“Smart Industry biedt de arbeidsmarkt vooral kansen”

22 mei 2017 11:11

“Smart Industry biedt de arbeidsmarkt vooral kansen”

We staan aan de vooravond van een vierde industriële revolutie, waarin robotisering en verdergaande automatisering banen gaan kosten, maar vooral ook nieuwe banen gaat opleveren. Dat is de overtuiging van de deelnemers aan het tafelgesprek, waarin Technologie en Smart Industry centraal stonden.

Zet drie ondernemers, een bestuurder en een manager van een organisatie die streeft naar samenwerking bij elkaar en er ontstaat een interessante discussie over de kansen en bedreigingen van Technologie en Smart Industry. Voormalig minister van economische zaken Lodewijk Asscher repte enkele maanden geleden van miljoenen banen die gaan verdwijnen als gevolg van nieuwe technologische ontwikkelingen. De Tafel dacht daar geheel anders over en ziet vooral kansen, ook in het noorden.

“Noord-Nederland loopt op dit gebied weliswaar niet vooraan, maar we doen wel goede dingen”, zegt Harm Munneke van Autonational in IJlst, een bedrijf dat wereldwijd complete turn key projecten realiseert in de industrie en medische sector. “Denk bijvoorbeeld aan het innovatiecluster in Drachten, waar al mooie dingen gebeuren. De bewustwording van ondernemers om met Smart Industry aan de slag te gaan is er. Daarbij pleiten wij voor het inrichten van goede netwerken, zodat we kennis met elkaar kunnen delen. Er zitten voldoende aansprekende technische bedrijven in Friesland en Noord-Nederland, kijk alleen maar naar de bedrijven die hier aan tafel zitten. Kortom, de basis is er.”

Volgende dip

Wethouder economische zaken in de gemeente Súdwest-Fryslân, Maarten Offinga, constateert dat de economie aan het opklimmen is, “maar dat betekent niet dat we als bedrijfsleven, onderwijs en overheid genoegzaam achterover kunnen leunen. Sterker nog, in feite moeten we nu al nadenken over de volgende dip die er aan komt. Want, die zal veel meer impact hebben dan we gewend zijn. We moeten nu al op een nieuwe manier aankijken tegen de vraagstukken in de maatschappij. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en het vinden en inzetten van voldoende technisch personeel wordt volgens mij een fundamenteel probleem. We moeten alle zeilen bijzetten en goed luisteren naar waar behoefte aan is en daarop gezamenlijk strak aansturen.”

Folkert van der Meulen, van NPAL, de Noordelijke ProductiviteitsAlliantie, dat zich richt op versterking van de concurrentiekracht van de industrie in Noord-Nederland, vraagt wethouder Offinga hoe de situatie in zijn gemeente eruit ziet. Offinga:” Toen ik wethouder werd hadden we als tweede gemeente van Friesland absoluut geen goed beeld van de bedrijvigheid. Inmiddels weten we dat er zo’n 6.500 bedrijven zijn. Wat wij nu willen is een scherp beeld krijgen van de vraagstukken waarmee deze bedrijven te maken hebben en de kansen die er voor hen liggen.”

Samenwerking

Afstand mag volgens Offinga in elk geval geen probleem zijn om de samenwerking te zoeken. “Nederland wordt in het buitenland gezien als één grote stad met een aantal parken daartussen. “Daarom roep ik bedrijven op elkaar op te zoeken en van elkaar te leren.”Volgens Van der Meulen (NPAL) neemt Noord-Nederland een toppositie in op het gebied van Smart Industry, met ambitieuze programma’s zoals Regions of Smart Factories, 5G in Loppersum en Smart Diary Farming en ziet hij steeds meer samenwerking. En daar is Alex van Dalen van Beenen industriële automatisering het roerend mee eens. “Door samenwerking versterk je elkaar, daar gaan vroeg of laat concrete ontwikkelingen uit voortkomen.”

Internet

Mark Woortmeijer van Custum Drone, bouwer van drones, stelt het belang van snel internet voorop, willen we de razendsnelle ontwikkelingen een plek kunnen geven. “Er wordt in Loppersum geëxperimenteerd met 5G. En dat is nodig ook, want de behoefte aan snel internet neemt alleen maar toe, in allerlei sectoren van de economie.” Echter, wat is in dit kader wijsheid: glasvezel of in the cloud. Woortmeijer weet het antwoord wel. “We moeten geen kabels meer aanleggen, want dat kost een vermogen. Kies voor the cloud, voor 5G. Je betaalt een vast bedrag per maand en bent altijd verzekerd van snel internet, waarover veel meer data verstuurd kan worden.”

Banen

Maar, we hebben nog geen antwoord op de vraag wat Smart Industry voor de arbeidsmarkt gaat betekenen. Er zijn doemdenkers die voorzien dat in de toekomst miljoenen landgenoten geen toegang meer zullen hebben tot de arbeidsmarkt. Van Dalen (Beenen) is het daar niet mee eens. “Smart Industry levert veel banen op, maar gaat inderdaad ook banen kosten. Per saldo denk ik echter dat het positief gaat uitpakken.” Als voorbeeld noemt hij Philips Drachten, waar nog steeds scheerapparaten worden gemaakt en er zelfs werk uit China terugkomt. “Dat komt vooral door technologische ontwikkelingen, anders waren deze banen allang weggeweest.”

“Het gevoel dat Smart Industry banen gaat kosten is begrijpelijk”, gaat Offinga verder. “We hebben verschillende industriële revoluties gehad en steeds was er de angst dat dit banen zou kosten. Maar, wat we hebben gezien is dat er na verloop van tijd meer banen uit zijn voortgekomen. De inhoud van de banen zal wel enorm gaan verschuiven en dat is interessant. We moeten daarom veel meer aan werkgevers vragen waar behoefte aan is en daarop inspelen. Slagen we erin om aan deze vraag te voldoen, dan gaat er ook in de toekomst groei ontstaan.”

Van der Meulen (NPAL) vindt dat de discussie niet te generiek moet worden gevoerd. “Smart Industry staat voor de vierde industriële revolutie, dat levert een golf aan nieuwe economische ontwikkelingen op. En ik ben het met Offinga eens dat dit in het begin banen kan kosten, maar op termijn vele nieuwe banen oplevert.”

Offinga: “Er is behoefte aan mensen met visie en dat heeft de politiek ook nodig. Die koers mis ik nu nog.” Van Dalen (Beenen) is wat dat betreft fan van voormalig minister van financiën Willem Vermeend. “Hij ziet enorme kansen voor Smart Industry en adviseert bedrijven die daar nog niet mee bezig zijn bij wijze van spreken om te stoppen. Ja, daarmee zet hij de discussie op scherp, maar het geeft wel het belang ervan aan.”

Opleiding

Offinga laat weten dat het belangrijk is dat mensen worden opgeleid voor de nieuwe ontwikkelingen die er al zijn en nog gaan komen. “Laten we mensen op MBO2 en MBO3 niveau opleiden voor de nieuwe banen, voor wat we straks nodig hebben. Ja, daarin past een leven lang leren. De tijd dat je van school komt en vervolgens tot je 67e hetzelfde werk doet, ligt ver achter ons. Dat vraagt ook van het onderwijs een andere systematiek en dynamiek.” Van Dalen (Beenen) onderschrijft die woorden. “We hebben in de toekomst niet alleen hbo-ers nodig, maar er komt ook veel werk voor mbo-ers..”

Munneke (Autonational) weet zeker dat er veel gaat veranderen. “Door een efficiëntere bedrijfsvoering, heb je minder mensen nodig, waardoor je concurrerender wordt. Door de efficiency kun je echter ook meer aan, ontstaan er nieuwe initiatieven, waarvoor je mensen nodig hebt. Kortom, waar banen bijkomen of verdwijnen is nu nog niet te zeggen.” Voor Van der Meulen (NPAL) staat vast dat robotisering niet alleen banen kost, “hoewel het er wel van afhangt in welk type bedrijf iemand werkt.”

Wethouder Offinga vindt het van belang dat de houding in de samenleving gaat veranderen. “Ik weet dat diverse bedrijven nu al moeite hebben om hun vacatures in te vullen, terwijl er nog genoeg mensen langs de kant staan. Mijn inschatting is dat er genoeg banen zijn, maar dat er geen goede match is. Dat vraagt om een mentaliteitsverandering. Ik denk dat er in de toekomst eerder een tekort dan een overschot aan medewerkers ontstaat.”Bij de tijd

Investeren in technische opleidingen blijft derhalve van groot belang. Munneke (Autonational): ”Dat is evident, super belangrijk. Ik ben een groot voorvechter van het versterken van de technische opleidingen, dat er voldoende in geïnvesteerd wordt. Daarnaast pleit ik voor meer samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Er wordt al veel samengewerkt, maar dat mag nog meer! Het is van groot belang dat de opleidingen bij de tijd blijven.”

Woortmeijer (Custom Drone) vult aan dat het ook belangrijk is dat de leraren met hun tijd meegaan. Hij heeft net een technische opleiding achter de rug en zag dat te veel leraren in hun eigen systeem willen blijven. “Als ik zie dat sommigen nog steeds niet weten hoe ze met een digibord moeten omgaan, dan is er wel iets mis.” Volgens Munneke (Autonational) zou het goed zijn als er meer uitwisseling tussen onderwijs en bedrijfsleven plaatsvindt, lees: de ondernemer regelmatig voor de klas en de leraar die rondkijkt bij de diverse bedrijven.

Van der Meulen (NPAL) vult aan dat het voor kennisinstellingen moeilijk is om accuraat te reageren op ontwikkelingen. “Voor je het weet zijn investeringen achterhaald door nieuwe ontwikkelingen. Het geld ontbreekt bijvoorbeeld om constant te investeren in steeds weer nieuwere apparatuur.” Offinga zegt dat het verder in elkaar vlechten van bedrijfsleven en onderwijs breed wordt gedeeld.

Klantgerichter

Van der Meulen pleit ervoor dat kennisinstellingen meer verantwoordelijk worden voor het feit dat afgestudeerden een baan vinden. “Dan worden ze volgens mij ondernemender en klantgerichter, waarmee het bedrijfsleven zijn voordeel kan doen.” Munneke (Autonational) vraagt zich af of de kennisinstellingen die verantwoordelijkheid wel op zich moeten nemen. “Een school moet opleiden en hoeft niet direct te ondernemen. Laat het ondernemen maar aan de ondernemers over. Wel vind ik dat ondernemers die rol om afgestudeerden naar de arbeidsmarkt te begeleiden veel meer naar zich toe moeten trekken. Adopteer jonge mensen al tijdens hun opleiding en begeleid ze.” Een opmerking die Offinga alleen maar kan beamen. “De kerncompetentie van een kennisinstelling is opleiden. Ondernemers kunnen veel meer doen om jonge mensen goed te begeleiden, bijvoorbeeld tijdens hun stage.”

“Wij hebben veel stagiaires rondlopen”, gaat Van Dalen (Beenen) verder. “De begeleiders zien we helaas maar één keer, als ze al langskomen, want meestal gaat het telefonisch, helaas.”

“Binnen Autonational doen we veel aan het opleiden van jonge medewerkers”, zegt Munneke. “We omarmen onze stagiaires en afgestudeerden en bieden ze als het even kan een baan.” Woortmeijer (Custom Drone) ziet dat veel stagiaires werk vinden bij het bedrijf waar ze stage hebben gelopen, “en dat is een goede ontwikkeling. Bedrijven weten dan immers al wat iemand kan, dus dat is een win-win situatie.”“Toch moet het onderwijs nog dichter bij het bedrijfsleven komen te staan”, zegt Offinga. “Je mag wederzijds iets van elkaar vragen, maak bijvoorbeeld prestatieafspraken, zodat ook de kennisuitwisseling beter op gang kan komen.” Munneke stelt dat ondernemers als geen ander weten dat ze straks met lege handen staan wanneer ze niet meer aandacht aan de opleidingen schenken. “Het is ook onze verantwoordelijkheid dat scholen de juiste opleidingen inrichten en aanbieden.” En dat gebeurt, kan Woortmeijer bevestigen. “Zo zijn we momenteel bezig om in samenwerking met het Friesland College een drone-opleiding te beginnen. Een voorbeeld van hoe het kan.”

Strategisch denken

Op de vraag hoe de stand van zaken ten aanzien van Smart Industry er over 5 jaar uitziet, valt volgens de deelnemers weinig te zeggen. Van Dalen: “Ik hoop dat het bedrijfsleven en het onderwijs elkaar dan nog beter hebben gevonden. En dat is nodig, want ik denk dat we tegen die tijd niet meer aan voldoende mensen voor ons bedrijf kunnen komen.” Munneke is ervan overtuigd dat ondernemers die strategisch denken het gaan redden. “Er zijn echter ook bedrijven die dat niet doen en die krijgen het moeilijk. Omarm de nieuwe technieken en bindt goede mensen, dan ga je een mooie toekomst tegemoet.”

Woortmeijer vindt vooruitkijken lastig. “Samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven juich ik toe en ik ben blij dat er een drone-opleiding komt. Want, ik zou op dit moment niet weten waar ik iemand vandaan moet halen die drones kan bouwen.” Offinga kan zich vinden in de lijn die Munneke aangeeft. “We hebben in de samenleving twee typen ondernemers. Zij die zijn vastgeroest en ondernemers die continue in beweging zijn en blijven. Echter, een antwoord geven op de vraag waar we over vijf jaar staan is eigenlijk niet te geven. Wat ik zeker weet is dat de dynamiek en de snelheid alleen maar gaat toenemen. Voor ons als gemeente ligt er de uitdaging om de 4.000 mensen die in onze gemeente aan het werk willen, aan de slag te krijgen.”

Van der Meulen sluit af met enige zorg. “We onderschatten het tempo waarin ontwikkelingen zich voltrekken. Niet voor niks spreken we over de vierde industriële revolutie en niet over een industriële evolutie. Het gaat heel snel. Zijn ondernemers daar klaar voor? Laat staan werknemers? Veel kunnen we nu niet overzien, maar de impact van deze revolutie is veel groter dan we nu denken. Dat is iets om over na te denken.” «

Tekst: Henk Poker / Fotografie: Gerrit Boer

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.