Overheid, onderwijs en ondernemers slaan handen ineen voor ontwikkeling maakindustrie

2 mei 2017 13:31

Overheid, onderwijs en ondernemers slaan handen ineen voor ontwikkeling maakindustrie

In het vierkant Emmen-Coevorden-Hardenberg-Hoogeveen werken overheden, onderwijsinstellingen en ondernemers samen om de regionale economie nieuwe impulsen te geven. Van de vier gekozen clusters -agrifood, logistiek, biobased industrie en High Tech Smart Materials (HTSM)- springt in Hoogeveen de HTSM, of liever genoemd “innovatieve maakindustrie”, eruit. Ondernemers ruiken kansen….

We zitten in De Tamboer, het Hoogeveense theater dat -net als veel andere theaters in de regio- ooit is opgezet voor het vermaak van arbeiders tijdens de industrialisatie in de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog. Hardwerkende arbeiders, altijd vol goede moed en nooit ziek: we zagen ze in Hoogeveen ook al in de turftijd. Lees het boek of zie de film Publieke Werken en je proeft het DNA van werkend Hoogeveen.

Hoogeveen kent een roemruchte industriële traditie. Op dit moment is de maakindustrie goed voor maar liefst 18 % van de werkgelegenheid, tegenover landelijk 10. We proeven in Hoogeveen dan ook een echte werksfeer: handen uit de mouwen, niet zeuren maar doen. Herald Meijer voelt zich er met zijn bedrijf Prolution in ieder geval als een vis in het water. ‘We verhuisden, net toen de crisis uitbrak, in 2008 van Emmen naar Hoogeveen. Wat me meteen opviel, was de coöperatieve houding van de gemeente en collega-ondernemers. We moesten innoveren om overeind te blijven en besloten om naast het vervaardigen van producten ook de ontwikkeling ervan ter hand te nemen. Op dit moment ontwikkelen we samen met onze opdrachtgevers producten en maken samen met lokale bedrijven proefseries. De massaproductie vindt vervolgens plaats in Oost-Europa en China.’

Prettig industrieel klimaat

Wim Haar, directeur van MSA-Service Noord BV, herkent het prettige industriële klimaat in Hoogeveen. ‘Samen met mijn twee collega’s liet ik twee jaar geleden Wärtsilä in Zwolle achter me en begon in de staart van de economische crisis een bedrijf dat zich toelegt op het ontwikkelen en produceren van industriële automatisering. We werken veel in de offshore en de scheepvaart, maar ook in andere segmenten binnen de machinebouw. We krijgen steeds meer offerte-aanvragen, onder meer van de windmolenindustrie, en draaien op dit moment goed.’

Ah, de energietransitie. De directeur bedrijven van Rabobank Zuidwest-Drenthe, Jos Eringfeld, ziet daar wel brood in. ‘We hebben de afgelopen jaren veel ondernemers geholpen met het opschonen van hun kostenstructuur. Daarnaast met kansen zoeken voor nieuwe verdienmodellen. In de energietransitie gebeurt ontzettend veel. En laat nu Hoogeveen beschikken over een sterke maakindustrie die daar zijn partij kan meeblazen. Samen met de provincie Drenthe en de gemeenten Hoogeveen en De Wolden hebben wij de MKB Businessversneller opgezet, een strategisch opleidingsprogramma voor ondernemers om hen te helpen met het zoeken naar nieuwe mogelijkheden en het daadwerkelijk zetten van ‘the next step’ met hun bedrijf. De eerste resultaten hiervan waren zeer positief. Deelnemers hebben bijvoorbeeld keuzes gemaakt om hun productie te verdubbelen danwel een ander bedrijf over te nemen. Dit leidt zo tot meer rendement en werkgelegenheid in Hoogeveen en omgeving. Deze aanpak willen we verder uitbouwen, niet alleen in Hoogeveen maar in de hele regio. We willen ondernemers helpen om na te denken over innovatie, ICT en robotisering. In tegenstelling tot andere sectoren lopen de technische sector en de maakindustrie voorop aan de hand van vakmanschap, pionierschap en innovatie. Daarmee heeft Hoogeveen goud in handen en daar mag Hoogeveen best wat meer trots op zijn!’

Innovatieve maakindustrie

En dus zet Hoogeveen in op de maakindustrie. Wethouder Anno Wietze Hiemstra licht toe: ‘Dat doen we in groter verband van vier geselecteerde sectoren, samen met de gemeenten Emmen, Coevorden en Hardenberg. Ons accent in dit project “Vierkant voor Werk” ligt op de high tech maakindustrie. Dat past bij ons, daar zijn we goed in. Zo ligt in Emmen meer de nadruk meer op biobased industrie. Samen vormen deze gemeenten een vierkantvormig gebied waar de aard van de bevolking en het opleidingsniveau erg op elkaar lijken, net als dat we een sterke industrie gemeen hebben. We kijken naar waar we goed in zijn en wat we verder kunnen versterken. Een sterke industriële sector gaat daarbij gepaard met de spinoff in bijvoorbeeld logistiek en dienstverlening. We willen voor de vier gekozen focussectoren (high tech maakindustrie-logistiek-biobased industrie-agrifood) clusters bouwen, samen met bedrijven en onderwijsinstellingen, om zo samen te werken aan innovatie, kennis en duurzaamheid. Zo ontwikkelen zich clustergebonden netwerken die versnelling teweeg moeten brengen in de regionale economische structuurverbetering.’

In Hoogeveen wordt het cluster high tech maakindustrie opgehangen aan Fokker Aerostructures. Daar worden composieten gemaakt die wereldwijd worden toegepast in vliegtuigcomponenten. Het bedrijf neemt een toonaangevende positie in in de luchtvaartindustrie en dient als hét kennis- en ontwikkelingscentrum voor composietmaterialen. Een enorm stimulerende omgeving dus voor ondernemers in en om Hoogeveen om mee te denken en te doen met nieuwe toepassingen en technieken.

Onderwijsbehoefte samen formuleren

High tech industrie, dat klink niet alleen snel maar is ook snel. De ontwikkelingen gaan namelijk zo snel dat het onderwijs het allemaal amper kan bijbenen en al te vaak ook niet. Meijer: ‘Ik was laatst te gast bij een MBO onderwijsinstelling en toen ik zag met wat voor soort materialen en technieken daar wordt gewerkt, schrok ik echt. Het aanbod sluit niet meer goed aan bij de vraag; ik denk dat bedrijven en onderwijsinstellingen echt moeten komen tot een betere afstemming, zodat het onderwijs beter in staat is om meer vraaggericht en regiogericht op maat op te leiden.’

Accountmanager Bedrijven Economische zaken van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden-Hoogeveen, Edwin Claassen, ziet het als volgt: ‘De vraag vanuit de bedrijven is niet altijd helder en bovendien gefragmenteerd. Zo kan bij het onderwijs nooit goed naar binnen komen waaraan de bedrijven precies behoefte hebben. Het onderwijs wil heus wel klantgericht technisch onderwijs aanbieden, maar dat kan alleen als ondernemers en onderwijsinstellingen elkaar opzoeken en de onderwijsbehoefte samen helder formuleren.’De oplossing? Elkaar opzoeken. Gastcolleges van ondernemers organiseren in het praktijkonderwijs, bedrijfsscholen opzetten naar het voorbeeld van opleidingscentrum KARgo in samenwerking met Kreeft Opleidingen. En niet te vergeten: technische opleidingen beter in de markt zetten. Er is de komende jaren veel vraag naar goed opgeleide technische medewerkers, maar het lijkt erop dat onze jongeren de handen liever niet uit de mouwen steken, maar de vingers liever over hun smartphones laten gaan. Terwijl techniek in de toepassingen in het veld juist zo spannend en uitdagend kan zijn. Een mooie opgave dus om techniek meer sexy te vermarkten. Niet alleen naar klanten, maar ook in de richting van het onderwijs is goede storytelling noodzakelijk. Een halszaak voor bedrijven, omdat ze anders de boot missen bij gebrek aan medewerkers: wel willen maar niet kunnen, dat is wel heel frustrerend….

Verbinden en matches maken

Vaak is het een kwestie van verbinden. Op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld vraag koppelen aan aanbod. Ook andere manieren van verbinden leiden in Hoogeveen tot verrassende resultaten. Bijvoorbeeld bedrijven inzicht geven in elkaars activiteiten. Haar: ‘We moeten als ondernemers niet alleen naar onze afnemers duidelijk maken wie we zijn en wat we doen, maar ook aan elkaar. Ik zie al een digitaal forum voor me waarop bedrijven zich presenteren en heel concreet vraag en aanbod daarop zetten. Zo kunnen we elkaar in de regio versterken.’

Kijkend naar de vier keuzeclusters van het project “Vierkant voor Werk” stelt Claassen voor om op clusterniveau zulke platforms van de grond te tillen, te begin met de innovatieve maakindustrie. ‘En naast virtuele platforms kunnen we natuurlijk ook échte ontmoetingsplekken organiseren. We tellen in onze gemeente maar liefst 45 ondernemersnetwerken. Gelegenheid voor ontmoeting genoeg dus, zo lijkt het. Maar het kan altijd beter. Daarom organiseerden we onlangs een groot Hoogeveens netwerkevenement. Daar werden nieuwe ontmoetingen gerealiseerd en verrassende matches gemaakt. Allemaal bedoeld om meer business in Hoogeveen te krijgen en te houden.’Dit brengt Haar op een ander idee. ‘We zouden, voorafgaand aan de publieke Open Bedrijven Dag een speciale bedrijvendag voor ondernemers kunnen organiseren. Gewoon bij elkaar op bezoek gaan en bij elkaar in de keuken kijken. Lijkt me heel leuk.’

Mobiliteitscentrum: werk in de winkel

Aan de ene kant duizenden mensen die aan de kant zitten en aan de andere kant bedrijven die hun vacatures niet ingevuld krijgen. Ook hier is samenwerken en verbinden het medicijn. Samen met UWV, het Alfa-college en Alescon hebben de gemeenten Hoogeveen, De Wolden en Midden-Drenthe hiervoor een Mobiliteitscentrum in het leven geroepen. Wethouder Hiemstra licht toe: ‘We steken in op een stevige regionale aanpak van de werkeloosheid en bemiddelen werkzoekenden gezamenlijk. We ontsluiten elkaars “kaartenbakken” en werken zo aan een betere match tussen vraag en aanbod en een betere aansluiting van onderwijs op arbeidsmarkt.’

Deze aanpak, vorig jaar gestart, werkt: er zijn bij de werkgevers 300 banen opgehaald, waarvan een kleine 200 zijn ingevuld. Met als resultaat dat Hoogeveen nu een lager percentage niet-werkende werkzoekenden heeft dan gemiddeld in Drenthe en Nederland: 9,2% tegen 9,5 in Drenthe en 9,8 landelijk.

Het Mobiliteitscentrum organiseert verschillende deelprojecten met als doel om in alle sectoren waar werk is werkzoekenden om- en bij te scholen. Zo is er het Chauffeurstraject dat is gestart met 20 deelnemers en de basisopleiding Heftruckchauffeur, waar 12 deelnemers instapten. Voor de verzekeringsbranche zijn24 deelnemers gestart met de opleiding WFT Basis en Schade. En dan zijn er nog een Lassersproject, een Culinaire Vakschool, een Project Groen en een Operatorproject.

Hoogeveense Model: win-win

Een bijzonder project is de Aanpak Statushouders dat is gericht op versnelde taalontwikkeling. In Hoogeveen zijn in het eerste traject 15 statushouders ingestapt in de hoop op een baan.

‘Doordat we allemaal de neuzen dezelfde kant op hebben staan, komen we tot mooie resultaten’, aldus Hiemstra. ‘In totaal zijn nu 175 werkzoekenden in opleiding, samen met het UWV doen we een proef waarmee we willen voorkomen dat mensen met een werkeloosheidsuitkering de bijstand instromen. We vangen de meest kansrijke zes maanden vóór het aflopen van de WW-periode af en proberen die aan een baan te helpen. Zo verminderen we de instroom in de bijstand vanuit de WW met 20%. Dat is pure winst, want het geld dat we zo besparen op de bijstandsuitkeringen investeren we om nóg meer mensen bij- en om te scholen en aan het werk te hepen.’

Zo werkt het Hoogeveens Model, met als resultaat dat de werkeloosheid spectaculair daalt, net als de bijstandsuitkeringen. Als dat geen win-win is….

‘Klopt, zegt Claassen, ‘en het mooie is dat we met ons Mobiliteitscentrum goed kunnen inspelen op de kansrijke sectoren, in het bijzonder de maakindustrie, waarvoor we mensen kunnen klaarstomen voor technische beroepen. Daar is nu en de komende jaren veel vraag naar.’Eringfeld deelt een pluim uit: ‘We zien hier een ondernemende gemeente met bevlogen overheidsondernemers. Waarbij het natuurlijk heel handig is dat de portefeuilles van Economische Zaken en Arbeidsmarkt beide onder wethouder Hiemstra vallen.’

Be good and tell it

Hoe ontwikkelt Hoogeveen zich de komende jaren? ‘Er lopen veel initiatieven’, merkt Eringfeld op. ‘Samen vormen die het vliegwiel van een duurzame economische motor. Met gebundelde krachten, initiatief en ondernemerschap creëren we kansen. Als bank helpen we ondernemers om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen.’

Meijer stelt vast dat Hoogeveen goed bezig is en wil daarin met zijn bedrijf een rol blijven spelen: ‘Wij blijven hier ontwikkelen en producties regisseren. Ik heb bewondering voor hoe de gemeente faciliteert en zie goede kansen in het zoeken van nieuwe verbindingen tussen overheid, onderwijsinstellingen en ondernemers.’

Hiemstra onderschrijft dit en vult aan: ‘We moeten samen innoveren en kennis delen. De optelsom van wat in Hoogeveen allemaal aanwezig is, leidt door verbinding in netwerken tot verrassende resultaten.’

Wat Claassen betreft moeten we het bestaande bedrijfsleven niet vergeten. ‘We zien hier zulke mooie dingen; parels die samen een geweldig parelsnoer vormen. Hoe beter we erin slagen om te laten zien waar we goed in zijn, hoe mooier het parelsnoer. Be good and tell it!’

Daarbij is het, wat Haar betreft, belangrijk dat overheid en onderwijs goed kijken en luisteren naar wat er in de bedrijven speelt. ‘Willen we verder in de innovatieve maakindustrie, dan moeten we goed aansluiten op automatisering en digitalisering en hiervoor faciliteiten ontwikkelen.’

Bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen en financiers die elkaar inspireren en doelgericht werken aan verbetering van de regionale economie: dat zien we in Hoogeveen als nergens anders. Samen springen ze in Hoogeveen verder, net als de veenarbeiders in Publieke Werken dat deden. «

Tekst: André Staas / Fotografie: Gerrit Boer

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.