Wie niet innoveert wordt rechts ingehaald

10 juli 2017 13:53

Wie niet innoveert wordt rechts ingehaald

De ronde tafel die Hét Ondernemersbelang onlangs in Amsterdam organiseerde was niet alleen figuurlijk maar ook letterlijk een dynamische. Zij werd namelijk rondgevaren op een fluisterboot van rederij ’t Smidtje. Onder het genot van fascinerende uitzichten op zowel het nieuwe als het zeventiende eeuwse Amsterdam en een geheel verzorgde lunch, ontstond een levendig debat dat vanuit verschillende invalshoeken werd gevoerd. Duurzaamheid blijkt niet alleen ‘hot’ te zijn, er wordt ook door iedere deelnemer inventief aan gewerkt.

Acht ondernemers gingen aan boord van de klassieke salonboot van rederij ’t Smidtje die tegenover de Stopera afgemeerd lag. De gastheer van de ronde tafel bezit een vloot bestaande uit onderling heel verschillende schepen die gemeen hebben dat ze allemaal elektrisch varen. Bovendien doen ze dat fluisterstil, zodat het gesprek uitstekend gevoerd kon worden. Dennis Coenen, marketing en sales manager bij ’t Smidtje, legt uit dat hoewel duurzaamheid voor zijn bedrijf ook nadrukkelijk met het milieu te maken heeft, er ook andere aspecten aan het thema zitten. Bijvoorbeeld klantgemak. “Ging ons hele ticketingproces voorheen nog via print, nu gebeurt het helemaal digitaal met behulp van apps. Ook kunnen klanten via een app betalen. We zijn bovendien bezig om de integratie van apps nog verder te ontwikkelen. Uiteraard bespaar je daarmee papier en scoor je zo ook voor het milieu, maar het betekent tevens gemak voor onze klanten.” Samen met andere rederijen, bewoners en de gemeente is ’t Smidtje bovendien aangesloten bij het innovatielab passagiersvaart van de stad Amsterdam. “Het doel is om na te denken over het verbeteren van de logistiek op het Amsterdamse water. Dat willen we namelijk nog meer en veel efficiënter gebruiken.”

Doggy bags voor duurzaamheid

Daarin speelt informatievoorziening aan de vaste wal, en dús digitalisering, een grote rol. De informatiestroom betekent een efficiencyslag voor de waterlogistiek, legt Coenen uit. “Wachttijden worden korter en boten kunnen sneller en efficiënter achter elkaar aanvaren en ook de ligplaatsen beter gebruiken.” Daarnaast heeft de gemeente de ambitie om de CO2-uitstoot in 2025 met 40 procent gereduceerd te hebben in vergelijking met 1990. Daaraan doet ’t Smidtje mee door naast elektrisch ook onder zonnepanelen te varen. “We hebben prachtige klassieke salonboten van honderd jaar en ouder, echt antiek dus. Die zijn inmiddels voorzien van zonnepanelen op het dak, zodat ze zelfvoorzienend zijn. In principe is er dus geen stroom door kabels vanaf de wal nodig. Ze produceren zelf hun eigen stroom tot maximaal een dag varen.” Yourick Fokker, oprichter van StudioRAAK conceptontwikkeling, laat intussen een tevreden blik over de lunch gaan en vraagt zich hardop af of het niet een idee zou zijn als Amsterdamse restaurants in plaats van goed voedsel weg te gooien klanten voortaan doggy bags zouden meegeven. “Dat zou mensen vast triggeren om naar een bepaald restaurant te gaan. Bovendien ga je zo ook veel duurzamer met voedsel om. Ik hoef hier maar op tafel te kijken om er zeker van te zijn dat het uitstekend zou werken.” Fokker schakelt dan over naar een logistiek voorbeeld uit het vaderland van de doggy bags, de Verenigde Staten. “Daar zie je volle vrachtwagens de city centres inrijden om er vervolgens met afval gevuld weer uit te rijden. In Nederland gaat het heel anders, hier worden afvalstromen strikt gescheiden afgevoerd. Het lijkt me dat daar nog wel iets in te winnen valt. Het zou helpen als bulkvervoerders elkaar meer opzoeken, transparant zijn in waar ze tegenaanlopen en elkaar waar mogelijk proberen logistiek te ondersteunen. Dat zou het transport in en rond steden veel efficiënter maken.” VAZO-directeur Huib van Santen vindt dat een goed idee en is hoopvol dat het ook uitvoerbaar kan zijn. “Bedrijven beginnen veel meer voor samenwerking open te staan. Vroeg je bedrijven vijf jaar geleden om open met elkaar te communiceren en samen te werken dan kreeg je meestal nul op rekest.”

Ruud Snelderwaard, clustermanager bij Nuon, vertelt dat zijn bedrijf er onder meer voor kiest om eigen personeel actief te betrekken bij duurzaamheid. “We denken tegenwoordig intensief na over hoe we medewerkers daarvoor kunnen enthousiasmeren en ons antwoord daarop was de plaatsing van zonnepanelen op de daken van ons bedrijfspand aan de Hemweg, waarmee we een jaar geleden startten. Dat hebben we middels personele crowdfunding gefinancierd. Ons personeel betaalde dus de zonnepanelen op ons dak en die investering verdienen ze in drie tot vier jaar terug.” Het is een substantiële actie geweest, want er liggen inmiddels 1.300 zonnepanelen die jaarlijks zo’n 2 megawatt aan energie opwekken. Bovendien zit aan een dergelijke groene financiering ook een belastingvoordeel. “We hebben dit principe ook elders in Amsterdam al toegepast en we onderzoeken of we middels crowdfunding door particulieren nog veel meer zonnepanelen op veel meer Amsterdamse daken kunnen neerleggen. Dat concept kan als investering dus ook interessant zijn voor bewoners van etages of van woningen die voor zonnepanelen geen geschikt dak hebben. De panelen waarin zij investeren kunnen namelijk ook op een ander dan het eigen dak terechtkomen. Als we zo zonne-energie verder helpen wint iedereen.”

“Nieuw heeft geen toegevoegde waarde ten opzichte van opgeknapt”

De duurzaamheidshefboom

Bramske van Beijma is manager Energietransitie en Innovatie bij BAM Infra Energie & Water. BAM Infra Nederland, waar BAM Infra Energie & Water onderdeel van is, definieerde drie duurzaamheidsthema’s waarop het de aandacht focust. “Wij zien assetmanagement, energietransitie alsmede verstedelijking en mobiliteit als de dominante ontwikkelingen. Op die drie thema’s zijn we in de bijbehorende marktsegmenten met allerlei innovaties bezig. In het kader van energietransitie bijvoorbeeld, zorgen wij voor het netwerk van laadpalen en zijn we bezig met het toepassen van het lokaal opwekken en opslaan van energie. Ook ontwikkelden we een compleet nieuw concept voor duurzame windmolenfundaties, de zogenaamde gravity based foundations ofwel: betonnen, afzinkbare windmolenvoeten. Voor asset management zijn we bezig met sensortechnologie die bijvoorbeeld een opdrachtgever als ProRail helpt om voorspellend onderhoud aan het spoor te doen, zodat minder treinen uitvallen.” In het kader van het thema verstedelijking en mobiliteit draaide BAM een groot project op het Gustav Mahlerplein aan de Zuidas. “Daar bouwden we een nieuwe fietsparkeergarage. Ook hebben we gezorgd voor een herinrichting van het plein met onder andere een groen park en hebben we het circulair paviljoen van ABN AMRO gebouwd. Doordat we deze werkzaamheden in één keer combineerden, ontstond een duurzaamheidshefboom. Hierdoor duurden de bouwactiviteiten minder lang en hadden ze minder impact op de omgeving dan wanneer deze projecten allemaal apart waren uitgevoerd.”

BAM is binnen de genoemde thema’s onophoudelijk zoekende naar nieuwe innovaties waarmee het zich wil onderscheiden. “Doe je dat niet, dan word je tegenwoordig rechts ingehaald. We zijn de grootste Nederlandse bouwer en willen dat graag blijven. Daarom verzamelen en analyseren wij continu grote hoeveelheden data. Het verandert de manier waarop we nieuwe infrastructuur bouwen, gebruiken en onderhouden. Zo nemen we ook nieuwe collega’s aan op andere type functies, zoals data-analisten en econometristen. Dat helpt ons om heel andere concepten te ontwikkelen waarmee je met behulp van algoritmes steeds beter kunt voorspellen.”

Voor Edwin Mélotte, dga van Cartridge Depot, is het geven van een tweede leven aan printers en laptops een manier om zijn klanten blij en de wereld weer wat duurzamer te maken. “Meestal worden printers, computers of laptops na tien, maar vaak zelfs al na drie tot vijf jaar, weggegooid. Om vervangen te worden door een nieuwe aanbieding die weer drie jaar meegaat, zogenaamde MediaMarkt aanbiedingen. Uiteraard bestaat die aanbiedingenindustrie om productielijnen in fabrieken draaiende te houden. Zodoende worden producten tegen steeds lagere marges verkocht. Niet erg duurzaam natuurlijk. Wij pakken het daarom heel anders aan en pikken de beste apparaten, de A-klassen, eruit en refurbishen die om ze opnieuw te verkopen. Zo hoeven we veel minder materiaal en onderdelen weg te gooien.”

"Mijn ervaring is dat ondernemers vrij lastig op te voeden zijn"

Ook pimpt Mélotte computers van klanten zodat ze weer een tijd meekunnen. Na de behandeling kunnen computers zich qua snelheid meten met gloednieuwe. “Zeker de goedkopere nieuwe computers zijn niet sneller dan de exemplaren die tien jaar geleden op de markt kwamen. Maar de consument heeft dat vaak helemaal niet in de gaten, die let alleen maar op prijs.” Ook kunnen klanten bij hem terecht om printerpatronen te laten hervullen. Mélotte wil in de toekomst met abonnementen op het gebruik van een printer gaan werken. “Een schilderij of horloge is een esthetisch voorwerp dat je in eigendom wilt hebben, maar printers worden vooral gezien als gebruiksvoorwerp. Ik wil daarom printerabonnementen aanbieden waar naast het gebruik ook het onderhoud in zit, maar exclusief het papier en de navulling van de inktpatronen. Zo blijven klanten namelijk kritisch op wat ze wel en niet printen en ook dat werkt weer verduurzamend.”

Dertigers zetten de toon

Voor René Keemink van Keemink Design is duurzaamheid niet de kern van zijn business, maar pakt hij wel de kansen om waar dat kan te vergroenen, óók privé. “Ik heb mijn dak thuis vol laten leggen met zonnepanelen. De zakelijke kant van mijn duurzaamheids-verhaal sluit aan bij wat Edwin zojuist vertelde. Ook wij schaffen tweedehands servers aan in plaats van nieuwe. Want innovatie wordt wel gepresenteerd als hypermoderne nieuwe, snelle machines, maar in de praktijk zie je dat er de afgelopen jaren nauwelijks snelheidswinst is geboekt. Dus nieuw heeft in die zin geen toegevoegde waarde ten opzichte van opgeknapt.” Ook heeft Keemink virtualisatie sterk doorgevoerd. “We vervingen hardware door virtuele servers met als voordeel: veel minder energieverbruik voor koeling omdat er minder te koelen valt. En dat is nog maar de helft van de energetische winst, want doordat ik minder hardware heb, heb ik voor het functioneren van die hardware ook minder stroom nodig.”

Voor Huib van Santen is de 32 jaar dat bedrijvenvereniging VAZO bestaat op zich al een voorbeeld van duurzaamheid. Hij bombardeert Zuidoost graag als een van de duurzaamste bedrijventerreinen en kan met zijn vereniging ook veel doen om dat predicaat inhoud te geven. Hoewel het niet altijd van een leien dakje gaat. “Het is vaak lastig is om alle ondernemers mee te krijgen in nieuwe duurzaamheidsinitiatieven. Mijn ervaring is dat ondernemers vrij lastig op te voeden zijn. Vaak denken ze vrij verkokerd en missen ze openheid om nieuwe dingen te proberen, en dat terwijl er veel interessants gebeurt.” Een categorie leden waarvoor Van Santen een uitzondering maakt zijn de jongere ondernemers, vaak dertigers. “Die zijn erg bezig met samenwerking, transparantie, kennisdelen. Zij zijn ook al lang met duurzaamheid bezig vanuit een intrinsieke motivatie die bij die generatie zit.” Van Santen is zichtbaar enthousiast als hij daarover praat. “Zij nemen mij mee in hun ideeën en ik kan in mijn functie op mijn beurt weer als klankbord fungeren en nieuwe initiatieven meer reikwijdte geven. Dat doe ik graag.”

"Ons personeel betaalde de zonnepanelen op ons dak en die investering verdienen ze in drie tot vier jaar terug"

De Amsterdam ArenA kan als duurzaamheidsikoon van Zuidoost én Nederland natuurlijk niet ongenoemd blijven. “Dat is de trots van Zuidoost waar we letterlijk en figuurlijk veel positieve energie van krijgen”, aldus Van Santen die daarmee onder meer doelt op de 4.200 zonnepanelen die er op het ArenA-dak liggen, op de stadswarmte die Nuon vanuit de centrale in Diemen levert en op het koelingswater dat het stadion betrekt vanuit de nabijgelegen Ouderkerkerplas. Niet voor niets heeft de ArenA dan ook het gouden Green Key-certificaat, het hoogst haalbare internationale duurzaamheidskeurmerk voor toeristische en zakelijke accommodaties. “Ik hoop dat we als VAZO omliggende bedrijven tot navolgers van de ArenA kunnen maken en ze ertoe kunnen inspireren om ook zonnepanelen op hun dak te plaatsen.” Volgens de commercieel manager van Havenwerk, Maarten Barnhard, is het voor Havenwerk als uitzender van gekwalificeerd personeel voor havenbedrijven en ondernemingen in de industriële logistiek, alleen mogelijk om in de marge te verduurzamen. “Onze business laat weinig ruimte voor vergroening. Maar Havenwerk wil wel elektrische auto’s inzetten voor vervoer van ons personeel naar de verschillende havens in Nederland.” Behalve een reductie in uitstoot is dat ook een kleine bijdrage aan de reductie van de files rond Amsterdam die elke fileautomobilist jaarlijks gemiddeld 96 uur, dus twee werkweken tijdverlies kosten. En zo betaalt duurzaam denken onder de streep ook nog uit. “Veel belangrijker is de sociale innovatie als vorm van duurzaamheid en dat noemen wij flexinuïteit, ofwel: de optelsom van de flexibiliteit, continuïteit en kwaliteit van onze dienstverlening. Daarmee verzekeren wij ons van langdurige klantrelaties, wat ook een vorm van duurzaamheid is”, besluit Barnhard. «

Tekst: Baart Koster / Fotografie: Blinkfotografie

 

 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.