaken, van olie- en gaswinning en ook van duurzame energieproductie op zee. Onze infrastructuur is dik in orde. Kortom: we kunnen die kans op een stap vooruit in de toekomst niet laten liggen.”
#1 OLIE- EN GASSECTOR LEVERT NOG JAREN WERK OP
En om die toekomst draait het helemaal, vindt Jacoba Bolderheij. “Want hoe lang levert de olie- en gassector nog werk op voor de regio Den Helder?” Caspar Domstorff van Bluestream verwacht vanaf 2030 een sterke daling van werkgelegenheid in de olie- en gassector. “De industrie verandert snel. De bestaande velden en infrastructuren blijven nog jaren actief omdat er vanuit de industrie toch nog heel lang een grote behoefte blijft bestaan aan olie en gas om te kunnen blijven draaien. In die behoefte kan de duurzame energiewinning nog niet voorzien.” Maar die blijvende vraag naar olie en gas moet je niet blind maken voor een aantal andere factoren, stelt hij.
“Alles kán, maar we moeten het wel gaan dóen!”
“Je ziet wel dat door de lagere olieprijs bedrijven steeds meer prijsdruk voelen. De lage olieprijs betekent dat bedrijven in hele brede zin gaan zoeken naar mogelijkheden om kosten te reduceren. Dat heeft zeker ook zijn weerslag op de werkgelegenheid en op de vraag naar diensten die daar direct aan gerelateerd zijn.” Conny van den Hoff van Den Helder Airport ziet dat ook zo. “De vraag naar vluchten neemt af omdat de olie- en gasproductie minder wordt. De omvang van vluchten voor de offshore windindustrie zal nooit zo groot worden, maar die vluchten zijn wel een welkome aanvulling daarop.” Jan Schipper van Peterson ziet ook een verschuiving in die werkgelegenheidsbehoefte. “Er komt behoefte aan nieuwe kennis, aan nieuwe vaardigheden. Dat kun je deels oplossen met scholing.”
Veel en grote veranderingen dus die op stapel staan. Eigenlijk zijn die veranderingen een nog groter issue dan het item werkgelegenheid an sich. “Ook de transitie kan veel werk opleveren. Het gaat er juist om dat we concreet in beweging komen met het oog op de kansen voor economie en werkgelegenheid op de lange termijn. Wat doen we met investeringen? Welke stappen zetten we op het terrein van onderwijs in de regio? Ik wil die urgentie triggeren”, zegt Bjorn Borgers van het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord.
Wim Schouwenaar van DHSS wil wel concreet worden. “Doordat bedrijven nu al serieus kijken naar walk-to-workschepen zie je een afname in aantal helikoptervluchten. En ook decommissioning is iets waar we ons in deze regio goed in moeten verdiepen. Hoe kunnen zee- en luchthaven de markt bedienen als facilitator?”
Odilon Romero verwacht dat de vraag naar goed gekwalificeerd personeel een grote vlucht gaat nemen. “Enerzijds is het een kwestie van nieuwe banen creëren, anderzijds moet je de mensen ook in de regio zien te houden. Dat vereist absoluut actie - je ziet nu al dat jongeren soms vertrekken. De eisen en behoeften van werkgevers aan hun personeel gaan compleet veranderen.” Dat is Domstorff helemaal met hem eens. “Dat je hier niet je mensen kunt vinden is een grote rem op de verdere groei van de sector en daarmee ook voor de toekomst van Den Helder.” En onderschat de concurrentie van havens in Groot-Brittannië en Denemarken niet, waarschuwt Jan Schipper van Peterson.
#2 TE WEINIG WERK UIT TRANSITIE
Wethouder Edwin Krijns van de gemeente Den Helder ziet ook dat ‘zijn’ stad zelf een remmende factor is in de zo gewenste economische groei. “De stad moet leuker! Met goed onderwijs, met stageplekken. Je ziet dat de banen er zijn, maar dat de mensen zelf hier niet wonen. Tegelijkertijd zie je duidelijk dat de olie- en gasmarkt krimpt, terwijl wij als stad en als regio juist willen groeien. Dan moet je dus zoeken naar andere potentiële groeimarkten.”
De vier gemeentes in de Kop van Noord-Holland werken samen onder de noemer ‘De Kop Werkt!’ en zijn gekomen tot een economisch investeringsprogramma van 30 miljoen euro, waarvan de provincie hen ondersteunt met 15 miljoen euro. “Met dat geld investeren we in de haven en stimuleren we ook initiatieven in het onderwijs zoals TechConnect waarbij ROC-studenten en bedrijven aan elkaar gekoppeld worden”, zegt Krijns.
Mooie PR voor de regio is een must, benadrukt Domstorff. “Waarom zou je kiezen voor de Noordkop? Bij Den Helder krijgen buitenstaanders beton, grijs, vervallen en criminaliteit op hun netvlies. Niet echt positief. Terwijl als je hier woont, als je de regio kent, dat heel anders is. Dat verschil overbruggen is heel lastig.” Bolderheij en Van den Hoff zijn optimistisch, onder meer over de positieve spinoff die de stichting Citymarketing Den Helder creëert. “Met Sail Den Helder wordt een nieuwe website gelanceerd die bezoekers een heel verhelderend beeld geeft van de stad. En zo zijn er meer initiatieven om qua imago grote slagen te maken.” Edwin Stolk van de Haven- en Scheepvaartvereniging vindt dat er al heel veel is gebeurd de afgelopen jaren. “We zitten absoluut in een positieve flow. Ik ben zelf heel optimistisch over onze stad, maar een imago veranderen, dat kost gewoon tijd. Bovendien: Den Helder positief profileren is een zaak voor heel Noord-Holland.” Met North Sea Energy Gateway springt de regio in dat gat, vindt Bolderheij. Commerciële verdeeldheid en een vaag beeld naar buiten toe over wat hier kan zijn geen pluspunten. “NSEG zet Den Helder neer als de poort naar de Noordzee. Door te benadrukken dat de infrastructuur goed is, dat het kennisniveau hoog is en dat we een concreet plan van aanpak hebben voor de stad en de regio. Met NSEG profileren we Den Helder regionaal, nationaal en internationaal als de beste partner voor commerciële energiewinning op de Noordzee.” Borgers ziet dat de combinatie van een gevoel van urgentie, dat we iets moeten gaan doen, plus de wil om samen te werken de twee beslissende factoren zijn om verder te komen.
Jurgen Pille van CHC Helicopters Netherlands vindt ondanks die mooie verhalen dat het individualisme nog steeds aan kop gaat. “Het antwoord op de vraag hoe lang de olie- en gasindustrie nog werk biedt mét een duidelijk verhaal hoe we die transitie gaan inzetten, dat kunnen we gebruiken om Den Helder te laten profiteren van de nieuwe ontwikkelingen.” Pille ziet dat iedereen die transitie wil maken. “Maak gebruik van die synergie om ‘t ook samen te doen en dat nadrukkelijk zo te presenteren. Alles kán, maar we moeten het wel gaan dóen!” Volgens Romero zit het probleem hem in het ontbreken van een duidelijke visie en een doel. “Het eindresultaat moet concreet in beeld komen, anders haakt niemand echt aan.” Pille vindt dat het klassieke probleem van de overheid. “Die wil van alles, maar concrete targets benoemen ho maar. Er zijn nog teveel onzekerheden, en dat vertraagt enorm.”
Stolk verwacht dat de transitie ander werk gaat opleveren, en in zekere zin ook minder werk, omdat een windturbine nou eenmaal minder handen nodig heeft dan een olieplatform. “En bovendien moeten die handen dan ook nog vooral koppen zijn.” Qua soort werkgelegenheid gaat er in Den Helder dus van alles veranderen. Offshore windenergie vraagt nou eenmaal een ander soort medewerkers dan olie en gas. “Voor mensen die in de olie- en gassector aan de slag willen ligt hun toekomst mogelijk gedeeltelijk buiten Nederland”, zegt Schipper. Stolk: “Als de transitie naar wind en andere duurzame energie doorzet, is er in Den Helder uiteindelijk wel meer werkgelegenheid dan nu.”
#3 HOE GROOT IS DE NOORDZEE?
Nick Waterdrinker van Den Helder Airport is van mening dat het eindspel om de Noordzee in gang is gezet. Hij noemt het wel het bypass-principe. “De energiebehoefte blijft, maar wat de Noordzee aan olie en gas kan bieden is eindig. De transitie is een must, en vereist onze volle aandacht. Zelf vind ik dat de mogelijkheid van repurposing sterk onderbelicht is, net als de inzet op hoogwaardige kennis. Als we daar slim mee omgaan, dan kan dat heel veel werk opleveren.” NSEG vindt hij een goed initiatief, maar te beperkt. “Het moet over heel Noord-Holland gaan, niet alleen over Den Helder. En als we het veel sterker uitrollen, dan is er een kans dat de huidige infrastructuur benut kan blijven worden in de toekomst. Doen we dat niet, dan worden we gewoon overgeslagen.” Bolderheij is het daarmee eens. “Precies om die reden laten we ons gezicht beter zien in Den Haag, gaan we naar internationale conferenties.” Volgens Schouwenaar moeten Port of Den Helder en Den Helder Airport zich internationaal nog nadrukkelijker profileren als eenheid. “Bovendien moeten we een start maken met de inrichting van de Marsdiepkade zodat deze geschikt is voor offshore windpartijen en andere scheepvaart.”
Krijns benadrukt dat de provincie jaren terug al het programma Wind op Zee ontwikkelde en daar nog steeds nadrukkelijk op focust. Pille vindt dat een mooi programma. “Wind op zee - dat biedt echt kansen. Maar of die windparken dan dichtbij de kust of ver op zee moeten komen, daar zijn ze niet uit. En dat legt alles stil.” Bolderheij blijft strijdlustig. “We moeten deze kansen en ontwikkelingen van wind op zee die er nu liggen met de regio en de stad gewoon pakken. Anders missen we de boot.” Daar is Borgers het hartgrondig mee eens. Pille kijkt liever nog wat verder. “Waterstof wordt nu niet genoemd bijvoorbeeld.
Dat terrein ontwikkelt zich nu razendsnel. Daar zouden we klaar voor moeten zijn om aan te haken. Den Helder en Noord-Holland moeten maximaal inzetten op groei van renewable energy. Als het er eenmaal is, gaat het heel, heel snel.” Stolk beaamt dat. “We moeten er ook creatief op in kunnen spelen. En dus zeker ook breder kijken dan alleen wind.” Schipper ziet wel het gevaar dat met al die nieuwe ontwikkelingen de neiging zou kunnen ontstaan dat de bestaande industrie buitenspel wordt gezet. “Terwijl je die - zeker uit oogpunt van duurzaamheid - er juist intensief bij moet betrekken. De volledige keten kan worden aangeboord!” Koester wat je hebt, dat vindt Domstorff ook. “Zonder die industrie waren we niet gekomen waar we nu staan.” Dat onderschrijft Bolderheij ook. Ze benadrukt dat er wordt gekeken vanuit de gedachtes ‘wat hebben we nu’ en ‘wat moeten we nog doen’. Stolk ziet daar kansen in. “We moeten sterk anticiperen op de toekomst, welke mogelijkheden biedt de bestaande infrastructuur? Hoe kunnen we van daaruit optimaliseren, tegemoetkomen aan nieuwe behoeftes?”
#4 OVER DE SYNERGIE TUSSEN OVERHEID, ONDERWIJS EN ONDERNEMERS
Samenwerking tussen bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en overheid is een must. “Wel een kwestie van de balans zoeken, om met één verhaal naar buiten te treden”, zegt Borgers. Dat Den Helder in dit hele verhaal een uitstekende startpositie heeft, staat volgens hem buiten kijf. “Je buitelt hier over de hoogwaardige kennis, er wordt volop onderzoek gedaan bij ECN en iMares bijvoorbeeld. Maar dat kwalificeert de gemiddelde Noord-Hollander als business as usual. Terwijl we dat juist uit zouden moeten venten!” zegt Waterdrinker. Romero pleit voor meer onderlinge en concrete samenwerking tussen onderzoeklabs, kennisinstituten en bedrijven. “Ik noem de fieldlabs. Die vind je in heel Nederland, behalve hier. De Kop van Noord-Holland mist hier echt kansen.”
Het gesprek komt op TechConnect. Een initiatief van bedrijven, scholen en overheden om de mismatch tussen opleidingsaanbod en opleidingsbehoefte op te lossen. En ook om jongeren te enthousiasmeren voor een baan in een sector die serieus perspectieven biedt. Krijns: “Het energieneutrale schip Ecolution dat nu in Den Helder ligt, draagt bij aan de positieve beeldvorming van de sector bij jongeren. De gemeente trekt sowieso twee miljoen euro uit om de aansluiting tussen markt en onderwijs te verbeteren.”
#5 TALENTEN TREKKEN
Dat de Ecolution in Den Helder ligt is natuurlijk fantastisch voor de beeldvorming bij het grote publiek maar Stolk vraagt zich wel af of Den Helder of de regio er op de langere termijn wat aan heeft. “Hoe koppel je alle duurzame activiteiten en mooie verhalen aan concrete actie in de toekomst? Met andere woorden: hoe borg je de toegevoegde waarde ervan?” Hij verwoordt exact de zorgen van wethouder Krijns. “Er is in totaal 30 miljoen euro beschikbaar. Dat geeft ruimte aan het onderwijs, de haven. Maar we kunnen het als gemeente niet alleen. Onderwijs en bedrijfsleven moet actief zelf aanhaken en met goede ideeën komen. Bij de gemeente willen we snel schakelen”, zegt Krijns. Dat alles mag wel wat steviger, vindt Schouwenaar. “De mindset van de ambtenaren moet anders, meer oplossingsgericht, meer ondernemersgericht. Laat ze meedenken, bezwaren wegnemen voor nieuwe bedrijven die overwegen zich hier te vestigen. Alles wel binnen de wet- en regelgeving natuurlijk.”
En als je het dan hebt over zichtbaarheid: hoe zichtbaar is Den Helder voor potentiële werknemers, voor starters op de arbeidsmarkt? Je hoort nogal eens dat het onderwijs niet voorziet in de behoefte van bedrijven, dat de opleidingen niet voldoende aansluiten op de veranderende vraag van bedrijven. Volgens Romero doet het onderwijs dat wel, met onder meer het nautisch college, de aandacht voor robotica en een mini-boorplatform. “Blijkbaar moeten we dat nog meer laten zien.”
Het gaat sowieso niet alleen maar om onderwijs of andere faciliteiten, vindt Schipper. “Feit is dat goede mensen lastig te vinden zijn, en dat bedrijven daar ook naar kijken als ze een locatie kiezen”, zegt Schipper. Al die zenuwen over de behoefte aan mensen van bedrijven… niemand wordt concreet! Domstorff wil liever dat bedrijven kijken naar hoe ze een grotere taartpunt kunnen pakken. “Maak dat zichtbaar richting de overheid, noem een aantal arbeidsplaatsen en denk vervolgens verder met mbo- en hbo-instellingen.” Ook Schouwenaar vindt gericht onderwijs een absolute voorwaarde om de activiteiten op maritiem gebied te kunnen versterken.
Pille legt de oorzaak van de stagnerende groei van bedrijven niet zozeer bij gebrek aan goede arbeidskrachten, maar ervaart vooral de verschillende regelgeving in de Europese landen als een obstakel. “Sommige plannen kunnen we gewoon niet uitvoeren omdat de overheid ondanks de vastgestelde targets de realisatie daarvan zelf met regels verhindert.” Schipper vindt dat oud nieuws. “Zo spelen we het spel op de Noordzee al jaren!” Dat is geen argument, vindt Pille. “We zijn EU maar op de Noordzee gedragen de betrokken lidstaten zeer nationalistisch. Er moet daar een level playing field zijn. En de transitie is een mooie gelegenheid om de wetgeving nou eens uniform te maken.”
Volgens Bolderheij zit daar toch wel beweging in. “Er wordt in elk geval over gesproken, zeker in het kader van de Europese duurzaamheidsdoelstellingen.” Volgens Pille vertrekken bedrijven in de praktijk gewoon naar Groot-Brittannië vanwege de soepelere regels. Hij vindt het tijd voor actie. Schipper herkent dat. “Op het terrein van milieu en douane bestaan er in de EU grote verschillen. Soms moet je in Nederland echt beduidend meer hordes overwinnen. Een discussie die je niet gaat winnen. De EU stelt de regels vast - Nederland houdt zich daar vervolgens aan en Groot-Brittannië niet. Tja.”
Binnen het bedrijfsleven samen optrekken zou misschien wat kunnen uithalen. Wat dat betreft is Schipper soms ronduit jaloers op zijn Britse collega’s. “De top van de sector voert daar samen overleg en zit vervolgens aan tafel met de minister.” Hoog tijd om dat hier ook van de grond te krijgen, vindt Bolderheij. “Eenduidigheid richting de wetgever is een absolute must om als sector wezenlijke veranderingen door te voeren.” Van dat verbinden van de bedrijven zou NSEG dan een concreet actiepunt moeten maken, stelt Schipper. “Want als kleintje heb je totaal geen invloed.” «
Tekst: Isabelle Brus / Fotografie: Marcel Rob
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.