Financiële en juridische sector focussen op privacy en automatisering

13 december 2017 12:27

Financiële en juridische sector focussen op privacy en automatisering

De financiële en juridische sector krijgt de komende tijd te maken met twee ingrijpende ontwikkelingen: de nieuwe privacy wetgeving en vergaande automatisering. Vijf direct betrokkenen gingen er over in gesprek, ten kantore van het Nijmeegse advocatenkantoor Hekkelman. “Waar blijft toch die minister voor digitalisering?”

Het eerste thema, de nieuwe privacy wetgeving, heeft onontkoombaar de aandacht van de gespreksgenoten. De bekende Nederlandse Wet Bescherming Persoonsgegevens wordt vervangen door de Europees-brede verordening General Data Protection Regulation (GDPR). Die schrijft voor dat organisaties die met persoonsgegevens werken, moeten kunnen aantonen dat ze voldoen aan de privacy regelgeving. Dat heet verantwoordingsplicht. Burgers moeten de mogelijkheid hebben zelf te bepalen wie wel en wie niet over hun gegevens mag beschikken. Bedrijven hebben tot 25 mei 2018 de tijd om de bedrijfsvoering op de wet aan te passen. Vanaf die datum, is de verordening van toepassing en start de Autoriteit Persoonsgegevens met handhaven van de GDPR.

Autoriteit Persoonsgegevens


“We kunnen ons niet langer verstoppen achter wet- en regelgeving”

Monique Hennekens, advocaat bij Hekkelman Advocaten, zit goed in de materie. 
Haar werkterrein is IT en privacyrecht. 
Ze noemt dataportabiliteit als een van de 
nieuwe aandachtspunten: 
“Een klant heeft bijvoorbeeld veel gegevens bij een bank. Denk aan een beleggingsrekening, een bankrekening en een hypotheek. Die gegevens zijn verweven in de automatiseringssystemen van die bank. Als de klant naar een andere bank wil overstappen, dan moet de oude bank het hele pakketje aan gegevens zo kunnen verstrekken dat het in de nieuwe situatie gebruikt kan worden. Daarover is nog veel onduidelijkheid. Moet de oude bank ook de IT-functionaliteiten mee leveren? Of is een Excel bestand voldoende?

Het lastige is, dat elke organisatie zijn eigen IT-systemen heeft. We gaan zien wat de Autoriteit Persoonsgegevens ermee gaat doen.” Ook moet een functionaris voor de gegevensbescherming worden aangesteld. Dat geldt voor overheden, ziekenhuizen, zorginstellingen, scholen; eigenlijk alle bedrijven en instellingen die op grote schaal met bijzondere persoonsgegevens bezig zijn. In de privacyregelgeving zijn zes grondslagen geformuleerd. Een bedrijf moet er minstens aan één voldoen om met de data aan de slag te mogen. Monique Hennekens: “Er zijn mogelijkheden. 
Het wordt niet zo dat niks meer kan. Maar je moet het goed regelen en de betrokkene goed informeren.”

Frank den Heten adviseur bij MJFP Financiële Planning, vindt dat laatste een goede zaak. Het valt hem op dat reclames nu al in toenemende mate op zoekgedrag van consumenten worden afgestemd. Els Martijn, CEO van Firm of the Future: Wie heeft het recht op toegang tot data die van mij zijn? Ik heb nu een koffiemachine die voor mij nieuwe cupjes wil bestellen. Dat kan geautomatiseerd. Nieuwe sensortechnieken maken dat mogelijk. Dat is gemakkelijk. Maar de vraag is: wie is eigenaar van die data? De fabrikant? Of moeten die expliciet toegang van mij vragen? Dat is een belangrijk punt in de nieuwe regelgeving. Ik vraag me af of de burgers zich bewust zijn van de ontwikkelingen en hun eigen rol daarin. We kunnen ons niet langer verstoppen achter wet- en regelgeving.”

Ertug Kosmaci, senior bedrijfsadviseur bij Sanacount vraagt zich hardop af hoe hij als verantwoordelijke, van partners in de keten kan eisen dat ze (op tijd) voldoen aan de eisen van de wet. “Kan ik bijvoorbeeld een software leverancier opleggen dat ze maatregelen moeten nemen ter bescherming van de privacygegevens van mijn cliënt? Dat is wel een lastige, zeker omdat grote bedragen zijn gemoeid en sommige software leveranciers alleen-leverancier zijn.” Overstappen naar nieuwe softwareleverancier is dan geen optie en ook in verband met de overstapkosten ongewenst.

Privacywetgeving

Rob Jansen, directeur private banking ING Arnhem-Nijmegen, vindt goede privacywetgeving en de naleving ervan van levensbelang: “Bij de bank speelt dit op hele grote schaal. Als bank weet je zo veel van je klanten. Wij weten waar het geld wordt uitgegeven en waar het vandaan komt. Privacy is het grootste goed wat je hebt als bank. We zijn er ontzettend voorzichtig mee. Want als je dat verkeerd doet krijg je geen vertrouwen meer en ben je je klant kwijt.” Ertug Kosmaci: “Banken hadden op veel punten het alleenrecht. Zij bewaken transacties van geld. Met blockchain en bitcoin zie je dat anders worden. Tussenkomst van een bank (als trusted party) is hierbij niet meer nodig. Het is bedreigend voor de bancaire dienstverlening in de huidige vorm.”

Dat ziet Rob Jansen anders: “Wij werken inmiddels samen met 150 Fintech bedrijven. En ABN AMRO, ING en andere banken zijn met Shell in blockchain gegaan om tot andere handelsplatformen te komen. Ik denk dat je de technologie niet moet ontkennen. Je moet de samenwerking opzoeken om technologische ontwikkelingen te bevorderen. Uiteraard met oog voor de privacy gevoelige data.”

Onderwijs

Wat is de impact van digitalisering en robotisering op de juridische en financiële beroepen? Hebben deze beroepsgroepen in de huidige vorm in de toekomst nog wel bestaansrecht? Ertug Kosmaci werpt die vraag op. Hij ziet dat veel vertrouwde werkwijzen over vijf tot tien jaar niet meer zullen bestaan. Elektronische facturering en machine learning maakt handwerk bijvoorbeeld vrijwel overbodig.

De computer herkent de gegevens en bepaalt of deze gegevens automatisch verwerkt, of dat er extra naar gekeken moet worden. Hij ziet wel degelijk kansen in dergelijke standaardisering van bedrijfsprocessen: “De afspraak met de klant is dat we zijn cijfers binnen 48 uur verwerken. Dan hebben we actuele cijfers en op basis daarvan gaan we monitoren, adviseren en sturen. Wat voor gekke dingen zien we, zie je dat de debiteurenpositie oploopt en de omzet omlaag gaat? Wat betekent dat voor de cashflow?

Daar hebben wij een moment te pakken om te bellen met de klant en te adviseren. We gaan steeds vaker met de klant in gesprek: wat zijn jouw ambities, waar wil je het komend jaar staan, waar zit je mee? Onze managing experts kunnen daar op sturen. Doordat wij onze processen vergaande hebben geautomatiseerd hebben we meer tijd om te adviseren. De jaarrekening en 
IB aangifte is een afgeleide en niet het hoofdproduct. Monique Hennekens vertelt dat een toepassing als Watson jurisprudentie snel en overzichtelijk geautomatiseerd kan aanbieden. Dat scheelt tijd en moeite. Daar vervolgens creatief mee om gaan en met inlevingsvermogen toepassen op de voorliggende zaak, blijft mensenwerk. Voor stagiaires die dat anders gedaan zouden hebben, is het lastig. Die missen vanwege de automatisering het eerste eenvoudige handwerk van de beroepsgroep.

Rob Jansen: “Om een goede gesprekspartner van je relatie te zijn, zal je kilometers moeten hebben gemaakt. Het halen van een rijbewijs is prima, maar dat maakt je nog niet de chauffeur die foutloos naar Spanje rijdt. Dat geldt in de bancaire sector zeker: om snel overzicht te hebben over de financiële problematiek, moet je toch heel wat vaardigheden hebben ontwikkeld. En dat is niet in een jaartje gedaan. Daarvoor heb je het beproefde meester-gezelprincipe nodig. Dat huldigen we als bank.”

De gesprekspartners denken dat vaardigheden als inlevingsvermogen, samenwerken, flexibel zijn, creativiteit, belangrijk blijven voor de adviseur van de toekomst. Ertug Kosmaci: “Deze vaardigheden zijn mijns inziens niet te automatiseren. Van primair tot hoger onderwijs moet het onderwijs hier nadruk op leggen. Samen met het bedrijfsleven. Dat gebeurt nog te weinig.”

Snelle aanpassing

Het vermogen tot snelle aanpassing aan de realiteit van vandaag, bepaalt of je als organisatie morgen nog bestaansrecht hebt, stelt Rob Jansen. Hij vindt het gezond dat ING juist de samenwerking met spannende partners opzoekt om zich door te kunnen ontwikkelen. De bedrijfscultuur richt zich op experimenten. “Niet in het wilde weg. En met oog voor privacy aspecten. Het gaat erom samen dingen bedenken, toe te passen en te evalueren. Ga aan de slag en ontwikkel door. Zo zullen succesvolle ondernemers dat ook doen.”

Vertrouwd advies

Het kantoor MJFP financiële planning, waar Frank den Heten bij werkt, is met zo’n vijftien mensen een betrekkelijk klein advieskantoor. Hij ziet de snelle ontwikkelingen in de markt, maar schat in dat er bij een grote groep klanten behoefte blijft aan persoonlijk advies van een vertrouwde adviseur. En ze vinden het fijn om hun financiële gegevens te overleggen, in plaats van ze aan de digitale snelweg toe te vertrouwen”, weet Frank den Heten.

“Het is een generatiekwestie. De jongeren lopen sowieso geen bank meer binnen. Die doen alles digitaal zelf. Als ze iets niet weten zoeken ze dat ook digitaal op. Maar de generaties daar boven zijn nog wat terughoudend.” Els Martijn vult aan dat de voorspelling is dat jongeren toch weer behoefte krijgen aan face-to-face contact omdat ze de digitale snelweg niet meer vertrouwen. Maar alleen in de kritische financiële dienstverlening. De automatisering van hypotheekverstrekking zet naar haar verwachting zeker door.

Rob Jansen: “De factor mens zal altijd blijven bestaan want op de cruciale kruispunten in het leven van de ondernemer is de mens van toegevoegde waarde.”

Duurzaamheid

Technisch ontwikkelingen creëren de mogelijkheden om via lokaal duurzaam ondernemerschap de economie te stimuleren maar wet- en regelgeving zijn een belemmerende factor, is de stelling van Els Martijn. Ze ziet dat de landelijk bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen door het bedrijfsleven gerealiseerd moeten worden. De overheid eist duurzaamheid bij haar aanbestedingen. “Maar die zelfde overheid vraagt om nieuwe producten. In een circulaire economie waar hergebruik juist van belang is. Dan krijg je als bedrijf dat printers maakt van gerecycled materiaal niet het stempeltje ‘nieuw’ en dus val je buiten de boot bij de aanbesteding. Terwijl het om een prachtig, duurzaam product gaat, met acht jaar garantie. Recyclen is hergebruiken. De overheid gebruikt checklijstjes die niet passen bij die bedoeling. Daardoor worden goedbedoelende ondernemers gestraft.”

“Elke nieuwe ontwikkeling staat of valt met de adaptiesnelheid”, weet Ertug Kosmaci. Hij ziet ook binnen bedrijven enthousiaste, duurzaam denkende medewerkers stuk lopen op regels.

Els Martijn: “De innovatiegraad in Nederland is hoog, de implementatie is laag. En volgens mij zit dat voor een groot deel op die wet- en regelgeving die ons niet toe laat om in uitzonderlijke situaties te experimenteren. Geef vergunning af om toch te testen. Ik vind het jammer dat er geen minister van digitalisering is aangesteld in het nieuwe kabinet, zoals in bijna al onze omringende landen gebeurt. Mijn oproep aan de overheid is om omgevingen te creëren waardoor je als innovatief land voorop kan blijven lopen.” «

Tekst: Paul de Jager // Fotografie: Istar Verspuij

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.