Overheid moet sturen in energietransitie

23 juni 2017 09:43

Overheid moet sturen in energietransitie

Energietransitie is volop in het nieuws. Recent nog, omdat uit cijfers blijkt dat de groei ervan maar mondjesmaat is, terwijl het Parijse klimaatakkoord om grote stappen vraagt. Energietransitie is een gecompliceerd proces, ondervinden de acht deskundigen die bij AVR-afvalverwerking in Duiven bijeenkwamen om over het onderwerp van gedachten te wisselen.

Energietransitie is een beleidsplan van de overheid om van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame energiebronnen zoals zonne- en windenergie over te stappen. Energietransitie omvat niet alleen het bouwen van windmolens en dergelijke, maar ook onderzoek naar duurzame technologie, zoals opvang en afvang van CO2 en elektrisch vervoer.

Gastheer van dit tafelgesprek, Robert Hageman, is operations manager van AVR-vuilverbranding in Duiven. AVR is gespecialiseerd in de verwerking van diverse soorten restafval. Die zet het bedrijf om in energie en grondstoffen voor huishoudens en bedrijven. De AVR is de grootste elektriciteit en warmteleverancier in Gelderland. Robert Hageman: “Ik geloof dat warmtenetten een goede aanvulling kunnen zijn als panden van het gas af gaan. Het is ook duurzaam. Maar het is wel een kwestie van heel plaatselijk en lokaal kijken wat er nodig is. We kunnen een ziekenhuis en een gevangenis goed op een warmtenet aansluiten omdat ze veel warmte gebruiken. Op andere plaatsen moet je juist all-electric gaan werken omdat daar de investering onvoldoende rendeert.”Dat klinkt opgewekt. Toch komt de energietransitie nog onvoldoende van de grond. Volgens Robert Hageman is dat deels te wijten aan de versnipperde initiatieven. “En dat er te veel partijen zijn die er iets van vinden.”

Maar een veel belangrijkere belemmering voor het traag op gang komen van de energietransitie vindt hij de lage gasprijs. “De energietransitie wordt pas interessant voor burgers en bedrijven als de gasprijs vier keer zo hoog wordt”, stelt hij. Er is nu voor weinig Nederlanders druk. En er zijn andere economische modellen nodig. Nu leveren grootschalige bedrijven energie. In de toekomst wordt dat lokaal. En hoe dat werkt, moet nog worden uitgevonden. Zowel qua samenwerkingsvorm, regelgeving en verdienmodel.

Complex

Richard van Gemert is manager-partner bij Driven by Values. Het bedrijf zetelt sinds december in Arnhem en helpt overheden en bedrijfsleven om te verduurzamen. Richard van Gemert is gegrepen door het onderwerp en hoopt erop te promoveren. Hij stelt: “Het is enorm complex om door middel van windcentrales of zonnecollectoren energie op te wekken in een stedelijke omgeving. Je hebt namelijk voor die energietransitie meer ruimte nodig om dezelfde hoeveelheid energie op te wekken.

Dat leidt in een bewoonde omgeving tot weerstand.” Als groene energie goedkoper zou zijn dan fossiele brandstof, zouden mensen er grif op intekenen, volgens hem. Dan zou er geen wet- en regelgeving of subsidie nodig zijn. “Als het economisch gunstig is, gaan mensen bewegen. Maar groen is duurder dan grijs dus iedereen pakt grijs. Vanuit dat economisch perspectief gaat verandering dus niet werken.” Bewustwording van klimaatproblematiek of subsidies kunnen helpen. Maar niet iedereen komt in beweging. Burgers en bedrijven vinden de transactiekosten en de papieren rompslomp die erbij komt kijken niet in verhouding staan tot de opbrengst. Richard van Gemert denkt dat de oplossing ligt in een heel specifieke aanpak. Dus lokaal kijken of je winst kan behalen met energie besparen of met alternatief opwekken, de mogelijkheden van nieuwbouw en oudbouw benutten, soms inzetten op grondwarmte en op rendabele plaatsen zonne-energie of windenergie inzetten. Wat Richard van Gemert betreft mag er best geld verdiend worden: “De installatiebouw klaagde de afgelopen jaren dat ze geen werk had. Maar 95% van de woningen zijn nog verouderd. Daar is een markt.

” Peter Koenders ziet wel wat in die lokale aanpak. Hij is als directeur van Koenders Totaalbouw betrokken bij diverse initiatieven. Hij stelt: “Je moet mensen in de wijk eigenaar maken van het probleem. Maar dan moeten ze wel volledig ondersteund worden. Vanuit het Gelders Energie Akkoord lopen er een aantal proeftuinen. Hierbij wordt geprobeerd met esco’s in de wijk mensen te faciliteren. (Esco’s zijn energy service compagnies, die uitvoerend zijn op energiegebied. Ze kunnen bijvoorbeeld financiering regelen/red.). Zo neem je mensen erin mee. Als er ook wat voortrekkers zijn, ontstaat er dynamiek, dan kan het gaan lopen.” Toch ervaart Peter Koenders dat de markt nog vaak afwacht. Koenders Totaalbouw realiseerde met gemeentesubsidie energieneutrale voorbeeldwoningen in Breda.

Maar de belangstelling uit de wijk was gering. En op een symposium kwamen alleen de bekende actieve vrijwilligers opdagen. Hij vindt dat vreemd. Want corporaties en huizenbezitters hebben een goed argument om hun woning te verduurzamen. Het verhoogt namelijk de verkoopwaarde en maakt een woning gewild. Dat geldt ook voor bedrijfsgebouwen. “Je moet op andere manier tegen je vastgoed aankijken. Neem ook de uitstraling van het pand mee. En denk opnieuw over indeling, licht en binnenklimaat. Dat geldt voor particulieren en bedrijven. In een prettig pand is het goed wonen en werken. Dat scheelt werkgevers meteen in het aantal ziektedagen van hun werknemers.”

Wijken

Casper Vogelaar is actief betrokken bij de wijkaanpak. Hij is relatiemanager bij netbeheerder Liander in de regio’s Arnhem-Nijmegen en Rivierenland. Alliander zorgt voor de distributie van gas en elektriciteit en beheert de elektriciteits- en gasnetten in deze regio’s. Alliander staat voor een energievoorziening die iedereen onder gelijke condities toegang geeft tot betrouwbare, betaalbare en duurzame energie.Casper Vogelaar kijkt met een specifiek oog naar de energie ambities van gemeenten en de toekomstplannen van de grootzakelijke markt. Het is volgens hem een maatschappelijke desinvestering om de huidige gasnetten te vervangen in wijken waar woningbouw verduurzaamd wordt. Want daar wordt mogelijk komende jaren afscheid genomen van aardgas. Liander moet dus in een vroeg stadium van deze ontwikkelingen in gesprek zijn. En dat doet het bedrijf ook. Casper Vogelaar: “We willen niet alleen onder de grondkabels en leidingen leggen en beheren, maar ook contact boven de grond onderhouden met stakeholders, gemeenten en initiatiefrijke wijkbewoners. Ik wil om tafel om te verkennen waar en wanneer welke wijken van ons gasnet af gaan.

En daarbij onderzoeken wat meer duurzame alternatieven zijn. Op welk moment is dat slim en hoe pakken we het aan? Er zijn veel belangen bij het vormgeven van energietransitie. Die moet je bij elkaar brengen.” Robert Hageman onderschrijft dat Liander en andere netbeheerders een rol kunnen spelen in de energietransitie. Maar hij trekt het breder: “Het gaat er ook om dat je meer betekent voor een wijk. Hoe kunnen we meteen iets aan de sociale achterstand doen. Kunnen we werkloze mensen omscholen tot energieadviseurs bij de verschillende energiebedrijven? Dan praat je over een ander soort samenwerking. Mijn ervaring is dat er veel energie vrijkomt als ik op die manier met mensen om tafel zit.”Mark van Westerlaak: “Dan pak je lokaal de oplossing. Dat is goed. Als Groene Alliantie De Liemers proberen we regionaal de verbinder te zijn. Zo zijn we bezig met de verduurzaming van alle bedrijventerreinen in het gebied. Maar landelijk moet de overheid druk zetten om te zorgen dat mensen gaan bewegen.” Mark van Westerlaak is als adjunct-directeur werkzaam bij ingenieursbureau de IA-Groep in Duiven en voorzitter van De Groene Alliantie de Liemers.

Overheid

Verschillende gespreksgenoten vinden dat de overheid een veel striktere regie- en ook handhavingsrol moet pakken. Jeroen Smits is projectleider bij de gemeente Duiven, kwartiermaker voor de circulaire economie en projectleider van de Groene Hub die bedrijventerreinen een groene push moet geven. Hij kiest uiterst voorzichtig positie: “Zoals zoveel gemeentes staan we aan het begin van het traject. We hebben het onderwerp pas dit jaar weten te agenderen. We gaan een procesdocument schrijven. Daar valt nog niet zo veel over te zeggen.” Jeroen vindt het lastig dat besluitvorming vandaag de dag heel anders wordt ingestoken dan twintig jaar geleden. “Toen nam de overheid initiatief en voerde vanzelfsprekend de regie. Nu leggen we veel meer het initiatief bij burgers en de markt en is er hooguit overheidsparticipatie. Zijn we partner, facilitator? Die rolonduidelijkheid werkt niet altijd handig. Terwijl energieneutraliteit juist een hoge graad van organisatievermogen vereist. Wij zijn nog zoekende naar onze positie en dus nog ver bij de inhoud vandaan.” Toch begint volgens Jeroen Smits meer en meer het besef te komen dat energietransitie geen geitenwollensokken verhaal is maar dat het gaat over economische ontwikkeling. Het maakt dat het anders op de politieke agenda komt te staan, bijvoorbeeld als speerpunt op de begroting.

Jeroen Smits: “Dat is een kentering en dat is goed nieuws, maar het verklaart ook waarom gemeenten achter liepen op het gebied energietransitie. Er was nog geen focus.”Moet de overheid een wortel voor houden of met de stok dreigen? “Een goed voorbeeld van dat laatste zijn de plastic zakjes in de winkels. Er is nu van overheidswege opgelegd om daarvoor te gaan betalen. Dat werkt echt. Mensen vertikken het om tien cent te betalen. Het is gewoon een mind set”, denkt Mark van Westerlaak. Mark van Westerlaak wijst ook op de overgang naar aardgas, na de tweede Wereldoorlog. Die overgang naar aardgas was helder; er was geen keuze. Nu zijn er veel technieken voor energietransitie. “Zien we door het enorme aanbod de oplossingen niet meer?”, vraagt hij zich hardop af. Richard van Gemert sluit daarop aan met het voorstel dat gemeenten haalbaarheidsscans uitvoeren op energietransitie in wijken en bij bedrijven. Mark van Westerlaak geeft aan dat de Groene Allianties de Liemers dit nu al uitrolt middels een EPK (Energie Prestatie Keur) voor gebouwen. De omgevingsdienst, die wettelijke milieutaken uitvoert, is hier bij aangesloten. “Wij koppelen de scan aan de accountant. Elk bedrijf heeft er een. Die heeft inzicht in de financiële mogelijkheden. De accountant redt de wereld.”

Bedrijven

De insteek van Remco Wigman bij het bevorderen van de energietransitie is bedrijfsondersteuning. Hij is bedrijfsleider bij Pola Duurzaam, dat duurzame installaties levert zoals zonnepanelen, zonnecollectoren, warmtepompen, ledverlichting. Pola werkt voor de particuliere en zakelijke markt. “Vaak merken we bij de bedrijven waar we om tafel zitten dat de materie die op ze afkomt een grijs gebied is. Bedrijven houden zich liever met de corebusiness bezig dan met energietransitie. En een woning verduurzamen is al ingewikkeld, maar bij een bedrijf is het nog complexer: doet het geen afbreuk aan het productieproces? Er komt dus nogal wat op je af. Er moet iemand zijn die zegt hoe het werkt en daar ondersteunen wij bij.

Anders houden bedrijven de boot af. Ook de argumentatie speelt een rol. Neem Ataro BV in Zevenaar. Dat is een overkoepelend orgaan voor sportverenigingen. Die wil de exploitatiekosten omlaag brengen. Daar speelt duurzaamheid een rol. Subsidie van de gemeente helpt. Nu sparen ze geld uit”, vertelt Remco Wigman. Hij pleit voor totaaloplossingen met oog voor gebouw, comfort, installaties en onderhoud. Een inventarisatie van de mogelijkheden helpt bij het maken van een stappenplan. Remco Wigman besluit: “Misschien moet je minder over duurzaamheid en meer over beleving, besparing en comfort praten om bedrijven over de streep te trekken.”

Beslisniveau

Jan Putman brengt ook veel bedrijfsbezoeken. Hij is CEO van Solar Energy Booster. Dat bedrijf is producent van het SWEP-paneel, een warmtewisselaar die achter vrijwel ieder PV-paneel geklikt kan worden om er een hybride-paneel van te maken. Zo’n hybridepaneel levert 11% meer kWh elektriciteit op en kan daarnaast tot 30% op energieverbruik voor verwarming besparen. Jan Putman: “Op welk niveau kom je binnen bij een groot bedrijf. Kan je werkelijk op beslisniveau terecht komen? Dat is heel belangrijk. Ik lijk soms op een pastoor. Ik verkondig mijn geloof in zonne-energie. Ik heb dan ook afstand genomen van mijn installatiebedrijf en ben nog louter het product aan het verkopen. Hoe breng je innovaties naar de markt?

Welke oplossing is het beste voor de klant? Het is mijn ding om dat steeds beter te kunnen doen.” Jan Putman ervaart dat installatiebedrijven in hun concurrentiedrang ondernemers onzeker maken met tegenstrijdige adviezen. Hij schat in dat consensus over de juiste technische oplossingen de energietransitie zal bevorderen. Regelmatig ging het tafelgesprek over geld. Ook Jan Putman ontkomt niet aan die realiteit: “Ik ken mensen die graag op zonne-energie wilden overgaan maar de financiering niet rond kregen. Misschien kunnen we een deel van de subsidiegelden gebruiken als borg voor leningen die duurzame investeringen mogelijk maken. De overheid mag nog wel met wat meer creatieve ideeën komen om de transitie te stimuleren.” «

Tekst: Paul de Jager / Fotografie: Jacques Kok

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.