Studenten circulaire economie in debat met ondernemers

14 oktober 2019 16:22

Studenten circulaire economie in debat met ondernemers

Ondernemers en masterstudenten circulaire economie. Dat bleek een prima combinatie, daar in de praktijkruimte van de economische faculteit van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) , aan de Groenewoudseweg in Nijmegen.

Dit keer geen gesprek aan een ronde tafel in een directeurskamer, maar een forumopstelling met ondernemers ten overstaande van zo’n 25 gretige wereldverbeteraars. Het werd een soort College Tour. En natuurlijk kwam in dit gesprek met jongeren ook de problematiek van de mobieltjes voorbij, die toch wel iedere twee jaar vervangen moeten worden.

De ondernemers stellen zich voor en brengen een stelling in. Als eerste doet dat Gerrolt Ooijman, directeur-bestuurder van woningcorporatie Wonion. De corporatie beheert 4000 woningen en is al sinds 2008 bezig met verduurzaming van het woningbezit en energietransitie. “Nu is daar circulariteit bijgekomen. Zo zijn we bezig geweest met de sloop van een complex waarbij het de ambitie was dat we alle materiaal hergebruiken. Mijn stelling is dat circulair bouwen alleen gerealiseerd kan worden door nieuwe ondernemers. Want wij merken dat veel bestaande ondernemingen alleen met hun eigen waarde-proposities bezig zijn. Het gaat ze meer om geld en minder om maatschappelijke waarde”, vertelt Gerrolt Ooijman.

Daan Meurs is mede-eigenaar van D-Two, een ITC-dienstverlener die bedrijven ondersteunt bij de afvoer van gebruikte hardware. “Als een bedrijf nieuwe computers aanschaft, dan moet er iets met de oude spullen gebeuren. Wij halen ze op, zorgen voor dataverwijdering en zo mogelijk voor een tweede leven. En dat is meteen mijn stelling: hergebruik is de beste manier van recyclen. Voordat je gaat recyclen en de grondstoffen terug gaat winnen is het een goed idee om eerst te kijken of je de apparatuur nog een keer kunt gebruiken.”

Joost Brouwer is partner bij Firm of the Future, adviesbureau en opleidingsinstituut op het gebied van circulaire economie en duurzaamheid. Hij ziet de transitie naar een circulaire economie als een visie- en gedragsveranderingsvraagstuk. “We hebben het klimaatplan geschreven voor de gemeente Amsterdam. Daar zitten ze in hun maag met afval. Maar wij zeggen: zie het als grondstof. Wat kunnen we ermee? Mijn stelling is dat gedragsverandering in de circulaire economie versneld wordt door meervoudige waardecreatie. Voor zowel de ondernemer als de consument. Wij geloven dat een businessmodel niet uitsluitend kan bestaan op ecologische waardecreatie, er moet ook geld verdiend worden.”

Frank Croes is programmamanager circulaire economie bij de HAN, maar ook interim manager bij Intergrip in Veenendaal. Dat bedrijf ondersteunt jongeren bij het maken van hun studiekeuze om zo voortijdige schoolverlaten tegen te gaan. Frank Croes: “Daarbij gaan we vooral uit van de talenten. Doe het maximale met jouw unieke talent. Dat zie ik in de circulaire economie terug: benut de unieke elementen van alle actoren en organismen in het ecosysteem en je krijgt een systeem dat in zijn kracht staat. Cocreatie is niets anders dan samenwerken met het oog op innovatie met als uitgangspunt maximale waardecreatie. Dat betekent waarde creëren in het sociale-, economische-, maar ook het ecologische domein. Dan creëer je een samenleving die het maximale uit zichzelf haalt.”

Paul van Kempen is milieucoördinator bij het Nederlands Openlucht Museum in Arnhem. Jaarlijks trekt dat gemiddeld 550.000 bezoekers per jaar. Dat kost veel stroom gas en water. “Duurzaamheid gaat bijna altijd over geld”, weet hij. “Reken maar uit wat het kost als ik met een verbruik van 2,5 miljoen kWh per jaar voor groene stroom 3 cent per kWh meer moet betalen. Daarnaast is draagvlak belangrijk. Je moet iedereen in je organisatie mee krijgen, iedereen moet zijn steentje bijdragen. En mijn stelling is: je kan niet circulair zijn zolang je de maatschappelijke kosten niet meerekent in je product. De vervuiler zou moeten betalen, maar die kosten komen nu bij de belastingbetaler.”

Gerard van Gorkum is directeur van ARN, de afvalenergiecentrale van deze regio. “We leven in een samenleving waarin nog steeds afval is, dat verbrand moet worden”, zo stelt hij. “Maar we bouwden ook een vergistings- en composteringsinstallatie op ons terrein.” Het groenafval dat mensen thuis inzamelen wordt er omgezet in biogas, waar de bussen in Nijmegen op rijden. “Mijn stelling is dat de huidige wet- en regelgeving circulariteit onvoldoende stimuleert. De overheid stopt geen miljard, maar slechts vier miljoen in circulair onderwijs. En als ik minister van energietransitie was, dan zou ik ervoor zorgen dat iedereen die binnen nu en tien jaar van het aardgas af gaat, in die periode geen energiebelasting hoeft te betalen. Dan stimuleer je innovatie”, vindt de ARN-topman.

Student Sies Overbeek heeft ook plaats genomen in het forum. Zijn stelling is dat circulaire economie zo snel mogelijk moet worden opgenomen in alle lagen van het onderwijs. “Wat mij betreft begint het al op het basisonderwijs. Het is een verandering in denkwijze en dat zaadje moet je jong planten zodat het van nature kan groeien. In 2050 willen we circulair zijn. Dat proces verloopt veel soepeler als de mensen die dan vijftig zijn, al een circulaire denkwijze hebben.”

Gert Jan de Gier, is directeur bij dakpannen- specialist Luijtgaarden. Het bedrijf legt nieuwe dakpannen maar herlegt net zo lief goede oude dakpannen. “Wij maken het vooral simpel. Als we nieuwe pannen gaan leggen dan wijzen we erop dat sommige pannen misschien nog heel goed zijn. Die kan je voor een deel laten liggen; dan vullen wij dat aan met andere goede dakpannen. We kunnen natuurlijk ook een geheel nieuw dak verzorgen. Dan gaan we andere dingen doen met de oude pannen. Mijn stelling: De overheid moet zich bemoeien me de dingen waar het goed in is, maar vooral niet met ondernemen. Ondernemen moet je aan ondernemers over laten, de overheid moet faciliteren.”

Debat

Door de voorstelronde maakten de studenten kennis met de visie en de circulaire praktijk van de ondernemers. Tijd voor debat. Vragen zijn er genoeg.

Vraag: Als de overheid zich er niet mee bemoeit wordt circulariteit te duur voor de consument. Er zijn te veel tegenwerkende krachten. Je kan het niet aan de vrije markt over laten.

Gert Jan de Gier: “De Circulaire Economie kan alleen gaan draaien als het economisch verantwoord is. Als een circulair product twee keer zo duur wordt als een gangbaar product, dan verkoopt het niet. Circulaire producten moeten altijd in een bepaalde bandbreedte concurrerend zijn met bestaande conventionele materialen.” Gert Jan de Gier vindt het wel een prima zaak dat de overheid een grondstoffen akkoord sloot. Daarin is afgesproken dat in 2030 de helft van de grondstoffen circulair moet zijn.

Joost Brouwer over de prijsbewuste consument: “Als we het lineaire denken in de circulaire economie willen blijven proppen dan gaat het niet werken. Je moet het echt anders in gaan richten. Bijvoorbeeld door product als service aan te bieden. Als het businessmodel werkt en de consument de meerwaarde ziet dan versnelt het de gedragsverandering. Dit is goed voor het milieu én economisch interessant voor de consument.”

Vraag: In hoeverre bemoeit de overheid zich met bedrijfsvoering?

Gerard van Gorkum: “Simpel voorbeeld: wij hebben een project om luiers te recyclen. Daar hebben we veel geld in gestopt. Nou blijkt dat in Europa elke afvalstof een code heeft. Voor ons luierproject bestond nog geen code. Het heeft mij anderhalf jaar gekost om die code te krijgen. Ik ben ervoor naar Brussel gegaan om dat voor elkaar te krijgen. De gemiddelde ondernemer haakt onderweg allang af.”

Paul van Kempen: “De overheid mag de problematiek wel wat serieuzer nemen. In 2008 zei de overheid al dat alle overheden duurzaam moeten inkopen. Duurzaam inkopen is een cruciaal instrument dat je kan gebruiken om te sturen. Als wij voor de hele organisatie nieuwe kleding aanschaffen dan kun je als minimale eis stellen dat de leverancier het convenant tegen kinderarbeid heeft getekend, anders doet die niet mee. Dat is maar een klein stapje. Maar ik geef je op een briefje dat geen gemeente die duurzaamheidseis nakomt. De overheid koopt in op prijs. En als je als overheid regels maakt, handhaaf ze dan ook. Sinds 2008 bestaat het Activiteitenbesluit Verruimde Reikwijdte. Dat besluit verplicht bedrijven om milieumaatregelen te nemen als ze binnen vijf jaar terug te verdienen zijn. Pas vorig jaar hebben we daar controle op gehad.”

Vraag: We staan niet allemaal achter het idee van circulariteit. Hoeveel weerstand is er te verwachten als we het onderwerp in het onderwijs verplicht stellen?

Sies Overbeek: “Als je iets wil veranderen krijg je altijd weerstand. Ik denk wel dat het principe van circulaire economie en meervoudige waardecreatie een win-winsituatie is voor zowel de maatschappij als de natuur. Als je dat eenmaal begrijpt dan kan je er fundamenteel volgens mij moeilijk op tegen zijn. Het gaat over de toekomst van ons, onze kinderen en de daarop volgende generaties. We zien steeds meer in dat veranderingen richting circulariteit nodig zijn, dus acht ik de kans op weerstand in het onderwijs ook niet heel hoog. Komt deze weerstand er wel, dan moet er maar eens goed over worden gedebatteerd en gepraat.”

Vraag: Mobiele telefoons zijn vaak na twee jaar al gebrekkig. Levensduur wordt steeds korter omdat de ontwikkeling van de telefoon steeds sneller gaat en je mee wilt gaan met je tijd. Dat is niet duurzaam.

Daan Meurs: “Onze ervaring is dat we Appletelefoons over het algemeen nog wel een tweede leven kunnen geven omdat die gewild zijn en de software nog redelijk wordt ondersteund. Ik denk wel dat de verandering erin zit dat de consument dingen moet kopen die duurzaam zijn. Er wordt veel gewezen naar de overheid maar wij moeten veel meer zelf gaan doen. Op het dak van ons bedrijf staan zonnepanelen. De plastic koffielepeltjes hebben we vervangen door houten. En als je wilt kan je een duurzame Fairphone kopen.”

Joost Brouwer: “Ik ben benieuwd waarom je nog een telefoon wilt kopen. Je kan er ook een leasen. Als hij gaat haperen moet de fabrikant hem terug nemen. Dat dwingt hem meteen om een product te maken dat lang mee gaat.”

Frank Croes: “Die Fairphone is modulair en kan niet twee of drie maar misschien wel twintig jaar mee omdat je steeds componenten kunt vervangen. Dan zal hij iets duurder zijn, maar over de hele looptijd gerekend is hij goedkoper.” Frank Croes is ervan overtuigd dat de wetten van de economie de ondernemers zullen dwingen om anders te gaan produceren. Alleen al vanwege de grondstofschaarste. Hij ziet dat bijvoorbeeld de verpakkingsindustrie al gebruik maakt van afbreekbaar materiaal als aardappelzetmeel.

Gerrolt Ooijman: “De meeste bedrijven zitten in de lineaire economie en denken niet na over levensduur. Wij willen als coöperatie juist duurzaam werken. Lever ons keukenkastjes die te recyclen zijn. Wees er verantwoordelijk voor. We moeten dus een taak aan de opdrachtgevers stellen, ook vanuit de overheid, om duurzame inkoop te stimuleren en ondersteunen.”

Gert-Jan de Gier: “We kunnen duurzaam inkopen, maar ik denk dat het veel eerder begint. Ik zag op het journaal dat er een grote vis was aangespoeld op het strand. Snij dat dier open en toon aan de mensen eromheen het plastic dat in de maag van het dier zit. Ja, ook flesjes van water dat we allemaal drinken. En maak het leuk, laagdrempelig, dán gaan jongeren erin mee en krijgt de economie schwung.”

Vraag: Van Startups wordt veel verwacht maar grote bedrijven hebben de meeste slagkracht. Hoe boksen de startups daar tegenop?

Gerrolt Ooijman: “Dat is een terechte vraag. Wat wij in de bouw zien is dat grote bouwbedrijven nog niet echt in staat zijn om circulair te leveren. Dat kan dan juist de aantrekkingskracht vormen van kleine bedrijven die dat wél doen.”

Student: Hoe creëer je draagvlak binnen je eigen onderneming?

Gerard van Gorkum: “Juist met dit soort circulaire innovaties daag je je eigen mensen uit om mee te denken. Dan wordt het leuk. Geef ze de kans om met deze trend bezig te zijn. Introduceer maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dan krijg je een fantastische bedrijf, met lachende mensen en een laag ziekteverzuim.”

Daan Meurs: “We nemen de mensen er niet op aan. Maar we zijn wel bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen. Door ook mensen met een arbeidsbeperking in te zetten. En met elkaar denken we na over bijvoorbeeld het terugdringen van stroomverbruik.”

Paul van Kempen: “Duurzaamheid tussen de oren krijgen bij medewerkers is een proces dat nooit stopt. Je moet allerlei verschillende manieren aangrijpen om mensen te informeren en te motiveren. Het hoofd schoonmaak kwam bij ons en stelde voor om de gloeilampjes van de kerstverlichting te vervangen door ledlicht. Een klein stapje. Maar zij snapt het. Het kwartje is gevallen.”

Joost Brouwer: “We heten niet voor niets Firm of the Future; we hebben een beeld hoe een toekomstbestendige organisatie eruit ziet. Dat is per definitie circulair en duurzaam. We hebben een compleet circulair ingericht kantoorpand. De provincie Gelderland hebben we geadviseerd om ook zelf het goede voorbeeld te geven. Dan gaat circulariteit in het DNA van de organisatie zitten.”

Gerrolt Ooijman: “Voorbeeldgedrag van management en bestuur is een belangrijk punt. Als wij dat gedrag niet hebben dan kan je het wel vergeten. En kom met stimuleringsmaatregelen om mensen bewust te laten worden van hun verbruik. Wij kochten meters die medewerkers konden lenen en waarop ze hun energieverbruik konden aflezen. Dat koppelden we aan een wedstrijd in besparen. En het helpt als je elkaar vindt op dit onderwerp. Daarom organiseren we in de Achterhoek circulaire ontmoetingen.”

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.