Samenwerking must voor futureproof logistieke sector

10 oktober 2017 09:10

Samenwerking must voor futureproof logistieke sector

“Nee, we kennen elkaar nog niet, maar straks wel”, zeggen Stef Weijers (lector logistiek aan de HAN) en Marwin Melis (algemeen directeur van Melis Logistics) gelijktijdig tijdens het rondetafelgesprek. Ze voegen snel de daad bij het woord. Samenwerken is één van de speerpunten voor een gezonde toekomstbestendige logistieke sector.

Mark Tesselhoff: “Om futureproof te zijn gaat het allereerst om samenwerking, maar ook om flexibiliteit, duurzaamheid, innovatie en multimodaliteit (spoor, water en transport over de weg).”

- Stelling: De vraag naar XXL distributiecentra (DC’s vanaf 40.000 m²) zet door. Er moet sterk ingezet worden op meer XXL DC’s.

Gustave Pol: “Er zijn weinig plekken en ze worden steeds schaarser, maar hoe lang gaat de vraag naar grote centra door? Die is er nu volop en dan zijn Park15 in regio Nijmegen, Tiel en Zevenaar 7Poort geschikte locaties.” Bedrijfsmakelaar Tesselhoff denkt dat een mix van groottes noodzakelijk is: “De vraag blijft, als je kijkt naar de toename van internetgebruik , maar je ziet ook dat Melis Transport - dat geen opslag had - nu heeft besloten 3000 m² opslag te gaan bouwen. Je moet ook juist kijken naar lokale en regionale spelers die van 2500 m² tot pakweg 5000 m² opslag zoeken. Ga voor de volle breedte.” Marwin Melis knikt instemmend. Zijn bedrijf bouwt nu zijn eerste warehouse, dat hij door zijn klantenportefeuille snel gevuld denkt te hebben.

“Flexibiliteit is cruciaal”

“Ik verwacht over pakweg vijf jaar ook te praten met Park15 Logistics of de gemeente Zevenaar om 30.000 m² grond te kopen.”

future proof logisticsVolgens Jay Lelie (commercieel verantwoordelijk voor Park15 Logistics) speelt flexibiliteit een doorslaggevende vestigingsfactor bij grote bedrijven. “Grote mondiale logistieke dienstverleners maken uitgebreide studies om te bepalen waar de beste plek is om hun warehouse te realiseren. Als zij deze ‘sweet spot’ hebben bepaald, willen ze kunnen groeien. Flexibiliteit is daarom cruciaal. Daarom zijn XXL DC’s zo gewild: daarin kunnen ze ademen wanneer het nodig is groeien”, aldus Lelie. “Ook beleggers willen deze partijen zo goed mogelijk faciliteren, zodat verhuizen niet noodzakelijk wordt. Dit is voor beide partijen een win-win situatie.” Stef Weijers: “Wat zijn de lange termijnverwachtingen? Ik lees dat dit voorlopig XXL is, maar dat kan ook ophouden.” Tesselhoff knikt instemmend. “Niet omdat de vraag er niet is, maar omdat het aanbod ontoereikend is. Als er in Zevenaar, Park 15 en in Tiel een paar grote ontwikkelingen komen, zijn er geen gronden in de regio meer waarop je XXL-logistiek kunt bouwen.” Al denkt hij ook dat het niet gelijk zo’n vaart zal lopen. “We zitten net weer een beetje in de lift en kunnen voorlopig echt wel vooruit met de beschikbare kavels in deze regio.” De accountmanager van BusinessPark 7Poort in Zevenaar denkt ook dat het zo’n vaart niet loopt. “Voorlopig is er voldoende aanbod, we komen net uit de crisis. Maar we zien wel een trend dat logistiek als beleggingsproduct hot is en zien nu weer ontwikkelende beleggers die risicovol logistiek vastgoed bouwen.” Waarom anticiperen gemeentes hier niet op? Veroorzaken logistieke bedrijven overlast?

Het aantal arbeidsplaatsen dat een nieuwkomer oplevert speelt daarin een rol, denkt de accountmanager van gemeente Zevenaar. “Bij sommige bedrijven werken maar twintig mensen, bij andere wel vijfhonderd tot duizend.” Dat beeld van overlast door veel vervoersbewegingen is achterhaald, stelt Tesselhoff. “Vroeger lagen bedrijventerreinen tegen woonkernen aan. Als dorpen groeiden, werden de bedrijventerreinen ingesloten. Bij veel transportbewegingen gingen deze door die woonwijken.” Dat speelt niet bij genoemde bedrijventerreinen. “Park 15 Logistics, Tiel en 7Poort Zevenaar liggen aan de snelweg en dan is het er op en er af. Gemeenten staan te springen om dergelijke partijen.”

Lelie: “E-commerce blijft groeien. Grote partijen bouwen hun assortiment steeds verder uit. Als je logistiek efficiënt met je handling om wil gaan, wil je het liefst één locatie, of beter gezegd, een locatie waar hoge concentraties van leveringen zijn. Melis dicht zijn warehouse in aanbouw de rol van tussenstation toe, die goederen van grote DC’s aan detailhandel levert. Weijers herkent deze ontwikkeling, die veel flexibiliteit vraagt. Melis: “Dit komt ook doordat er steeds meer kleine pakketjes worden besteld.” Tesselhoff vat samen: “Dus minder producten in winkels, meer in grote DC’s en meer transportbewegingen.” Anton Aarts ziet in deze tendens voordelen voor LNG: “Met een duurzame en voordelige brandstof kunnen wij al die transporten van Melis en collega’s verduurzamen. Je kunt je afvragen of die enorme transportbeweging duurzaam is als je alles vanuit één grote DC levert. Je kunt het wel verduurzamen met een duurzame brandstof. Daarnaast zijn LNG trucks 50 % stiller en verhogen ze daarmee de leefkwaliteit binnen steden en dorpen.”

- Stelling: Gemeentes of regio’s moeten meer hun kansen grijpen op logistiek gebied. Met name door te focussen op geschikt opgeleid personeel.

Tesselhoff: “Gemeentes grijpen hun kansen wel. De trend dat elke gemeente een eigen bedrijventerrein wilde, was een verkeerde. We moeten toe naar samenwerking om te kijken wat een logische plek is. Dat gaat naast geschikt personeel ook over multimodaliteit en duurzaamheid.” Lelie werkt richting de toekomst graag nog meer samen met de gemeente in een meer faciliterende rol richting gebruikers. Zo van: ‘Wij kunnen jullie helpen met aantrekken van personeel’. Tesselhoff: “Uiteindelijk bepaalt de markt wat een logistieke hotspot is en vervolgens is het aan gemeentes die daar liggen om te voldoen aan bepaalde facetten.’’ De accountmanager van Zevenaar ziet het anders: “Als er bepaalde locaties bestaan, kan het niet zo zijn dat bedrijf x zegt: ik wil bij die afrit zitten, terwijl daar helemaal geen bedrijventerrein is.” “Helaas kan dat niet”, aldus Tesselhoff. “Het gaat om samenwerking tussen overheid en markt en op hoger niveau bedenken wat gewenst is.” Lelie: ”Ik ken mooie voorbeelden van deze samenwerking waar ook provincies en marktpartijen er alles aan doen om multinationals binnen te halen.” Weijers pareert: “Denk je dat de provincie Gelderland daarvoor niet zijn best heeft gedaan?” De HAN-lector zou graag met bedrijven die willen komen, bij elkaar aanschuiven om te kijken wat ze voor elkaar kunnen betekenen. De accountmanager gemeente Zevenaar: “Er is wel samenwerking in de Logistic Valley tussen de drie O‘s (overheid, onderwijs en ondernemers).” Lelie: “Maar we streven er met elkaar natuurlijk naar om het nog beter te doen en zo meer nieuwe (internationale) vestigingen aan te trekken.” Weijers: “Bij innovatie gaat het ook om hoe krijgen we goede bedrijven in de regio, waarbij we elkaar niet kapot concurreren.” Tesselhoff knikt instemmend.

“Samenwerking op LNG-gebied bestaat al wel”, aldus Aarts. Zo werken Harderwijk en Ermelo samen aan de realisering van een LNG-station. “Ons streven is zoveel mogelijk diesel te vervangen door vloeibaar aardgas voor het zwaar wegtransport. ENGIE heeft nu geïnvesteerd in vier stations die we ook exploiteren.”

Melis: “Wat kost LNG?’’ Aarts: “LNG is voordeliger dan diesel en levert 40 % meer energie op.” De aanschaf van een vrachtwagen is wel duurder. “Als een grote retailer naast zijn pand een LNG-station wil, dan ontstaat die juiste beweging in de markt wel”, stelt Melis.

- Stelling: Het is nu het moment om over te stappen op LNG. De provincie Gelderland ondersteunt dit met 8.000 euro subsidie per LNG-truck.

Melis: “Op dit moment heb ik andere prioriteiten - de bouw - maar we staan er wel voor open. Lelie: “Ik zie er mogelijk een toekomst in met dualfuelmotoren (diesel/LNG). Dan tackel je wellicht het nadeel van geen LNG station in de buurt.” “Het moment is nu ook daar omdat het productengamma aan LNG-trucks behoorlijk uitgebreid is”, aldus Aarts. “Scania, Iveco, en vanaf 2018 Volvo. Voor elektrische auto’s zijn we ook, maar adviesbureaus zeggen dat voor zwaar wegtransport LNG het meest geschikte alternatief is voor diesel. Het is nu het moment om de overstap te maken, niet alleen om de subsidie, mits je minimaal 100.000 km per jaar rijdt.”

De toekomt voor vloeibaar aardgas ziet er rooskleurig uit: het is schoner - 98 % minder fijnstof, 40 % minder stikstofoxide en 15 % minder CO2. Melis: “Waarom denk je dan dat het nog zo weinig verkocht wordt?” Aarts: “Net wat jij zegt, er komt veel op ondernemers af en ga dan nog maar eens op een nieuwe brandstof overstappen. Het hangt ook van de vraag van de klant af.” Melis: “Vraagt deze om een bepaalde brandstof, spelen we daar op in, door een dergelijk station bij het pand te installeren.”

Op dit moment zijn er in Nederland twintig LNG-stations, zodat Nederland nu halverwege een landelijk dekkend netwerk is. Een boost wordt verwacht als de prijs van de trucks daalt. “Kan het aanbod van hoogopgeleid personeel de groei wel aan?”, brengt Melis als stelling in. Hoe meer je gaat automatiseren hoe meer hoogopgeleid personeel nodig is. “We hebben nu een vacature voor logistiek ingenieur, ook bij de HAN neergezet, waarvoor we slechts twee cv’s ontvingen. Daarnaast is er een tekort aan chauffeurs.” Weijers complimenteert: “Jullie zetten een logistiek trainingscentrum neer om chauffeurs op te leiden (Melis driving academy, red.). Heel goed.” Melis en Lelie: “Ik noem het wel een oorlog om talent.” Weijers: “Die barst nu echt los. Al jarenlang komen al onze studenten logistiek aan de bak.”

Het tekort aan geschikt personeel komt door veranderende eisen. “Tien procent van de bedrijven heeft moeite om operationeel goed opgeleid personeel te vinden. Wat innovatief personeel betreft geeft ruim een kwart van de bedrijven aan moeite te hebben met het vinden daarvan. Zoek je naar operationeel goed opgeleide mensen die én innovatief én strategisch mee kunnen denken, dan heeft twee derde van de bedrijven daarmee problemen.” Laatstgenoemde groep neemt aan belangrijkheid toe, doordat de logistiek heel anders opereert en er bijvoorbeeld ketens gecreëerd worden. Lelie sluit instemmend bij Weijers aan: “In plaats van elkaar het vel over de oren te trekken zul je in je supply chain, elkaar moeten triggeren om samen de beste prestatie te leveren. Dàt wordt de uitdaging van de toekomst.’’ Melis: “Je hebt mensen om processen te verbeteren nodig en mensen die vanaf het begin starten - de AirBNB´s van nu.”

Het aanvullen van de talentenpijplijn is nijpender dan voldoende bedrijfsruimte, oordelen de gespreksdeelnemers. Weijers: “De automatisering gaat zo snel dat scholen en bedrijfsleven nog hechter moeten samenwerken.” De HAN heeft een talentennetwerk opgezet waarbij logistieke professionals elkaar treffen om hun problemen te bespreken, feedback geven en van anderen input te krijgen. Tegelijk krijgt elk een student om hen te helpen. Of Melis en Weijers elkaar via dat netwerk treffen? “Nee, we kennen elkaar nog niet, maar straks wel”, zeggen ze eensgezind. Melis: “Daar wil ik graag bij horen.’’ Weijers: “Je bent welkom. We praten straks verder.” «

Tekst: Fernande Leeflang / Fotografie: Jacques Kok

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.