De barcode: van fysiek naar virtueel vindbaar maken

17 oktober 2019 14:29

De barcode: van fysiek naar virtueel vindbaar maken

Toen in januari 1977 in een AH supermarkt in Heemkerk de eerste Nederlandse barcode werd gescand, had Albert Heijn vooral oog voor de logistieke voordelen ervan. Een kleine halve eeuw later zijn die verwachtingen ruimschoots ingelost en heeft de barcode er verschillende functies bijgekregen. De streepjes verwijzen naar een nummer dat uniek is voor het product en naar kenmerkende productinformatie. Bij de kassa wordt er nog steeds gescand (product met in de kassa koppeling met prijs en voorraadbeheer) maar het houdt daar allang niet meer bij op.

Tekst: Jeroen Kuypers/Fotografie: René Zoetemelk

De kleinzoon van Albert Heijn was net zo’n visionaire ondernemer als de oprichter van de gelijknamige supermarktketen. Tijdens een reis door de Verenigde Staten maakte hij kennis met de barcode en realiseerde zich onmiddellijk het enorme potentieel van deze nieuwe techniek. Terug in Nederland ging hij aan de slag met het implementeren van de barcode in zijn eigen supermarkten maar ontdekte gaandeweg dat hij daarvoor wel al zijn leveranciers moest meekrijgen. “Met een barcode kregen de filiaalhouders en leveranciers een beter inzicht in de voorraden en bestellingen en konden de caissières bovendien sneller de artikelen afrekenen,” zegt Marieke van der Spruit, manager communicatie bij GS1 Nederland. “De invoering van de barcode betekende dus een enorme efficiencyslag waar iedereen in de keten beter van werd, van fabrikant tot kassa maar dan moest die invoering wel universeel zijn.”

Het enige juiste nummer

En dus overtuigde Albert Heijn andere retailers en leveranciers ervan dat er een onafhankelijke stichting moest worden opgericht. Die stichting diende op een ‘not-for-profit’-basis de zogeheten EAN nummers uit te geven: uniek geregistreerde cijferreeksen die producten uniek identificeren. De vergelijking met een BTW nummer en Burger Service Nummer ligt voor de hand en is ook terecht. Zoals elke burger een eigen paspoort en rijbewijs kan afhalen bij de gemeente, zo kan elke producent bij GS1 in Amstelveen een uniek nummer aanvragen voor elk van zijn producten. “Het kleinste pakket met 10 nummers kost vijfenvijftig euro, per jaar,” aldus Marieke van der Spruit. “Er zijn bureaus die ook nummers uitgeven voor slechts een tientje. Maar dat zijn geen geregistreerde GS1 codes. Het risico dat ondernemers lopen is dat retailers het product niet toelaten in het schap en de producent gedwongen wordt alsnog een EAN nummer bij ons aan te vragen. Dat geldt al jaren voor de fysieke winkels, maar zo is het ook voor het virtuele schap. Ook de online verkopers eisen een juist en geregistreerd nummer.”

Onder andere Amazon en bol.com willen steeds vaker dat een artikel één unieke code krijgt. Nu zien ze soms in hun webshop dat eenzelfde product wel door verschillende leveranciers  wordt aangeboden mét verschillende codes. Online platformen willen daarvan af en nemen passende maatregelen. Van der Spruit vervolgt: “Vooral bij online verkopen zien we dat ondernemers verleid worden om barcodes te kopen bij een andere aanbieder dan GS1. En daar begint het probleem, want  verschillende producten kunnen zo hetzelfde nummer hebben. Je product is dan niet meer uniek te herkennen als jouw product. Daarom controleren online marktplaatsen steeds vaker of je een échte barcode hebt.”

Zichtbaarheid van je product

“Een knuffel en een schaar met hetzelfde artikelnummer leveren natuurlijk veel ruis op bij zoekresultaten. Dat klinkt vrij logisch. De barcode is dan ook nodig als je jouw producten wilt kunnen identificeren, traceren en monitoren van productie tot consument. Het voordeel daarbij is, dat jouw unieke nummer voor een optimale zichtbaarheid van je product in zoekmachines zorgt. Een snoertje kan eruit zien als een Apple snoertje, maar alleen de barcode bewijst dat het ook  inderdaad door Apple is geproduceerd.”

EAN is de sleutel naar aanvullende informatie

Aan die unieke identificatie kun je vervolgens informatie toevoegen. Die informatie kun je delen met retailers. Veel bedrijven delen productinformatie, foto’s en e-commerce data met elkaar. Daarvoor bestaan zogenoemde datapools. Als je bijvoorbeeld levensmiddelen of drogisterijproducten verkoopt of valt binnen de doe-het-zelf categorie, dan delen producenten belangrijke informatie - de afmetingen, etiketinformatie, afbeeldingen en inhoud van het betreffende product,  of eventuele gevaarlijke stoffeninformatie - via GS1 Data Source. Voor de kledingindustrie is er de datapool, GS1 Fashion Base. Deze sector heeft veelal te maken met online verkoop en supersnelle wisseling van collecties, vanwege de vier seizoenen en modetrends. En voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen bestaat er een manier om het hele traject van productie tot en met patiënt te traceren.

Consumenten verwachten steeds meer informatie

Terwijl de barcode jarenlang het artikel vooral fysiek vindbaar moest maken kan hij dat in toenemende mate ook virtueel. Consumenten verwachten steeds meer informatie over de producten die ze eten, maar ook over de medicijnen die ze gebruiken en de zorg die ze krijgen. Het gaat steeds meer om het verhaal achter het product: ‘van zaadje tot tomaatje’, ‘van het land naar de klant’ of ‘van koe tot gehakt’. Om dat verhaal te kunnen vertellen is identificatie van producten nodig en de uitwisseling van daaraan gekoppelde informatie tussen de schakels in de keten.

“Het Voedingscentrum bijvoorbeeld gebruikt onze data voor de informatie in zijn ‘Kies ik gezond’-app voor gezonde voeding, een tool die vele consumenten gebruiken om te kiezen wat ze gaan eten. Zo gebruiken meer bedrijven, na akkoord, data uit onze datapool. Voor die vijfenvijftig euro per jaar krijg je dus veel meer dan alleen dat nummertje. En omdat de data van de producteigenaar komt, snijdt het mes aan twee kanten: de consument kan de data vertrouwen en de producent weet dat er juiste informatie verspreid wordt.“ legt Marieke van der Spruit uit.

Met name kleinere ondernemingen hebben onvoldoende besef van de bijkomende voordelen van onze nummers.

Werkgroepen

GS1 is door en voor bedrijven. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van bedrijven, die ook in de werkgroepen zitten die actief richting geven aan de werkzaamheden. Voor grote bedrijven is het niet alleen vanzelfsprekend dat ze EAN nummers bij GS1 aanvragen maar ook om zitting te nemen in de werkgroepen die GS1 faciliteert. Dat zijn werkgroepen over de toepassing en onderhoud van standaarden (welke informatie wisselt de sector uit en hoe kan de sector de standaarden optimaal benutten?). Bij het MKB is dat enthousiasme helaas kleiner, niet zozeer door onwil als wel door onwetendheid. Met name kleinere ondernemingen hebben onvoldoende besef van de bijkomende voordelen die EAN nummers hen kunnen bezorgen. Tegen welke problemen lopen zij aan en hoe kunnen wij met de standaarden hun business helpen verbeteren? Daarom: meld je aan voor een werkgroep!

Voor meer informatie, ga naar: www.gs1.nl

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.