Technisch onderwijs en bedrijfsleven in de Achterhoek trekken stevig samen op

8 februari 2018 16:26

Technisch onderwijs en bedrijfsleven in de Achterhoek trekken stevig samen op

De ontwikkelingen bij Smart Industry en maakbedrijven gaan razendsnel. Het onderwijs in de Achterhoek speelt volop in op de vraag om passend opgeleide medewerkers. Dat vergroot de kans op een baan voor de nieuwe generatie studenten. In gesprek met Johan de Jonge, projectmanager bij het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Oost Nederland (CIVON) en docent bij het Graafschap College.

‘Overal zit een computer aan vast’

Directe aanleiding voor het interview is het verheugende feit dat mbo ICT-studenten van het Graafschap College sinds kort stage mogen lopen bij maakbedrijven. Waarom is dit een doorbraak? “We moesten hiervoor in gesprek met de overheid, want normaal gesproken kunnen leerlingen niet als stagiair aan de slag in een bedrijf buiten hun studierichting. Maar nu maakbedrijven steeds meer behoefte krijgen aan medewerkers die thuis zijn in ICT, is dat geen houdbare regeling meer.” De ontwikkelingen hebben de wet ingehaald.

De Jonge vergelijkt: “Vroeger had je de toenemende verstrengeling van werktuigbouw en elektrotechniek: ‘Overal zit een stekker aan’. Zo ontstond de studierichting mechatronica. Nu zeggen we: ‘Overal zit een computer aan’. Techniek en ICT zijn niet meer los te denken. Daarom zijn we vorig jaar gestart met een nieuwe, vierjarige mbo-opleiding ‘Smart Industry’. Een direct gevolg van de vraag van het bedrijfsleven.” In september 2017 meldden zich 47 leerlingen, twee klassen vol. “En dat ging niet ten koste van de inschrijvingen bij onze andere opleidingen”, benadrukt De Jonge. “Als Achterhoeks mbo lopen we hiermee voorop. Er komen ook studenten uit de rest van Gelderland en uit Twente op onze nieuwe opleiding af. Regelmatig vragen andere onderwijsinstellingen ons om advies.

Zestig weken stage

Het onderwijs bij Engineering & Industrie van het Graafschap College wordt volledig in projectvorm gegeven. Er is daardoor altijd een koppeling tussen theorie en praktijk. Tijdens hun vierjarige opleiding lopen studenten in totaal zestig weken stage. Ze waaieren daarvoor uit naar een pool van zo’n 230  bedrijven waar ze zeer diverse kennis en ervaring opdoen. Stagebegeleiders en docenten houden tijdens de stageperiodes nauw contact met elkaar. De eerste drie jaar bepaalt de school nog de zwaarte van de projecten. In het laatste jaar zijn het de bedrijven die met projecten komen. “En dan worden onze leerlingen soms behoorlijk uitgedaagd” aldus De Jonge.

Cobots

Voorbeeld van een gloednieuw project is het programmeren van ‘cobots’: collaborative robots, die flexibel inzetbaar zijn, bijvoorbeeld voor de productie van kleine series. De Jonge: “Door het afnemende aantal ‘handjes’ in de regio en straks ook in Nederland, wordt het automatiseren van productie- en assemblagewerkzaamheden een harde noodzaak.” Het CIVON heeft daarom twee cobots aangeschaft en doet samen met Ulamo, Ubbink, CorthoGreen en Van Raam een project waarbij zestien mechatronica-studenten de cobots programmeren. “Een geweldige kans om laagdrempelig te onderzoeken hoe deze nieuwe generatie robots inzetbaar is, ook voor de kleinere MKB-bedrijven.” Naast de studenten doen ook de vier bedrijven in dit project allerlei nieuwe kennis op. Voorwaarde is dat zij deze delen met hun projectpartners.

“De volgende stap is dat het programmeren van cobots een vast onderdeel wordt van het onderwijsprogramma”, blikt De Jonge vooruit.

Meer informatie?
Neem contact op met Johan de Jonge, tel. 06-5424 8302 of johan@civon.nl

Tekst: Susan Heimplaetzer, Achterhoek2020 / Fotografie: Henk van Raaij

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.