Wereldeconomie – Impact, herstelpotentieel en langetermijneffecten

28 oktober 2020 14:55

Wereldeconomie – Impact, herstelpotentieel en langetermijneffecten

Eind 2020 ligt de wereldproductie naar verwachting 7,6% onder het niveau dat zonder de pandemie haalbaar was geweest. In plaats van 3% te groeien krimpt de wereldeconomie in 2020 met 4,4%. Voor de beeldvorming: tijdens de grote recessie van 2009 kromp de wereldeconomie met 0,1%.

De ramingen zijn onder het grootst mogelijke voorbehoud, gegeven de aanname dat een nieuwe ronde van landelijke lockdowns niet nodig is. Een tweede virusgolf kom echter snel dichterbij, zodat deze aanname mogelijk onjuist is.

Wat gebeurde er tot het vierde kwartaal?

Kwartaal 1: De economische crisis die op de uitbraak van de pandemie volgde, bestaat uit grofweg drie fasen. Om te beginnen de aanbodschok voor de wereldeconomie toen het leven in Wuhan, een industriële kernregio, bijna volledig tot stilstand kwam. Dit verstoorde de wereldwijde aanbodketens van industriële goederen ernstig.

Kwartaal 2: Toen het virus de rest van de wereldeconomie trof, veroorzaakten lockdowns en de vrees voor besmetting een vraagschok in afzonderlijke economieën die op slot gingen. Vooral in sectoren waar contactmomenten moeilijk te vermijden zijn, zoals reizen en horeca & toerisme, liep de bedrijvigheid terug met circa 70%. Omdat dit in veel westerse economieën grotendeels gelijktijdig gebeurde, was de vraaguitval een synchroon proces. Het leidde tot een daling van de consumptie, de werkgelegenheid en de handel en bracht het ondernemers- en consumentenvertrouwen een harde klap toe.

In Nederland bleef de economische teruggang (-9,9% in K2 ten opzichte van K4 2019) vrij beperkt in vergelijking met de totale eurozone (-15,5% in K2 ten opzichte van K4 2019). Een belangrijke reden waarom de krimp in Nederland relatief mild was, betreft de robuuste digitale infrastructuur die een sterke verschuiving van offline- naar onlineconsumptie mogelijk maakte. Andere redenen moeten aan de aanbodzijde van onze economie worden gezocht: de bouwactiviteit, de bedrijfsinvesteringen en de export lagen ruim boven het gemiddelde in de eurozone. Dit was wellicht voor een deel te danken aan de steunmaatregelen van de overheid, die in Nederland royaler waren dan gemiddeld in de EU.

Hoewel de impact op het leven van mensen ingrijpend is, hebben de monetaire en fiscale autoriteiten uitzonderlijk krachtig ingegrepen; hierdoor is erger voorkomen. De overheidsschuld als percentage van het bbp van de ontwikkelde economieën neemt naar verwachting toe van 105% in 2019 naar 132% in 2021.

Kwartaal 3: Het herstel in het derde kwartaal is deels statistisch en vloeit deels voort uit de heropening van economieën. Aan het einde van de zomer kwam het herstel tot stilstand in veel eurolanden en het Verenigd Koninkrijk (waar het herstel in het algemeen is achtergebleven). In de VS zakte het herstel niet in, maar China is de motor van het mondiale herstel. Niet alleen omdat het eerder in lockdown ging, maar ook omdat de industriële productie weer het niveau van voor de pandemie heeft bereikt en de dienstensector ook langzaam de kloof dicht. Ondernemers en consumenten in China hebben weer vertrouwen, dankzij een goed functionerend surveillancesysteem en vooral lokale maatregelen.

Ons algehele bevinding is dat in economieën die relatief sterk van de industrie in plaats van de dienstensector afhankelijk zijn, het herstel krachtiger is. Economieën die een diepere val maakten, veerden ook sterker op (statistisch effect).

Kwartaal 4: Tweede-ronde-effecten en gevolgen tweede golf gaan samen op. Ook los van de huidige tweede besmettingsgolf gingen we al ervan uit dat de oplopende werkloosheid, de bezuinigingsmaatregelen van bedrijven en het tanende vertrouwen van ondernemers en beleggers een rem op het herstel zouden zetten en de eurozone rond het begin van het vierde kwartaal in een dubbele dip zouden duwen. Tot dusverre is een scenario van maart 2020 waarin de besmettingen tot lockdowns in veel landen tegelijk leidde, niet ons basisscenario.

Kwartaal 4: Tweede-ronde-effecten en gevolgen tweede golf gaan samen

Ook los van de huidige tweede besmettingsgolf gingen we al ervan uit dat de oplopende werkloosheid, de bezuinigingsmaatregelen van bedrijven en het tanende vertrouwen van ondernemers en beleggers een rem op het herstel zouden zetten en de eurozone rond het begin van het vierde kwartaal in een dubbele dip zouden duwen.

Beleidsreactie voorkomt werkloosheid maar vertraagt herstel

Iedere regering probeert onnodige werkloosheid tijdens en na een crisis te voorkomen. Sommige overheden (EU) doen dit door loonkosten te vergoeden als bedrijven werknemers in dienst houden (regelingen voor werktijdverkorting), terwijl andere (VS) ervoor kiezen om werkloosheidsuitkeringen aan te vullen en zo de consumptieve bestedingen extra te steunen. Regelingen voor werktijdverkorting (wtv) voorkomen een economisch schadelijke sterke toename van de werkloosheid, maar vertragen doorgaans ook het economisch herstel. Een derde optie (China) is om ondernemingen rechtstreeks aan te sturen en zich te laten richten op economische activiteiten waar de vraag groot is.

China trekt tot dusverre het herstel van de wereldeconomie. De Chinese maakindustrie groeit inmiddels weer in het tempo van voor de coronacrisis, terwijl de dienstensector nog aan een inhaalslag bezig is.

De Amerikaanse regering heeft geen wtv-regelingen ingevoerd. In plaats hiervan werden werknemers op grote schaal tijdelijk naar huis gestuurd, totdat de vraag zou aantrekken. Als gevolg hiervan schoot de werkloosheid direct omhoog toen het coronavirus in de VS toesloeg, naar 14,7% in april. In september was dit weer gedaald tot 7,9%. Van fundamenteler belang is echter de toename van de permanente werkloosheid, die naar verwachting de economische groei op de middellange termijn vertraagt. We denken dat deze toename van de permanente werkloosheid voor een deel onnodig is. Indien de veelbesproken stimulering in de vorm van een aanvulling op de werkloosheidsuitkering pas na de verkiezingen zou zijn stopgezet, zouden mensen meer te besteden hebben gehad en had een deel van de permanente werkloosheid kunnen worden voorkomen.

In de eurozone bedroeg de werkloosheid in augustus 8,4%, maar we verwachten dat de piek pas tegen het einde van 2021 wordt bereikt. Naar schatting zou ongeveer een vijfde van de werknemers met wtv uiteindelijk hun baan kunnen verliezen. Door deze ontwikkeling, gevoegd bij het grote onbenut arbeidspotentieel, zou het werkloosheidspercentage richting 12% tot 13% van de beroepsbevolking tillen. Het EU-herstelfonds zorgt naar verwachting voor 1,1% extra economische groei in de eurozone, maar levert ‘slechts’ 1 miljoen extra banen op.

Bron: https://insights.abnamro.nl/

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.